O P I N I E
|
NIEUWSSELECTIE
|
H O O F D A R T I K E L :
Monumentenzorg
Omroep blijft politieke dynamiet, een onecht kind van de schoolstrijd. De oude omroeporganisaties beschikken nog steeds over een heel netwerk met politiek Den Haag. Inclusief het Zoetermeerse departement van Nuis. In een zeldzaam recent vraaggesprek bezingt het invloedrijke hoofd van de Directie Media, Letteren en Bibliotheken onbekommerd de ,,verkaveling langs de oude verzuilde lijnen''. Daarbij doelde hij niet op de laatste twee onderdelen van zijn pakket. Nuis heeft de hete aardappel van de omroephervormingen eerst maar eens gedeponeerd bij een commissie onder voorzitterschap van de gepensioneerde bestuursvoorzitter van het mediaconcern Wolters-Kluwer, Ververs. Gisteren kwam de Commissie-Ververs met een blauwdruk voor na de millenniumwisseling, een ,,moderne netwerkstructuur die berust op twee zelfstandige pijlers die zonder samenwerking niet kunnen functioneren''. Die twee pijlers zijn - men raadt het al - de gezamenlijkheid en de afzonderlijke omroepverenigingen. Het oude model dus, zij het in een nieuw jasje. Het bestaande omroepbladenbestel, de monstrueuze koppeling tussen zendtijdverdeling en de omroepgids, wordt vervangen door omroepverkiezingen. Het is hoog tijd dat het omroepbladenbestel wordt afgeschaft. Dit levert zoals de commissie zegt slechts een ,,dubbelzinnige legitimatie''. Gaat het nu om de omroep of om het blad? Dit systeem berust bovendien op een monopolie van de omroeporganisaties op de programmagegevens dat, ook Europeesrechtelijk, steeds meer onhoudbaar wordt omdat het in wezen niet berust op de publieke taak. Omroepverkiezingen als alternatief vormen echter vooral een formule met een mooie toekomst achter zich. Ze bestendigen in feite ,,de oude motieven en grondslag voor een publieke omroep'' waarvan de Commissie-Ververs nu juist vaststelt dat ze ,,vervallen zijn''. Nodig is een combinatie van functionele eenheid, pluriforme inhoud en professionele uitvoering. Met omroepverkiezingen zoekt de commissie toch weer een wettelijke formule bij het bestel en niet bij de publieke dienst als onmisbaar contrapunt in een steeds meer door de kijkcijfers beheerst medialandschap. De etikettenwisseling van NOS naar SON verhult niet dat het hier alleen maar gaat om nog weer een reorganisatie van de enorme bestuurlijke bovenbouw van de omroep. Deze werd tegen het eind van de jaren tachtig eens betiteld als een dure vorm van monumentenzorg. Zelfs de uit zijn krachten gegroeide aanspraak van de publieke omroepen op drie televisie- en vijf radiozenders wordt door de Commissie-Ververs als een vanzelfsprekendheid opgevoerd. Het regeren per commissie is leuk geprobeerd van staatssecretaris Nuis maar hij moet nu toch zelf naar de tekentafel voor de ,,sterke herkenbare publieke omroep'' die het regeerakkoord van hem vraagt.
|
NRC Webpagina's
27 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |