O P I N I E
|
NIEUWSSELECTIE
|
H O O F D A R T I K E L :
Houtskoolschetsen DE INFRASTRUCTUUR VAN Nederland moet op de schop. Alsof de wind plotseling van richting is gedraaid, klinkt deze oproep voor meer investeringen in wegen en spoorlijnen, al dan niet ondergronds, in de elektronische infrastructuur en wellicht in de aanleg van een nieuw vliegveld. Nederland is vol, de wegen slibben dagelijks dicht, de filemeldingen duren in het spitsuur langer dan de nieuwsberichten. Verder vraagt een dynamische economie om versterking van de kennisintensiteit, om investeringen in milieuverbetering en om bescherming van de schaarse stukken cultuurlandschap. De inmiddels vertrokken voorzitter van de werkgevers, Rinnooy Kan, heeft voorgesteld om een commissie van "wijzen' in te stellen om het probleem van de infrastructuur aan te pakken. Nederland, aldus Rinnooy Kan, vertoont zoveel sporen van ,,achterstallig onderhoud'' dat het zich wat investeringen in infrastructuur betreft ergens op de vijfenveertigste plaats van de wereldranglijst bevindt. Minister Wijers (D66) hield op het congres van zijn partij een pleidooi voor nadenken over de toekomstige inrichting van Nederland. Premier Kok beschouwt planologische onderwerpen als het leukste onderdeel van zijn werk. IN KLEINE KRING werkt een groepje topambtenaren en bewindslieden in een interdepartementale commissie economische structuurversterking (ICES) aan "houtskoolschetsen' voor de ruimtelijke ordening van de 21ste eeuw. Het discussiestuk dat uit deze werkzaamheden voortkomt, is een produkt voor de lange termijn. Het gaat hier om vraagstukken van verregaande betekenis zoals de ruimtelijke inrichting van Nederland, de ontwikkeling van nieuwe geo-economische "assen' in oostelijke en zuidoostelijke richting, de veranderingen in de bevolkingssamenstelling (vergrijzing en groei van het aantal inwoners), de verzoening van economische en ecologische eisen, de versterking van de kennisgerichte en elektronische infrastructuur, de oriëntatie op het Europese achterland. De aanpak van dergelijke vraagstukken, de afweging van keuzes en de besluitvorming in een relatief klein en absoluut dichtbevolkt land kost jaren. Ieder infrastructureel besluit raakt wel aan iemands achtertuin. Maar het gaat ook om creativiteit. Om maar iets te noemen: begin volgende eeuw zou Nederland heel goed het distributieknooppunt van Russisch aardgas en van de elektronische snelweg in West-Europa kunnen zijn. Daarvoor moeten nu al wel plannen worden gemaakt en geld beschikbaar worden gesteld. Volgens Kok moeten in de volgende kabinetsperiode jaarlijks enkele miljarden guldens extra, en vanaf het begin van de volgende eeuw nog veel meer, worden uitgetrokken voor investeringen in de infrastructuur. Het opmerkelijkste aan zijn pleidooi voor een dergelijke investeringsimpuls is dat de premier niet zegt dat hiervoor de belastingen omhoog moeten, maar dat hij dit geld wil vrijmaken door verdere beheersing van de uitgaven voor de sociale zekerheid en door inkomsten te genereren met een duurzaam hogere economische groei. DE NEDERLANDSE OVERHEID was vanaf begin jaren zeventig volledig gefixeerd op de sociale zekerheid, een herverdelingsmachinerie die gevoed werd met aardgasbaten en vervolgens vastliep in "de Hollandse ziekte' van sociale afhankelijkheid en steeds hogere sociale premies. Politiek ging uitsluitend over koopkracht, verdelingsvraagstukken en ombuigingen. Onder het PvdA-D66-VVD-kabinet verschuift de politieke aandacht van de welvaartsstaat naar de infrastructuur. Terwijl de overheid op het gebied van de sociale zekerheid wat meer marktwerking bevordert, herneemt zij op het terrein van de infrastructuur het initiatief. Dit is de vernieuwende lijn. |
NRC Webpagina's
7 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |