S P O R T
|
NIEUWSSELECTIE S c h a k e l s Tour de France |
Gele trui geeft Riis de vleugels van een winnaar
Door onze redacteur JAAP BLOEMBERGEN
Twee grootheden op een fiets, twee lange lijven temidden van het kleine gepeupel. In de gele trui zijn ze bijna elkaars evenbeeld, kennen ze het superieure gevoel van de leider die alles en iedereen naar zijn hand kan zetten. In hun eigen sponsorshirt missen ze uitstraling. Riis leek vorig jaar nog een dommekracht op wielen. Indurain gedraagt zich dezer dagen als een onzekere oude man. De rollen zijn omgedraaid en het is maar de vraag of ze weer op hun oude plaats terechtkomen. Morgen en overmorgen mag Indurain proberen zijn ruime achterstand tot een minimum te verkleinen. Dan kan hij vervolgens in de lange tijdrit bij Bordeaux de benodigde seconden bijeen sprokkelen. In de Pyreneeën heeft hij zich altijd thuisgevoeld. De Aubisque en de Marie Blanque kent hij op zijn duimpje, de Spaanse cols behoren tot zijn oefenprogramma. De enthousiaste Spaanse menigte moet hem op weg naar Pamplona over een drempel helpen die tot nu toe veel te hoog is gebleken. Riis groeide op in Jutland, waar het landschap nog het meest aan Limburg doet denken. De laatste jaren woont hij in Luxemburg, ook al geen terrein voor een geboren berggeit. Riis is een allrounder van het zuiverste water. Een krachtmens die zich met de jaren sterker is gaan voelen. Voor de Tour werden zijn hoge verwachtingen als grootspraak bestempeld. Na twee weken heeft hij het gelijk aan zijn zijde. Sommige wielerliefhebbers hebben gebeden om een wisseling van de wacht. Ze vonden Indurain een saaie coureur die als een rekenaar te werk ging. Ze vergaten dat de wielersport is geëvolueerd tot een afvalrace. Het verhaal van de tien kleine negertjes geldt bij uitstek voor de moderne Tour de France. De enige renners die nog wel eens een drieste aanvalspoging wagen, zijn ongevaarlijk voor het klassement. De concurrenten durven zichzelf niet op te blazen. Ze klampen zich vast aan de gele trui. In de hoop dat de nieuwe patron op een dag door het ijs zakt. Indurains rivalen hebben hem zelden of nooit op een jour sans kunnen betrappen. Hij was de regelmaat zelve en liet zich niet verleiden tot een onverantwoord avontuur. De rivalen van Riis putten moed uit diens karakter. Hij wil zich nog wel eens overschatten, zeggen Deense journalisten die hem al jaren van dichtbij volgen. Riis heeft veel ervaring, maar niet de ervaring van een kampioen. Smijt hij niet te veel met zijn krachten, vragen veel volgers zich de laatste dagen af. Afgelopen weekeinde dicteerde Riis het peloton zoals Indurain dat de afgelopen vijf jaar heeft gedaan. Wie de maillot jaune om de schouders heeft, krijgt de vleugels van een winnaar. Sommige leiders gaan bluffen, zoals Riis gisteren ten overvloede demonstreerde. Hij profiteerde in het begin van de etappe van Indurains onoplettendheid en leidde een kopgroep van dertien man. Hij reed zelfs even met de ellebogen op zijn stuur. Na afloop kon hij zich het voorval niet meer herinneren. De vluchtpoging was een speldenprik misschien, maar wel eentje met een mentale lading. Indurain moest op zijn tanden bijten, Riis lachte in zijn vuistje. Het spel der kampioenen, schitterend om naar te kijken. De Deen vertoont inderdaad trekjes die de Spanjaard nooit heeft laten zien. Riis valt vaker aan en kijkt soms hooghartig achterom. Hij is niet de koele rekenmachine die zijn tegenstanders het vuile werk laat opknappen. Hij mist ook de prachtige uitstraling van Indurain, hij mist het zuidelijke bloed dat een wielrenner met charisma door de aderen voelt lopen. Op het eerste gezicht lijkt Riis meer op Zoetemelk, Indurain is in veel opzichten de opvolger van Hinault. De boerenzoon uit Navarra wordt morgen 32, de winkelierszoon uit Herning is een paar maanden ouder. Zijn kalende voorhoofd geeft een vertekend beeld, zijn soepele lichaam heeft nog niet aan kracht ingeboet. Vergeleken met Riis lijken Indurains spieren strammer. De gele trui is voor de Spaanse maestro nooit een last geweest, maar na vijf jaar merkt hij dat een wielrenner niet het eeuwige leven heeft. Op Spaans grondgebied zal hij overmorgen het tegendeel willen bewijzen.
|
NRC Webpagina's
15 JULI 1996
|
Bovenkant pagina |