U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

KPN-voorzitter Wim Dik:
Macht en aanzien
heb je in deze stoel ook

Door FRANK VERMEULEN
KPN-voorzitter Wim Dik denkt mee over de nieuwe koers van D66, die met een identiteitscrisis kampt. Dik, ooit staatssecretaris voor D66, gaat de partij een "tienduizend kilometer-beurt' geven. Over de gelijkenissen tussen politiek en bedrijfsleven en de nieuwe kanalen van de macht. ,,Zou ik minister zijn in een kabinet als het huidige leuk gevonden hebben? Zeker.''

De schroom van veel Nederlanders om uit te komen voor hun politieke kleur heeft ir. Wim Dik (56), voorzitter van de raad van bestuur van Koninklijke PTT Nederland (KPN) nooit begrepen. ,,Aan iemand vragen wat hij stemt, is bijna net zo gênant als vragen hoe vaak hij het doet. Dat vraag je dus niet, vooral vroeger. Maar nog steeds kom ik mensen tegen die zeggen: ik ben bést politiek actief. Dan denk ik: zo meteen hoor ik ook wáár. Maar dan komt er niks. Ik bedoel: ik ben in mijn rol als voorzitter van de raad van bestuur volstrekt neutraal. Dit huis is politiek neutraal. Kan niet anders. We hebben wel heel erg veel met politiek te maken, want die bepaalt onze leefomgeving als onderneming. Daarbij is mijn politieke voorkeur als voorzitter-KPN überhaupt niet relevant. Maar als privé-persoon vind ik het niet nodig om er ook maar enigszins een geheim van te maken waar mijn politieke voorkeur ligt: bij D66.''

Dik, oud-topman van Unilever en voormalig D66-staatssecretaris voor buitenlandse handel (1981-1982), leidde sinds 1989 het voormalige staatsbedrijf PTTnaar de markt en werd zo met 96.000 werknemers de grootste particuliere werkgever van Nederland. Hoewel hij het daarmee al druk genoeg heeft liet hij zich enige maanden geleden door D66-fractievoorzitter Gerrit Jan Wolffensperger strikken om mee te werken aan een "denkproces' over de koers van de partij. Hij maakt deel uit van een begeleidingscommissie samen met "super-PG' Arthur Docters van Leeuwen, wetenschapper Han Entzinger en oud-parlementariër Louise Groenman.

D66 kampt na de totstandkoming van het huidige kabinet met een identiteitscrisis. Het doel, "Paars', is bereikt _ heeft de partij nog bestaansrecht? Onzin, vind Dik, D66 is alleen toe aan een ,,politieke tienduizend kilometer-beurt''. ,,Het is doorsmeren, olieverversen, banden verwisselen en dan weer volle kracht vooruit.''

Blijft de vraag: vanwaar die betrokkenheid van de KPN-voorzitter?

,,Ik ben gewoon zeer geïnteresseerd in politiek. Daar ben ik mee opgegroeid. Ik kom uit een politiek bewogen gezin. Rood nest. Mijn vader was hoofdanalist op een laboratorium. In zijn jonge jaren SDAP-lid. Ik heb nog oude foto's waar pa met een SDAP-vlaggetje op staat. Mondharmonica spelen uit het liedboekje van Jan Pierewiet, dat zegt voor socialisten alles. En ik ben mijn hele hbs-tijd 's morgens gewekt doordat mijn vader eerst zijn Javaanse Jongens zware shag-hoest produceerde. Als dat niet voldoende was dan was er de VARA,die vlak voor het nieuws van acht uur met het bekende koor De stem des volks óf De roden roepen of Aan u, o strijders, de zegepraal ten gehore bracht en dan ben je meteen helemaal wakker.

