NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

Dossier Kok / Van Aartsen

Nieuws

Wim Kok

Jozias van Aartsen

Buitenlands beleid

Documenten

Links

Opnieuw bleef Kok lang afzijdig

Pas eind vorige week bemoeide premier Kok zich met de uitglijder van minister Van Aartsen. Opnieuw een laat optreden van de coördinerend bewindsman.

Door onze redacteuren
RAYMOND VAN DEN BOOGAARD
en GIJSBERT VAN ES


DEN HAAG, 13 OKT. Niet voor het eerst is premier Kok tekortgeschoten bij de coördinatie van het kabinetsbeleid. Te lang heeft hij zich vorige week afzijdig gehouden van het conflict tussen minister Van Aartsen (Buitenlandse Zaken) en de Tweede Kamer over een tweede verkiezingsronde in Joegoslavië. Om pas aan het eind van de week zijn afkeuring van Van Aartsens ontijdige en ongevraagde adviezen aan de Joegoslavische oppositie breed uit te meten in de media.

Premier Kok is al vaker gekritiseerd wegens scherpe uitvallen in de openbaarheid, terwijl hij zelf als ‘coördinerend bewindsman' te weinig initiatief zou hebben genomen om kwesties met ministers te bespreken. Minister Netelenbos overkwam dit vorig jaar, toen zij sprak over het ‘schrappen' van de Noordtak van de Betuwelijn, wat de toorn wekte van de premier. Netelenbos wierp tegen dat zij niet ,,met een plakker op de mond wenste rond te lopen''.

Ook andere bewindslieden, onder wie oud-minister van Landbouw Apotheker, hebben teleurstellende ervaringen met de mate waarin de premier hen in moeilijke tijden bijstaat.

De erkenning door Kok van zijn bijdrage aan het conflict met Van Aartsen, gisteren in een spoeddebat in de Tweede Kamer, vormde de ontknoping van een rommelige week vol verwijten en crisisgesprekken. En dat terwijl inmiddels de revolutie in Belgrado aan de basisoorzaak van alle commotie - Van Aartsens uitspraken - elke inhoudelijke relevantie hadden ontnomen.

De fracties van GroenLinks en het CDA hadden Kok en Van Aartsen gisteren naar de Kamer geroepen om verantwoording af te leggen over hun onderling ruzie, afgelopen weekeinde. Van Aartsen had gedreigd af te treden nadat de premier op vrijdag voor diverse media had verklaard dat Van Aartsen beter had kunnen zwijgen over de onzekere politieke situatie in Joegoslavië.

Kok maakte gisteren aan de Kamer duidelijk dat Van Aartsen en hij vorige week niet met elkaar over Joegoslavië hebben gesproken. Van Aartsen ontmoette vorige week dinsdag scherpe kritiek in de Kamer met een oproep aan de Joegoslavische oppositie om deel te nemen aan een tweede verkiezingsronde. Op donderdag moest de minister van Buitenlandse Zaken zich hierover in de Kamer verantwoorden. Premier Kok heeft zich in deze kwestie steeds afzijdig gehouden, waarna hij pas in de ministerraad op vrijdag zijn afkeuring zou hebben uitgesproken. Na afloop van dit kabinetsraad verklaarde Kok bij herhaling tegenover diverse nieuwsrubrieken op radio en televisie dat Van Aartsen zijn uitspraken over Joegoslavië ,,misschien beter niet had kunnen doen''.

De premier gaf gisteren in de Kamer toe dat er ,,tussen dinsdag en donderdag misschien ook door mij beter gecommuniceerd had kunnen worden''. Over de precieze inhoud van zijn ,,openhartige gesprek'' met Van Aartsen in het weekeinde wilde Kok niets zeggen. Het ging er bij dat gesprek om, aldus de premier, ,,of wij met voldoende vertrouwen in elkaar en met een goede samenwerkingsgezindheid verder kunnen gaan''. De uitkomst van deze exercitie was dat ,,het vertrouwen in elkaar en in onszelf ongeschonden was''. ,,Dat het zo vér moest komen'' was volgens Kok, ,,niet een van mijn plezierigste ervaringen''.

Terwijl de premier aldus min of meer het boetekleed aantrok over zijn uitlatingen op vrijdag bleef de bijdrage van Van Aartsen aan het Kamerdebat zeer beperkt. Op geen enkel moment heeft de minister van Buitenlandse Zaken tot nu toe spijt betuigd over de inhoud of timing van zijn uitspraken.

De Kamerleden Verhagen (CDA) en Hoekema (D66) zagen hun pertinente vragen over de eenheid van het buitenlands beleid vooral beantwoord met verwijzingen naar het staatsrecht, dat zegt dat zowel de premier als de minister namens de regering spreekt. In hoeverre beide bewindslieden vorige week wellicht inhoudelijk van oordeel verschilden ten aanzien van Joegoslavië bleef goeddeels duister.

Van de regeringspartijen nam alleen D66 actief deel aan het debat. PvdA-fractieleider Melkert zweeg, VVD-fractieleider Dijkstal was in de zaal niet aanwezig. Er werd, ook niet door de opmerkelijk omstandig formulerende Rosenmöller (GroenLinks) die in het debat de boventoon voerde, geen motie ingediend.

In de Kamerfractie van de VVD wordt geoordeeld dat de moeizame positie van Van Aartsen zich heeft kunnen herstellen door het Kamerdebat. ,,Het is nu duidelijk dat Van Aartsen terecht niet over zich heeft laten lopen'', meent fractielid Weisglas. Het heeft in VVD-kring kwaad bloed gezet dat de premier op vrijdag publiekelijk verwijten maakte aan het adres van Van Aartsen, terwijl hij in de dagen daaraan voorafgaand geen contact heeft gezocht met de minister om hun kennelijke verschil van inzicht te bespreken.

NRC Webpagina's
13 oktober 2000

Den Haag

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad