K U N S T
|
NIEUWSSELECTIE
|
In: Amsterdam, Movies en Calypso; Den Haag, Metropool; Rotterdam, Pathé
Shakespeare's 'Ancienne Violence' temidden van tanks en granaten Dictator Richard III verankerd in twintigste eeuw
Door PIETER STEINZ
In de overweldigende film die Richard Loncraine en Ian McKellen maakten naar het historiestuk van Shakespeare is de Engelse koning Richard III (1452-1485) een dictator in jaren-dertigstijl en wordt de burgeroorlog tussen de huizen York en Lancaster uitgevochten met tanks en mortieren. Niets is nagelaten om een zo breed mogelijk filmpubliek kennis te laten maken met de meest diabolische schurk uit de theatergeschiedenis. De locaties, variërend van een als paleis ingericht oud treinstation tot het quasi-Chinese Royal Pavilion in Brighton, zijn even stijlvol als spectaculair; de camera beweegt grillig en swingend op het ritme van het blank verse en de begeleidende variétémuziek; en de oorspronkelijke 3600 verzen zijn teruggebracht tot ruwweg de helft. Had Sir Laurence Olivier in 1955 voor zijn 'definitieve' filmversie van King Richard III nog bijna drie uur nodig, Loncraine en McKellen gebruiken maar honderd minuten. Hun Richard III rolt voort als een Leopard, zonder dat Shakespeare te veel geweld wordt aangedaan. Op de korte explicatie in telex-vorm aan het begin van de film na, is geen regel toegevoegd om de ingewikkelde plot te verduidelijken. Het basisgegeven - een machtswellusteling moordt zich een weg naar de troon - is universeel genoeg en de beelden van marcherende laarzen en roodzwarte vlaggen verankeren de film in de geschiedenis van de Twintigste eeuw. Richard III is een hoogstandje van de metteurs-en-scène, van regisseur Loncraine en scenarioschrijver McKellen, en van Richard Eyre, die een paar jaar geleden bij het Royal National Theatre Richard III met groot succes verplaatste naar de tijd van het opkomend fascisme. Maar de film is vooral een triomf van de hoofdrolspeler, de 57-jarige McKellen. Zijn kreupele en gebochelde Richard is het monster dat Shakespeare beschreef: een macchiavellist die moordt met een glimlach en door alle honden instinctief wordt toegeblaft. Tegelijkertijd is hij een aarts-charmeur, die recht kan praten wat krom is en mensen laat doen wat ze beslist niet willen. In het begin van de film geeft McKellens Richard al een demonstratie van zijn duivelse charisma - vlak nadat hij de kijker, direct sprekend tot de camera, deelgenoot heeft gemaakt van zijn vileine plannen. In het mortuarium van een vervallen ziekenhuis maakt hij de vrouw het hof wier man hij heeft vermoord. Aanvankelijk biedt ze tegenstand ('Foul devil, for God's sake hence'), wat leidt tot een dialoog vol venijn en lik-op-stuk, maar uiteindelijk is ze tegen zijn vleierijen en schaamteloze schijnlogica niet opgewassen. De schone Lady Anne (Kristin Scott-Thomas) wordt Richards vrouw - en drie actes later, wanneer het dynastieke belang het eist, zijn zoveelste dodelijke slachtoffer. Het aanzoek in het mortuarium - dat uitloopt op een shot waarin Richard, gevolgd door de handcamera, triomfantelijk door de gangen van het ziekenhuis loopt ('Was ever woman in this humour woo'd?') - is maar een van de vele onvergetelijke scènes in Richard III. Zelfs kenners van de opvoeringsgeschiedenis zullen verrast zijn door de onwerkelijke badscène waarin de rap pratende broer van de koning door twee factotums van Richard vermoord wordt, of door het ijselijke moment waarop de dissidente minister-president in aanwezigheid van de dictator verraden wordt door de mensen die hij dacht te kunnen vertrouwen. McKellen, uit wiens mond de retoriek van Shakespeare klinkt als eigentijdse poëzie, krijgt uitstekend tegenspel van onder meer Annette Bening (als de bedreigde koningin Elizabeth), Maggie Smith (als de vloekende en kijvende koningin-moeder) en Jim Broadbent (als de kruiperige Buckingham). Het enige zwakke en vooral in het begin storende punt van de film is de onbeholpen postsynchronisatie, die de eenheid van beeld en tekst aantast, en het spel een zekere afstandelijkheid geeft. Richard III is een gruwelijk drama, hoe stijlvol het geweld ook verpakt is. Maar de zwarte humor en de brutale spot van de titelheld zorgen ervoor dat Shakespeares Ancienne Violence verteerbaar blijft. McKellens manke usurpator is zelfs zo overrompelend dat het niets uitmaakt dat zijn wandaden nauwelijks psychologisch gemotiveerd worden. Richard III is gewoon slecht, dat maakt de interpretatie van Loncraine en McKellen eens te meer duidelijk. Niet iedere slechterik is nu eenmaal het slachtoffer van een ongelukkige jeugd.
|
NRC Webpagina's
19 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |