|
Tour de France 1998
|
Boogerd laat zich niet gek maken
Door een onzer redacteuren
PLATEAU DE BEILLE, 23 JULI. Met een grimas op het gelaat probeerde Michael Boogerd gistermiddag schone sokken aan te trekken. De kramp schoot in zijn benen, hij kon zijn knieën niet meer buigen. Soigneur Ton van Engelen moest er aan te pas komen om de Nederlandse kampioen in frisse kleding naar het hotel te laten vertrekken. Boogerd fietste vervolgens in sneltreinvaart naar beneden, op weg naar Pamiers, de rustplaats van Rabobank. De 26-jarige Boogerd eindigde op de vierde plaats in Plateau de Beille, een beklimming van bijna zestien kilometer met een stijgingspercentage van 6,7 procent. Net als dinsdag bij de beklimming van de Peyresourde had hij op sommige momenten moeite met het hoge tempo. Net als dinsdag hing hij ,,aan het elastiek'', zoals de Haagse babbelaar zijn positie in de kopgroep verwoordde. ,,Ik moest effe in de overdrive en het koppie door elkaar schudden. Daarna was ik weer het ventje.'' In de tweede en laatste Pyreneeënrit leverde Boogerd het bewijs dat hij in de Tour tot een select groepje uitblinkers behoort. In het algemeen klassement is hij van de zevende naar de vijfde plaats opgeschoven. Zijn achterstand op Laurent Jalabert en Marco Pantani is minder dan een halve minuut. Wielerminnend Nederland droomt al van een podiumplaats in Parijs. Boogerd houdt zich op de vlakte. ,,Ik laat me niet gek laten maken. Ik kan net zo makkelijk een keer op mijn gezicht gaan. Dan is Leiden meteen in last.'' Boogerd reed aanvankelijk in het spoor van zijn helper Patrick Jonker. Die moest nu na enkele kilometers afhaken en zijn voorbereidende werk bekopen met aanzienlijk tijdverlies. Bijna zes minuten na Pantani en ruim vier minuten na Boogerd kwam hij uitgeput over de finish. Hij was ontevreden over zijn 36ste plaats, maar optimistisch over de kansen van Boogerd. ,,Ik denk dat Michael derde kan worden. Elke dag valt er een kanshebber uit het rijtje.'' Jonker doelde gisteren op de Spanjaard Abraham Olano, die moest opgeven met een dijbeenblessure, dinsdag opgelopen na een val in de afdaling van de Aubisque. Enkele honderden Nederlandse vakantiegangers stonden gisteren langs de kant. Ze boden de renners van Rabobank en TVM water aan. Boogerd goot het vocht over zijn blonde haardos. Hij was bang om te drinken, bang om ziek te worden. Met de kont uit het zadel en de handen op het stuur reed hij in soepele cadans de berg op. Af en toe deed hij kopwerk, niet om te imponeren, maar om de achterstand op Pantani zou klein mogelijk te houden. Toch had hij geen moment aan het algemeen klassement gedacht. ,,Het was alleen maar harken. Ik had geen versnelling in huis. Ik kon alleen maar volgen.'' Ploegleider Theo de Rooy was trots op de prestatie van Boogerd. Hij had de afgelopen dagen ,,een gelukzalig gevoel'' in de volgwagen van Rabobank. ,,Ik heb altijd in het midden van de meute gereden. Nu zit ik al twee dagen lekker voorin en zie ik die mooie rood-wit-blauwe trui als een waanzinnige tekeergaan. Op zulke momenten heb ik jaren moeten wachten.''
|
NRC Webpagina's 23 juli 1998
|
Bovenkant pagina |
|