Wij waren een rood gezin. Wij lazen alleen het Vrije Volk en luisterden naar de VARA,althans wij kinderen luisterden mee. Mijn moeder werd steeds actiever in de Vrouwenbond van de PvdA en in de gemeenteraad van Gouda. Later was ze sociaal raadsvrouwe van Gouda. Voor mij sprak het vanzelf dat je lid was. Dat hoort erbij: je bent betrokken en je doet mee. Dat is mijn motivatie. Of je bent geen lid van een partij, of je doet mee. Snurkende leden zijn alleen leuk voor de penningmeester.''

Maar waarom wisselde u in 1966 de PvdA in voor D66?

,,Ik was toen al een paar jaar geen lid meer van de PvdA. Ik was tijdens mijn studie in Delft lid geweest van de afdeling daar. Maar met die mensen kon ik het niet vinden. Dat vond ik een stelletje... Daar wilde ik niet meer bíjhoren. Het soort emoties dat ik op dit soort fronten niet meer heb. Als je vindt dat iets niet goed gaat, moet je erop af en zeggen: Vrienden, zo werkt het niet. Ik vind nu ook dat de fractie van mijn eigen partij op het vlak waar dit bedrijf zich beweegt niet altijd een heel gelukkige hand van reageren heeft.

Neem de affaire van vorige week van de 06-gedupeerden. Daarbij zie je dan 's middags op de buis tijdens het vragenuurtje een D66-Kamerlid roepen dat nu bewezen is dat KPN klantonvriendelijk is. Ik had graag datzelfde Kamerlid de volgende dag zien toegeven dat dat oordeel wel erg snel was. Daar erger ik me kapot aan. Maar ik zeg niet: die partij deugt niet! Briefpapier, postzegel, lidmaatschap opzeggen. Flauwekul. De eerstvolgende keer dat ik Guikje Roethof, want die was het, tegenkom dan hebben wij waarschijnlijk een ernstig gesprek, maar daar moet het dan bij blijven.''

Na uw korte carrière als staatssecretaris voor export in het vechtkabinet-Van Agt, zei u dat Jan Terlouw onvoldoende leiding had gegeven aan het politieke denken in D66. Is dat een reden om u nu tegen de politieke koers aan te bemoeien?

,,Ik ben een heel groot bewonderaar van het zeker toentertijd verfrissend denken van Jan Terlouw. Maar Jan is een ijdel mens. Nu is ijdelheid op zich voor een politicus geen slechte eigenschap. Maar er zijn gradaties in ijdelheid en Jan was behóórlijk ijdel. Die vond het ook echt heel móói dat hij minister was. Daardoor en doordat hij een nogal gevulde portefeuille had, concentreerde hij zich te sterk op zijn ministerschap van Economische Zaken. Dat ging ten koste van zijn neventaak: het duidelijk de leider zijn van het politieke denken in de regeringsfractie en ook het sturen van signalen naar de Tweede Kamerfractie. Dat heeft hij onvoldoende gedaan. Als dan ook nog je eigen achterban je voor de voeten loopt en je doet daar niets aan, dan vraag je om moeilijkheden.

Als hier het eigen personeel zou roepen van: Wat onze báás zegt, daar moet je je natuurlijk niks van aantrekken. Dan zouden we voordat we iets gaan verkopen eerst met elkaar in conferentie gaan. Zeggen: Vrienden, zo gaat het dus niet. Díe kant moeten we op. Dit geldt in de politiek ook. Als er een kloof gaat gapen in het denken tussen de leider en de geleiden, en zeker de eigen achterban, moet je dat eerst even uitpraten. Dit is natuurlijk, zoals ze in Brabant zeggen, achter de klomp kijken. Analyseren achteraf. ,,Vraag je nu of Hans van Mierlo op dit moment veel aandacht heeft voor de politieke koers, dan zeg ik: Nee, niet in den brede. Wel is Hans de man die als het werkelijk dreigt weg te gieren het vermogen heeft om de zaak weer achter zich te krijgen. Hans is heel charismatisch. Als je een half uur naar hem luistert, denk je: Verdomd! Zó zit de wereld inderdaad in mekaar. Buiten vraag je je af: Maar wat is de praktische uitwerking? Dát weet ik nog even niet.''

Van Mierlo waarschuwt deze week in het partijorgaan voor deze denk-operatie: wel oppassen dat de toekomst niet gebruikt wordt om te maskeren dat je voor het heden even geen antwoorden hebt.

,,Goede opmerking, met overigens algemene geldigheid. Mensen kunnen ook heel lekker discussiëren over de problematiek van Noord-Amerika. Want dat is veel vrijblijvender dan de problemen van Den Haag. Hetzelfde geldt voor deze gedachtenoefening: straks weten we precies hoe het in 2005 moet, maar hebben we voor 1997 geen oplossing.

Daarom hebben we ook zo'n haast: voor de zomer het denkmodel, verdeeld over een stuk of 25 werkgroepen, ín de zomer aan de slag, het najaar resultaten op tafel, dan eieren erover leggen, en politiek vertalen. En dat vanaf 1996. Wat de onderwerpen betreft die we bij de staart nemen, is het een mengeling tussen heel praktische dingen en highbrow-zaken: sociaal maatschappelijke kwesties maar ook de filebestrijding. Dat is net als in het normale leven waarin je rondloopt met vragen variërend van "Ben ik gelukkig?' tot "Zit mijn veter vast?' Komt allebei voor. In het eerste geval heb je op langere termijn een probleem en in het andere geval ga je direct op je bek.

,,Als er een grand design voor D66 in 2005 uitkomt is het mooi meegenomen, maar het is ook politiek onderhoud. Gerrit Jan Wolffensperger heeft als fractieleider heel sterk mede dit initiatief genomen. Want hij zit op de bok en ziet steeds meer zijstraten langs flitsen waarvan hij zegt: hebben we al gehad, hebben we al gehad. Maar vóór zich ziet hij onbekende wegen waarvan hij niet weet waar die naartoe leiden. Je kunt in de Tweede Kamer of in de regering, net als aan de top van een bedrijf, makkelijk wegduiken voor strategie. Er gebeurt hier elke dag wel iets waar ik me volop in kan storten en zo vermijden na te denken over morgen, overmorgen of de komende tien jaar. Maar op de stoel waar ik zit, móet ik bij uitstek nadenken over de komende tien jaar. En Wolffensperger zegt ook: we zijn een politieke partij en we moeten een visie hebben. Zicht op de toekomst van Nederland en op onze eigen toekomst. Zelf acht ik een voortzetting van deze regeringscoalitie zeer sterk mogelijk, en daarvoor moeten we nieuwe impulsen bijdragen.''

Wolffensperger kan niet weer aankomen met de gekozen burgemeester?

,,Dat is een D66-onderwerp geweest door de eeuwen heen. Maar het is een beetje als de man die bij zijn baas binnenkomt en zegt: Wij moeten investeren in Ghana. Die kijkt ernaar en zegt: dat doen we niet. En een maand later komt die man weer terug en zegt: We moeten investeren in Ghana. Antwoord: Nou joh, hebben we naar gekeken, doen we niet. Dan kan die man nóg twee keer terugkomen maar dan komt er een sfeer van: Ochot, daar komt die vent met zijn Ghana-verhaal weer. Daar luistert dus niemand meer naar. Zelfs al heeft-ie achteraf misschien gelijk. Dus zelfs al zouden we nog steeds kunnen bewijzen dat voor de bestuursvorm in Nederland de gekozen burgemeester uiteindelijk objectief en subjectief beter zou zijn, vaststaat dat we over dat onderwerp een aantal malen een zeperd hebben gehaald.

En dan denk ik inderdaad dat Gerrit Jan Wolffensperger gelijk heeft, als hij zegt dat hij de gekozen burgemeester in 1998 niet kan presenteren als produkt van het nieuwe denken van D66. Je hoeft je ouwe punten niet plotseling tot onecht kind te verklaren omdat ze niet zijn verwezenlijkt. Maar er is met dit huidige kabinet duidelijk sprake van een nieuwe signatuur. Benaderbaar, aanspreekbaar, bereikbaar, niet de grote overheid in immense gebouwen achter geblindeerde ramen, waaruit onbegrijpelijk orders komen, die door onzichtbare mensen worden bedacht en die tot onaanvaardbare onbegrepen situaties leiden. Dat moeten we willen voortzetten. Maar daarvoor moet D66 nieuwe ideeën aandragen. Ik vind dat dit kabinet, dus ook de D66-bewindslieden, het heel goed doet.''

Hoezo? Minister Sorgdrager moddert al twee jaar voort, partijleider Van Mierlo is afwezig, staatssecretaris Kohnstamm is onzichtbaar en zijn collega Tommel bungelt.

,,Ik vind dat Sorgdrager over de linie een heel verfrissende bijdrage levert. En verder tart ik een ieder om een IRT-affaire, die je voor een deel erft, knapper tot een einde te brengen dan de huidige bewindsvrouwe doet.

,,Maar je kunt zien, ook bij een door mij zeer gerespecteerde minister als Sorgdrager, dat politiek Den Haag soms alle nadelen van een in zich gesloten systeem vertoont. Bijvoorbeeld de perikelen rond het afvloeien van een topambtenaar. Dat moge voor een net aangetreden minister volstrekt nieuw zijn, maar in het bedrijfsleven komt dat helaas dagelijks voor. Nou ken ik enige zeer hooggeplaatste personeelsfunctionarissen in het Nederlands bedrijfsleven die D66-lid zijn. Misschien had Sorgdrager die moeten bellen met de vraag: Goh, ik moet er iemand uitjassen. Hoe doe je dat nou netjes?

Dat is niet gebeurd, en dat is überhaupt een probleem met de politiek. Als ik het niet weet, geneer ik me niet om één, twee of tien niveaus onder me advies te vragen. Ik zou me zelfs kapot schamen, als ik zou zeggen: ik ben nu zo godvergeten belangrijk dat ik alleen maar buiten de deur bij een heel hoog iemand te rade kan gaan. Dat is in de politiek wel effe anders. Als je een moment van twijfel toont, staat de hele parlementaire pers klaar om je uit te lachen.''

Toen staatssecretaris Schmitz onlangs in de pers haar twijfel ten toon spreidde, waren het collega-politici die haar op de grill legden.

,,Dat ging een deurtje verder. Ze zei ook: als ik eraan denk dat ik dit nog drie jaar moet doen dan slaat de schrik me om het hart. Als één van mijn medewerkers dat zegt, dan organiseren we een zorgvuldige begeleiding naar de uitgang. Je kunt niet zeggen: ik blijf hier zitten, maar op mij moet je niet echt meer rekenen.

,,Ik merk overigens op dat u in het rijtje D66-bewindslieden minister Wijers bewust niet noemt omdat het met hem heel goed gaat.''

Is het handig om een partijgenoot te hebben bij EZ op het moment dat KPNmet Philips en Nethold in zee wil? Even een belletje met uw nieuwe mobiele telefoon: Hi!

,,Ja, met Hi. Als ik in Nederland een bewindspersoon wil spreken, is het met mijn politieke achtergrond als regel zo dat ik relatief snel mag langskomen. Maar het is natuurlijk niet zo dat ik Wijers bel, met de mededeling: Hans, luister eens even, een onderzoek naar kartelvorming bij KPNdaar beginnen we niet aan, hè. Flauwekul, zo zit de wereld niet in elkaar. En ik zou denken dat ik ineens niet meer in Nederland was, als het wel zo werkte. Een partijgenoot of vriendje op een ministerie betekent potentieel misschien iets meer aandacht dan bij een ander, heel normaal, dat is bij alle partijen en verbanden zo. Voor de rest betekent het niks, want Wijers doet zijn werk en ik het mijne. Het gaat er gewoon om of ik hem overtuig of niet.

