S P O R T
|
NIEUWSSELECTIE S c h a k e l s EK Voetbal 1996 |
Engelsen mogen slechts proeven van de glorie
Door onze correspondent DICK WITTENBERG
Ze kregen een reprise van de halve finale uit 1990. Die botsing der titanen die door strafschoppen beslist moest worden. En weer waren het de Duitsers die geen twijfel kenden, die het hoofd koel hielden, die doelgerichter waren. En misschien hadden ze simpelweg meer geluk. Maar Duitsers hebben het vermogen om het geluk aan hun zijde te dwingen. Vraag maar aan de Fransen (WK'82), informeer maar bij de Mexicanen (WK'86), hoor het de Engelsen fluisterend herhalen (WK'90, EK'96). Duitsers falen zelden in grote toernooien en zeker niet vanaf die kalkklodder die de elfmeter-stip markeert. Vijf strafschoppen had Engeland al genomen. Vijf strafschoppen had Duitsland al volvoerd. En links, rechts, hoog, laag, vlak langs de paal en dwars door het midden waren al die schoten in het net beland. Dodelijk en onhoudbaar, stuk voor stuk. Maar bij strafschoppen gaat het niet om goals. Als vanzelfsprekend worden ze beschouwd. De doelpuntenmakers is iedereen vandaag al weer vergeten. De missers, daar draait het bij strafschoppen om. Missers staan in het nationaal geheugen gegrift. Missers achtervolgen nog jaren later. Zo worden degenen die hebben gemist met de missers vereenzelvigd dat ze dezelfde naam moeten dragen, hun hele leven lang. Gareth Southgate, de 25-jarige verdediger van Aston Villa, mocht de zesde strafschop voor Engeland nemen. Gareth Southgate miste. Hij schoot nog wel op doel maar de Duitse doelman Köpke hoefde zich voor die slappe, slechtgerichte knal niet eens helemaal te strekken. Soms is er alleen maar de misser van een ander nodig om held van de wedstrijd te zijn. De scheidende Engelse coach Terry Venables schudde zijn hoofd in ongeloof, alsof hij met dat gebaar de misser ongedaan kon maken. Teddy Sheringham torpedeerde met zijn drinkfles de heilige grasmat van Wembley en Paul Gascoigne opende een spervuur van vloeken die knetterden in de zomeravondlucht. Tenminste zo groot was de teleurstelling bij de 70.000 Engelse supporters die hun elftal op golven van gezang door de wedstrijd hadden gedragen. Sommige fans moesten door suppoosten worden gemaand het stadion te verlaten. Verdoofd en verwezen waren ze na die laatste strafschop niet meer van hun plaats gekomen. Voor hen hoefde de zon vanmorgen niet meer op te gaan. Engeland had zoveel hoop en verlangen geïnvesteerd in deze wedstrijd. Het openbare leven was gisteravond volledig tot stilstand gebracht. Premier Major had een belangrijke toespraak enkele uren vervroegd om maar naar de wedstrijd te kunnen kijken en de Labourleiding had om dezelfde reden de maandelijkse bestuursvergadering een week verschoven. Ploegenwerkers bij automobielfabrikant Vauxhall hadden gedreigd met staking als ze de wedstrijd niet mochten aanschouwen. Veel andere continue-bedrijven waren gisteren nog in allerijl van radio- en tv-verbindingen voorzien. Duitsland kon zich gisteren permitteren te verliezen. Duitsland blijft toch wel een wereldmacht, ook op voetbalgebied, zelfs als het team van Möller en Sammer tegen Engeland onderuit was gegaan. Maar voor Engeland stond de rehabilitatie van een natie op het spel. Het zelfbeeld van een volk was in het geding. Engelse voetbalfans konden toch onmogelijk blijven rondbazuinen dat in Engeland het beste voetbal van de wereld wordt gespeeld als die stelling nooit door internationale prestaties gestaafd werd. Na jaren van sportief, economisch en politiek verval hadden de Engelsen een onlesbare behoefte weer eens trots op hun land te zijn. De hartenkreet die tijdens het toernooi tot Engels volkslied is geworden, zegt alles. 'Football's coming home', voetbal komt thuis, verwoordt niet alleen het lijden maar ook het verlangen. ,,Iedereen lijkt de uitslag al bij voorbaat te weten. Want ze hebben het eerder meegemaakt. Ze weten het gewoon. Dat Engeland het weer verknalt.'' De weeklacht van een land zonder hoop. En het lied zucht en jammert nog verder. Over ,,dertig jaar van pijn die me nooit hebben belet om te dromen''. ,,Al die grappen, al die sneren, al die net-geen-goals die je door de jaren heen ondermijnen.'' Maar het lied herinnert ook aan de successen van vroeger. ,,Dat was vroeger. Dat weet ik ook wel. Maar waarom zou het niet opnieuw zo kunnen zijn?'' Het mocht niet zo zijn. Engeland heeft het opnieuw verknald. Niet alleen door die misser van Southgate. Meer nog doordat het elftal een razendsnelle voorsprong zo makkelijk weggaf. Nog geen kwartier na een kopgoal van Shearer, mocht Kunz gelijkmaken te midden van een woud aan verdedigers. Later, veel later, schoot Anderton in de eerste helft van de verlenging op de paal en werd een treffer van Kunz wegens duwen afgekeurd. Met een gepijnigde glimlach nam groot-inquisiteur Venables na afloop de last van een natie op zijn schouders. ,,Hebben we laten zien dat we ons technisch en tactisch met de andere Europese naties kunnen meten'', vroeg een verslaggever van de BBC bijna smekend. En moeteloos vond de coach de verlossende woorden. ,,Zeker'', zei hij, ,,we zijn op eigen bodem niet verslagen''. ,,Met opgeheven hoofd kunnen we het veld afgaan.'' Dat is wat de Engelse spelers ook deden. Ze maakten zelfs een ererondje. Voor het eerst in jaren hadden de Engelse supporters weer geproefd van de glorie. Al hadden ze op een herhaling van 1966 gehoopt.
|
NRC Webpagina's
|
Bovenkant pagina |