|
Tour de France 1998
|
Le Tour, c'est nous
RAYMOND VAN DEN BOOGAARD
De helikopters die de verbinding moeten onderhouden met de camera op de helm van de motorrijders kunnen bij nevel en regen in bergachtig gebied uit veiligheidsoverwegingen niet vliegen. Maar tegenwoordig zijn het vliegtuigen boven de wolken die de signalen naar de beeldregie van de Franse televisie aan de finishlijn doorseinen. De Tour de France is voor France Télévision, de Franse publieke televisie, een jaarlijks terugkerende tour de force, maar ook een bron van groot genoegen. De Tour is immers een Frans sprookje bij uitstek. Geen Fransman die geen herinneringen heeft aan het tournieuws van zijn kindertijd. Zo enthousiast dringen de toeschouwers op de meer spectaculaire berghellingen op in de richting van de renners, dat de Franse televisie tegenwoordig spotjes uitzendt waarin de wielerfans op het hart wordt gedrukt de coureurs niet de doortocht te versperren. Ter adstructie dient een jongeman die twee zware tassen met boodschappen een groot aantal trappen moet opzeulen, maar daarbij ernstig wordt gehinderd door drommen buren die hem met vlaggetjes in zijn gezicht zwaaien. De Tour is ook een beetje een bevestiging van de plaats van Frankrijk en de Franse taal in de wereld. Het is opmerkelijk, hoeveel buitenlandse coureurs de taal van het gastland meester blijken, als de Franse televisie ze interviewt. Alleen Ullrich blijft maar Duits klappen, en Pantani Italiaans. Maar hij leert al Frans, stelde zijn manager gerust - verstaan doet hij het al. France Télévision vult, naast het directe verslag dat steeds vroeger - nu soms al om elf uur 's ochtends - lijkt te beginnen, nog eens vier dagelijkse magazine-programma's over de Tour, uitgesmeerd over de televisiezenders France 2 en France 3. Al met al maakt dat op een willekeurige tourdag wel acht of negen uur live televisie. En eindelijk eens een sportevenement waarvan de rechten niet weg dreigen te lopen naar commerciële ondernemers: de Tour is een nationale onderneming, die er niet over denkt zijn belangen te verkwanselen aan het commercieel geweld. Talloze borden langs de weg (France 2, France 3) bevestigen ook de hechte band tussen de Franse Tour en de Franse publieke televisie. En toen kwam de ramp: de dopingschandalen, de uitsluiting van de Festina-ploeg met de Franse lieveling Richard Virengue, de kortstondige staking van de renners. Deze was in belangrijke mate ingegeven door een reportage in het televisiejournaal van France 2, waarbij de vuilnisbak van een Italiaanse ploeg was uitgekamd, en werd aangetoond dat de renners uitvoerig werden ingespoten met ontstekingsremmers en pijnstillers - niet altijd verboden middelen, maar toch. De dag na die reportage waren er voor de talrijke magazines van France Télévision geen renners te vinden om te interviewen. Maar geen nood: zowel het journaal als de sportverslaggevers lieten weten dat ze gewoon zouden doorgaan met de verslaggeving over de dopingschandalen. En de volgende dag was alles normaal. Het is wel even goed om dit te memoreren in het licht van de tegenwoordig soms beschamende sportjournalistiek van de Nederlandse publieke televisie, zoals die vooral bij het WK Voetbal naar voren kwam. De NOS-verslaggevers bleken toen zó bang dat de voetbalbonzen wel eens boos zouden kunnen worden, dat bij voorbaat van elke argeloze of kritische behandeling werd afgezien. In andere landen zijn sportverslaggevers minder schijterig.
De Franse publieke televisie is, in Secam, analoog te zien via de satelliet Télécom 2B (5 graden west); France 2 op 12.564 GHz, v. en France 3 op 12.732 GHz, v.
|
NRC Webpagina's 29 juli 1998
|
Bovenkant pagina |
|