Zou het niet beter zijn voor de politieke cultuur als falende bewindspersonen makkelijker tussentijds konden worden vervangen?

,,In theorie zeg ik: Ja. Ik denk dat het de geloofwaardigheid van de politiek, zeker in het oog van de gemiddelde tv-kijker, zou dienen als iemand die werkelijk faalt van zijn stoel afgaat. Zoals je dat ook in het bedrijfsleven zou doen. Andere speler in het veld. Wissel. Daar ben ik voor. Tegelijkertijd is de politiek niet ingericht op het objectief beoordelen van falen. Er zijn geen arbeidsdoelstellingen vooraf en beoordelingsgesprekken worden ook niet gevoerd. Dus voordat het zover komt in een volgend kabinet zijn we nog even bezig om het personeelsreglement van de ministerraad zo bij te stellen dat van een zo objectief mogelijke beoordeling van het totale beleid van een bewindspersoon sprake is. Nu is het hobbelen van incident naar incident en na de derde keer wegwezen. Drie "corners: pinantie', zoals we vroeger bij het straatvoetbal zeiden. Dat kan niet waar zijn.''

Moet uit uw bemoeienis met D66 afgeleid worden dat u in 1998 in aanmerking wil komen voor een ministerspost? Twee jaar geleden maakte u een toespeling in die richting.

,,Ik doe dat omdat ik een betrokken lid ben, met weinig tijd. Dus absoluut nul opmaat tot wat dan ook in de politiek. Los daarvan vind ik dat je als betrokken lid niet kunt zeggen dat ze nooit hoeven aan te komen met de vraag of je minister wilt worden. Dat hoort niet bij betrokkenheid. Dat betekent ook weer niet dat ik er eigenlijk een beetje op zit te wachten. Want over een paar jaar ga ik met pensioen en dan kan ik nog leuk een paar jaar minister zijn. Niet dus.''

Spijt dat u er nu niet bijzit?

,,Absoluut niet. Dat zou impliceren dat ik het bij KPNniet naar mijn zin heb. Geen sprake van.''

Het was uw taak het staatsbedrijf naar de markt te brengen. Dat is gebeurd.

,,Ik ben Lubbers niet, het karwei is niet af, of zo. Dit bedrijf zit in zo'n turbulente wereld dat telkens wanneer we denken dat we een hele fase afgerond hebben, we alweer midden in een volgende fase blijken te zitten. Geweldig opwindend. Zou ik minister zijn in een kabinet als het huidige leuk gevonden hebben? Zeker. Maar het was geen keuze, geen sprake van.''

U bent genoemd.

,,Bij de overwegingen van de kabinetsformateurs is ook Wim Dik wel eens gepasseerd, ja. En bij een volgende ronde zeg ik ten eerste: er is veel goed en jong talent. Voor Nederland is het niet gek om dat maar gewoon in de regering te hebben. Want dat is heel stimulerend. Ten tweede heb ik ook zoiets van never return to the place of the crime. Ik heb al in een kabinet gezeten en ik had vanuit mijn optiek een fantastische portefeuille. Buitenlandse handel is heel zakelijk en ik ben een verkoper. Weinig budget maar voor exportbevordering heb je geen geld nodig. Dat doe je met je mond. Je hebt net genoeg geld nodig om een treinkaartje of een vliegtuigticket te kopen en af en toe eens je schoenen te verzolen. Het ging mij ook redelijk af. Ik had bij het bedrijfsleven een goede pers. Moet je dat over gaan doen op een andere plaats om te kijken of het nog beter kan? Dat denk ik niet.

