NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Vredesmissie Ethiopië en Eritrea

Nieuws

Geschiedenis conflict

Nederlandse defensiepolitiek

Nederlands bataljon

Ethiopië en Eritrea

Documenten

Links

Voor de 'jongens' is missie Eritrea 'perfect'


Volgende week valt het besluit over hun vertrek. De mariniers van het tweede bataljon bereiden zich voor op Eritrea. En ze hebben er zin in.

Door onze redacteur STEVEN DERIX
DOORN, 14 OKT. "Kunnen jullie die geweren misschien nog iets hoger houden, jongens", vraagt een van de fotografen. Gewillig heffen de mariniers hun wapens en richten ze op een denkbeeldige vijand, even verderop op het sportveld. Daarna lopen ze in colonne de laadklep van de Chinook transporthelikopter op - om er meteen daarna weer in colonne vanaf te marcheren. "Ontladen", roept de besnorde sergeant-majoor. Even overstemt het geklik van de diemaco-geweren dat van de fotocamera's.

De mariniers van het tweede bataljon deden hun best, gisteren op de persdag op de kazerne in Doorn. Natuurlijk, het definitieve politieke besluit is nog niet gevallen. De Tweede Kamer debatteert volgende week nog over de uitzending van ongeveer 1.100 Nederlandse militairen naar het grensgebied van Ethiopië en Eritrea. Bovendien weet het tweede bataljon als geen ander dat geplande vredesmissies ook kunnen worden afgeblazen. Dit voorjaar werd de inzet van de mariniers voor de VN- macht MINURSO, die zou gaan toezien op een referendum in de Westelijke Sahara, na negen maanden voorbereiding alsog afgelast. "Een teleurstelling", zegt marinier David Koks. "Maandenlang volg je een oefenprogramma. En dan gaat het niet door."

Deze keer is de inzet voor marinier David Koks en zijn collega's heel dichtbij gekomen. Als de Kamer komende woensdag het groene licht geeft voor de VN-vredesmacht UNMEE, dan zal de verkenningseenheid voor deze missie nog de volgende week vertrekken. De eerste troepen - door iedereen op de kazerne in VN-jargon forces genoemd - zullen daarna, eind november of begin december in Eritrea arriveren. Vooral de jonge mariniers kijken er naar uit, vertelt sergeant Gerben Ligthart. "Voor die jongens die nog geen uitzending hebben meegemaakt is het natuurlijk perfect." En hoe zit dat voor oudere kaderleden die nog in Cambodja zijn geweest? "Het is tegenwoordig een onderdeel van ons werk", zegt Ligthart. Hij lacht wat. "Voor ons is het niet erg." De mariniers vertrouwen er op dat ze de missie tot een goed einde zullen brengen, brieft overste Ton van Ede, commandant van het tweede mariniersbataljon en beoogd commandant van 'NEC-bat', de Nederlands- Candadese bijdrage aan UNMEE. "Training is the best welfare for the troops. We zijn goed getraind en daardoor vol zelfvertrouwen. Maar we realiseren dat ons dat dat zelfvertrouwen nooit mag leiden tot overmoed." Even later, kort na de lunch in de voor de gelegenheid op de appèlplaats opgestelde boogtent, spreekt hij van "grote uitdagingen". Normaal gesproken ben je in je carrière twee jaar bataljonscommandant. Als zich tijdens die twee jaar zo'n mogelijkheid voordoet, dan mag je spreken van geluk. Maar dat zeg ik natuurlijk onder voorbehoud."

Het moment van 'ontplooien' van de forces in de centrale sector bij Zalembessa wordt de spannendste moment van de UNMEE-misie. Nu nog liggen de loopgraven van de Ethiopische en Eritrese legers op enkele honderden meters van elkaar. Pas als de Nederlandse VN-troepen gearriveerd zijn, zullen de partijen terugtrekken: de Ethiopiërs naar de grens uit 1998 het Eritrese leger 25 kilometer noordelijk daarvan. Hoe de Nederlanders tussen de beide partijen zullen worden gemanoeuvreerd, zal van tevoren goed worden doorgesproken, legt commandant Van Ede uit. "Alle militaire bewegingen worden voorbereid in het militaire coördinatie comité, waarin beide partijen zitting hebben. Pas na toestemming van de partijen gaan we op pad, begeleid door Ethiopische en Eritrese officieren, in witte voertuigen, met een grote wapperende blauwe vlag. Dit wordt geen forced entry."

Commandant Van Ede maakt zich voorlopig niet zoveel zorgen over een eventueel oplaaien van de gevechten. UNMEE wordt ingezet op uitdrukkelijke uitnodiging van de partijen, zegt hij. "Door de bufferzone van 25 kilometer kunnen de partijen elkaar niet meer zien. De kans dat ze elkaar dan nog in de haren vliegen, lijkt me heel klein." En wat betreft evacuatie als dat toch gebeurt, deze maakt deel uit van het noodplan dat hoort bij een dergelijke operatie, zegt Van Ede. "Ik loop er niet de hele tijd mee rond in mijn hoofd." Marinier Levi de Winter (20) staat met zijn geweergroep in het gelid. Nog nooit eerder is hij op missie geweest, vertelt hij. Van Eritrea heeft hij geen voorstelling. "Dat zie ik daar wel." Maar heeft hij het gevoel dat hij zich in levensgevaar gaat begeven? "Vijftig procent wel, vijftig procent niet", zegt Winter. Zijn blik dwaalt over het sportveld. "Ik denk de hele tijd aan die mijnen daar."

NRC Webpagina's
14 oktober 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad