O P I N I E
|
NIEUWSSELECTIE
|
H O O F D A R T I K E L :
Uit de bijstand
De bijstand wordt niet afgeschaft in de Verenigde Staten, maar overgedragen door de federale regering aan de deelstaten. Die krijgen voortaan een vaste som geld uit Washington waarmee ze het moeten doen. De staten krijgen ruimte om naar eigen inzicht hun sociale programma's in te richten en dat zal ongetwijfeld leiden tot grotere verschillen. Amerika is een federatie van deelstaten en geen gecentraliseerde eenheidsstaat. Het uitgangspunt van de discussie over de sociale zekerheid is de vraag of de overheid de verplichting heeft om voor alle burgers een bestaansminimum te garanderen, of dat burgers gehouden zijn voor zichzelf op te komen. Het gaat om het spanningsveld tussen zorg versus verantwoordelijkheid, tussen collectief gefinancierde zekerheid versus de individuele onzekerheid van het bestaan. Bij de herziening van het sociale zekerheidsstelsel zoals dat in Amerika is gegroeid, gaat het vooral om twee aspecten: de bijstand aan alleenstaande moeders met minderjarige kinderen en de verplichting aan bijstandsontvangers om deel te nemen aan scholings- of werkprogramma's.
IN DE VERENIGDE STATEN bestaat een brede overtuiging dat de beschikbaarheid van bijstandsuitkeringen meisjes aanzet tot bewust tienermoederschap en werklozen afhoudt van het zoeken van werk. De bewijslast voor deze stelling is twijfelachtig en de effecten van de voorgestelde remedie zijn evenmin te voorspellen. Bijstelling van de wet 'Hulp aan Gezinnen met Minderjarige Kinderen' (het programma voor ongehuwde moeders) en Workfare (de verplichting tot deelname aan werkverschaffingsprojecten) zijn geen garantie voor legale onsnapping aan de armoede. Ook al maakt afschaffing van de bijstand wellicht een einde aan de vicieuze cirkel van afhankelijkheid. In Nederland is deze week eveneens een stapje gezet in de richting van herziening van de welvaartsstaat. De wet 'Boeten en Maatregelen' standaardiseert de regels en eventuele strafkortingen op uitkeringen die tot nu toe grotendeels tot de beleidsvrijheid van de uitkeringsinstanties - bedrijfsverenigingen en sociale diensten - behoorden. Nederland wordt strenger voor de uitkeringsgerechtigden en uniformer in de uitvoering. Maar aan de uitgangspunten van de sociale zekerheid, de garantie van een sociaal minimum voor iedereen en het recht op uitkeringen op grond van de werknemersverzekeringen, wordt niet getornd.
SINDS DE INTRODUCTIE van sociale wetgeving door Bismarck in Duitsland eind vorige eeuw en in de Verenigde Staten met de New Deal van Roosevelt in de jaren dertig, is de welvaartsstaat na de Tweede Wereldoorlog in alle industrielanden reusachtig uitgedijd. De kwetsbaarste bevolkingsgroepen hebben een (minimale) bestaanszekerheid gekregen, maar de maatschappelijke problemen van een chronische, van generatie op generatie overgedragen cultuur van armoede zijn niet verdwenen. Evenmin heeft de welvaartsstaat het spanningsveld tussen inkomen uit werk en uitkeringen weten op te lossen. De kosten van de welvaartsstaat worden tegenwoordig van veel kanten onder schot genomen. Ze worden, althans ten dele, verantwoordelijk gehouden voor de belastingdruk en voor de hoge bruto-arbeidskosten. In de Verenigde Staten is de arbeidsmarkt niet het probleem, maar het bestaan van een sociale onderklasse die zich profileert langs raciale lijnen onder immigranten en in stedelijke getto's. De federale overheid trekt haar handen af van het onderhoud van deze mensen en draagt de sociale steun over aan de deelstaten. Het zal sommige mensen prikkelen zich uit de bijstand omhoog te werken, maar grote groepen zullen aan hun lot worden overgelaten.
|
NRC Webpagina's
1 AUGUSTUS 1996 |
Bovenkant pagina |