Derde punt: Koos Andriessen (voormalig minister van Economische Zaken, red.) kwam terug toen hij zestig was. Ik ben in 1998 ook bijna zo oud, en ik denk dat dat eigenlijk een handicap is. Maar toch moet je nooit "nooit' zeggen. Er is in een formatie een situatie denkbaar waarbij formateurs en mijn eigen partij tot de conclusie komen dat een afgewogen kabinet alleen maar in elkaar getimmerd kan worden als Wim Dik er tussen zit. Ik zit zo in mekaar dat ik heb gezegd dat ik dat uiterst serieus zal overwegen. Als burger van Nederland betrokken bij de politiek heb ik die plicht. Maar dan heb ik nog lang geen "ja' gezegd.''

Topondernemers in Nederland gaan er meestal in inkomen op achteruit als ze naar de politiek overstappen. En voor de status hoeft het niet: chauffeurs en vliegreizen zijn er in overvloed. Met het aantal werknemers zit het in uw geval ook wel goed.

,,Inkomen is natuurlijk wel een punt. Als je aan het eind van je loopbaan bent gekomen is dat minder interessant. Maar als je met de opbouw van je carrière bezig bent en je doet het lekker, en je moet een halvering van je inkomen ondergaan en bovendien nog vier jaar uit de running zijn zodat je ook een beetje uit het oog raakt, dan moet je het als minister wel verrotte goed doen dat iedereen zegt: we mogen dolblij zijn als we die terugkrijgen. Dat is een hartstikke goeie vent. En dan moet je het goed doen in de ogen van het bedrijfsleven. Dus dat is besluitvaardig, lef, doorzettingsvermogen, niet: politiek handig. Want de meeste bedrijven zijn helemaal niet zo gebrand om politiek handige mensen in huis te halen.

,,Overigens is inkomen nooit echt doorslaggevend. Toen ik staatssecretaris werd, ging ik een heel stuk in salaris achteruit. Ten opzichte van mijn toenmalige Unilever-functie al. Dat is de reden waarom ik mij zo gruwelijk erger aan een paar mensen in dit land onder wie de zich professor noemende meneer Fortuyn. Hij heeft bij herhaling in allerlei bladen geschreven dat de ambtenaar Dik van de privatisering haastig gebruik heeft gemaakt om zijn salaris op te trekken. Die man heeft zijn huiswerk niet gedaan. Ik ben helemaal nooit ambtenaar geweest. En bovendien ben ik op verzoek van Neelie (Smit-Kroes, toenmalig minister van Verkeer en Waterstaat) om de politici niet te shockeren voor een lager salaris bij de toenmalige PTT gaan werken. Lager dan ik bij Unilever had. Ik heb een paar jaar hier moeten zitten, voordat ik weer kreeg wat ik had toen ik bij Unilever wegging. Dan ergert het me als een of andere oen dit soort gemakkelijke dingen beweert.

,,Als het gaat om aanzien en macht, heb je dat op deze stoel ook. Want het psychische inkomen van de politicus is natuurlijk aanzien en macht. Ook van het Kamerlid. Dan word je misschien niet zo dik betaald, maar de burger zegt: tjongejonge, die zit toch maar in de Tweede Kamer. Die staat toch maar op de buis. Want dat telt bij het volk. En als je dat leuk vind, en ik vind dat er niets mis mee is om dat leuk te vinden, dan kan een bescheiden salaris wel eens op psychische wijze krachtig worden aangevuld door het feit dat iedereen zegt: Opzij, de minister. En: vooraan bij het voetballen. Telt ook mee. Ik denk dat in the long run er toch altijd wel mensen voor te vinden zijn die er een stukje inkomen voor inleveren om een tijdje minister te zijn. En dan hoef je niet eens zulke grote woorden te gebruiken als het landsbelang roept mij. Want dan zeg ik altijd: rustig laten roepen, hè.''

NRC Webpagina's
1 JUNI 1996


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)