|
Tour de France 1998
|
Een kruiske voor de Tour de France
Door Ward op den Brouw
Donderdagmiddag vijf uur is het stil in Zwalm, een dorpje in de Vlaamse Ardennen. Als de vijfde etappe van de Ronde van Frankrijk in zijn laatste kilometers is en de sprinters zich in de straten van Châteauroux opmaken voor de finale, is het ook stil in de woning van 'Professor M. Debackere', zoals het naambordje bij het hek van de oprijlaan vermeldt. Het wielrennen kan de voormalige dopingjager niet boeien, de dopingaffaire rond Festina des te meer. ,,Als ze de Tour de France willen redden, is dit het kritieke ogenblik. Als ze nu niet de waarheid aan het licht brengen, kunnen ze gerust een kruiske bouwen voor de Tour. Ze kunnen nu een daad stellen door de mensen te elimineren die de wielersport in opspraak brengen. Ze moeten doorduwen.'' Voormalig dierenarts Michiel Debackere, gespecialiseerd in farmacologie en toxicologie, ontwikkelde zich tot de belangrijkste bestrijder van doping in België. Hoewel Debackere (68) al drie jaar met emeritaat is, volgt hij de affaire-Festina in de Tour met meer dan gemiddelde belangstelling. Hij ergerde zich aan de glasharde ontkenningen van de leiding van Festina, met name van zijn landgenoot Eric Ryckaert, de ploegarts. Ryckaert, die deze week de vermoorde onschuld speelde, bezwoer dat hij renners nog nooit epo of anabolen had toegediend, ondanks de vondst door de douane van beide middelen in een officiële ploegwagen van Festina met aan het stuur de Belgische verzorger Willy Voet. Nadat Voet aan de grens tussen Frankrijk en België op weg naar de start van de Tour was gesnapt, werd hij in hechtenis genomen. Hij zit nu al anderhalve week achter de tralies. Debackere: ,,Wat een hypocrisie. Die ploeg gaat totaal vrijuit. Voet zou hebben gehandeld in persoonlijke naam en anderen zouden er niet bij betrokken zijn. Nou, ik geloof niet meer in Sinterklaas. Uitgerekend bij de start van de Ronde van Frankrijk wordt een man betrapt in een auto van de ploeg volgepropt met anabolica en epo. Mij moet ge niet zeggen dat er geen link bestaat tussen Ronde en die vracht. Het is een hypocriete historie.'' Festina is nu het zwarte schaap, maar, denkt Debackere, ,,het had net zo goed een ander team kunnen zijn''. Debackere nam deze week Ryckaert op de korrel. ,,Omdat hij als arts geneesmiddelen of producten verdedigde die niet nodig zijn voor de gezondheid van sportlui en die in tegendeel schaden. De renners zijn voor hem meer cliënten dan patiënten.'' Het verbaast Debackere niet dat Ryckaert zo openlijk zijn handen in onschuld wast. ,,Ik heb in dertig jaar ervaring met dopingcontroles en als directeur van het laboratorium heel wat meegemaakt om mij daarover niet meer te verbazen. Het was steeds pure hypocrisie, want ze waren natuurlijk allemaal onschuldig, van de grootste toprenners tot en met de verzorgers. Met de hand op hun eerste communiezieltjes verklaarden ze voor de media: 'Nee, wij niet, en we weten van niets.' Met enige reserve geeft Debackere een voorbeeld. ,,Het is nu voorbij en ik wil geen oude koeien boven water halen. Eddy Merckx heeft een keer nadat ik hem op mijn laboratorium positief had bevonden op stimuul, aan journalisten verklaard dat hij nog nooit van stimuul had gehoord. Terwijl z'n broer farmacie heeft gestudeerd en de titel van diens thesiswerk 'Het opsporen en detecteren van stimuul bij sportlui' was. Ik wil er maar mee zeggen dat ze van niets weten, altijd onschuldig zijn en 't produkt niet kennen. En als ze gepakt zijn, zeggen ze: 'Ik ben geflikt'. Dan heeft een ander iets in de drinkbus gestopt.'' Het verbaast Debackere niet dat er jarenlang geen Tourrenners op doping zijn betrapt. ,,De artsen zijn altijd twee stappen voor, vooral in de Tour. De renners gebruikten producten die men ofwel niet kende of nog niet detecteerbaar waren. We hebben bijvoorbeeld de historie van epo. We kunnen het nu wel detecteren. Maar tegen de tijd dat het ontdekt werd, was het al volop in zwang. Er waren er zelfs al die het verlaten hadden en met iets anders beziggingen. Er zou nu ook worden getest met een middel dat hemoglobine vervangt, sanglobine, zodat de hematocrietwaarde niet hoger wordt. De hematocrietproef van de UCI valt dan normaal uit, het is een normale waarde. Ik geloof niet dat wij weten wat er op het ogenblik omgaat in de grote ploegen met de grote mannen. Dat is misschien wat ik al tien jaar zeg en voorspel: men is bezig over te schakelen van de vroegere klassieke doping met de echte geneesmiddelen naar de meer lichaamseigen stoffen, die door het lichaam gemaakt worden, maar die ook door de famaceutische industrie nagemaakt kunnen worden of gesubstitueerd. Denk dus aan de cortico-steroïden, de cortisonen, denk aan testosteron, denk aan epo. Sanglobine ligt in dezelfde lijn. We gaan over naar de doping met de lichaamseigen substantie, maar dan in grotere hoeveelheden en op andere ogenblikken, en op substituenten.'' Vijf jaar lang was Debackere voorzitter van de eerste Vlaamse anti-dopingcommissie, slechts één termijn. In de ogen van zijn critici bewees hij het wielrennen geen dienst met zijn controles en zijn uitgesproken meningen. ,,Men heeft mij in het oor geblazen mij voor de nieuwe termijn niet meer als voorzitter aan te wijzen. Op het kabinet van de minister heb ik een zachte wenk gekregen daar niet tegenin te gaan. Ik heb gezegd, 'ge gaat toch benoemen wie ge wilt en ge wilt me kwijt'. Ik heb gezegd dat de tijd mij wel in het gelijk zou stellen.'' In 1985 stapte Debackere uit de medische commissie van de BWB, nadat hij had aangetoond dat Claude Criquielion pervitine - tien keer sterker dan amfetamine - had gebruikt. De bond strafte de wereldkampioen niet, omdat de officiële controle door een ander laboratorium (in Luik) dan dat van Debackere was gedaan. In opdracht van de BWB deed Debackere een controle op de controle, maar ondanks de vondst van doping besloot de bond de eerste uitslag te respecteren. Voor dopingbestrijders moet de aanhouding van Voet als een godsgeschenk zijn gekomen. Hier was geen sprake van een individuele wielrenner die betrapt was, maar van een omvangrijk transport van verboden stimuleringsmiddelen, in een officiële ploegwagen, van een topteam uit de Tour. Debackere: ,,Dat is zeker een zegen, in die zin dat ik persoonlijk en nog andere mensen onze vermoedens niet konden bewaardheiden, omdat wij harde bewijzen moesten hebben. Hopelijk, hopelijk is dit een succes voor de dopingbestrijding. We moeten nog maar afwachten hoe het allemaal zal uitdraaien. Want al die mannen nemen allemaal advocaten in de arm. En ge weet, een advocaat die is niet vies van ook zaken te verdedigen waarvan hij weet dat hij liegt. Maar het zal ook afhangen van de oprechte gemeendheid van de bestuurders in de wielerkringen, met name de UCI, de nationale wielerbonden én van de inrichters van de Ronde van Frankrijk. In hoeverre menen ze het om de doping tegen te gaan. Dat is een case hier. Er zijn voldoende harde feiten om de zaak ernstig aan te pakken. Het is de eerste keer dat de gelegenheid zich voordoet om dat te doen. Wanneer men ergens een indicatie of een bewijs van doping had, dan waren het altijd individuele gevallen. Maar niemand heeft ooit kunnen aantonen dat dat een gesel was die een hele ploeg aantast. Er waren vermoedens, denk aan de PDM-ploeg in 1991. Die was plots ziek van rotte vis die de renners hadden gegeten in de Ronde van Frankrijk, maar ze hadden dus bepaalde lipiden of vetten (Intralipid) toegediend gekregen. Denk aan wat er aan biechten komt uit de voormalige Oostbloklanden. Daar moest wel iets zijn en nu komt dat allemaal uit. Dus ge ziet, er is zoveel dat nog onder de top van die ijsberg schuilt, dat we waarschijnlijk nog verrast zullen zijn. Zelden doorbreekt een renner of oud-renner het stilzwijgen. Eddy Planckaert gaf begin januari toe dat hij epo had gebruikt. ,,Epo is formidabel, je kan vijftien procent meer dan een niet-gebruiker'', zei de oud-coureur. De wielerwereld verketterde hem na zijn ontboezeming. Debackere: ,,Op de Nederlandse tv had ik een debat over doping, onder anderen met Gerben Karstens, de oud-renner. Na de uitzending zegt hij tegen mij, 'professor, gij weet toch het een en ander, maar moest gij alles weten wat ik weet, dan zult ge nog meer verrast zijn.' Toen zei ik, 'maar meneer Karstens, waarom geeft ge uzelf dan nu niet bloot? Waarom zegt ge dat niet? Dat kan voor ons van belang zijn om de doping te bestrijden en te voorkomen.' 'Maar nee', zegt-ie. 'Dat is een ongeschreven wet bij ons. Wij hebben een zwijgplicht. Zelfs als onze carrière is gestopt, gaan we elkaar niet beschuldigen.' Debackere kan zich voorstellen dat sommigen de interesse voor wielrennen verliezen omdat doping wijdverbreid is in het peloton. ,,Als u ziet wat ik weet, met de ervaring van het 'labo' in Gent, de ervaring uit de commissies en de besprekingen, dan kunt ge begrijpen dat ik geen wielerfan ben. Het bekoort mij niet meer. Niet alleen de wielersport, er zijn ook andere sporten waarbij je vragen kunt stellen. ,,Men moet goed indachtig zijn dat veel jonge mensen een sportcarrière aanvangen omdat ze daar een idool hebben, omdat ze iemand verafgoden, omdat ze overtuigd zijn dat dat werkelijk atleten zijn, krachtpatsers. Maar ze zijn tegelijkertijd ook nog niet volwassen of slim genoeg om te weten dat er ook andere zaken meespelen in de prestaties van hun idool. Ik hoop dat wat nu in de Tour gebeurt de ogemn van veel jonge mensen zal openen. Maar, wij kennen ons publiek. Ze gaan nog altijd langs de kant staan van de vervolgden en nog altijd tegenover de mensen die het serieus willen aanpakken. Ik heb dat ook ervaren. Ik was dus de jachtwachter, het beest, de man die een schrikbewind voerde. Maar ze hebben mij er nooit op kunnen betrappen dat ik onbezonnen woorden uitsprak, of op één louche affaire waarbij ik betrokken was.'' In België was Debackere in de jaren zestig een van de eersten die het gebruik van hormonen in de veeteelt aan de kaak stelde. Kritiek die vergelijkbaar is met de kritiek op dopinggebruik. Levensgevaarlijk, zo ondervond een paar jaar geleden de Belgische vleeskeurder Van Noppen, die door huurmoordenaars werd geliquideerd in opdracht van de hormonenmaffia. ,,Ik heb nooit rechtstreekse bedreigingen gekregen. Ik heb wel een paar renners gehad die hebben geprobeerd iets te regelen. Via relaties boden ze mij een hoog geldbedrag. Dat is een paar keer gebeurd.'' Tot besluit vertelt Debackere een anecdote die illustreert hoe er in de jaren zestig werd geslikt, nog voordat controles plaatsvonden. ,,Er was een wielrenner van hier uit zuidoost-Vlaanderen, een zwaargebouwde jongen die meereed in de Tour de France. Het was geen prima. Een vriend van me heeft toen enkele ritten gevolgd. En die zegt - en ik ga dat nooit vergeten - dat ze 's avonds op hun rug op bed lagen en zoveel pillen hadden dat ze niet wisten wat ze 's anderendaags gingen pakken. Ze schoten de pillekes omhoog en de pillen die ze konden opvangen in hun mond, die pakten ze de volgende dag.''
|
NRC Webpagina's 18 juli 1998
|
Bovenkant pagina |
|