|
Tour de France 1998
|
Boogerd is nog lang niet volgroeid
Door onze redacteur JAAP BLOEMBERGEN
GRENOBLE, 27 JULI. De prestaties van Michael Boogerd zorgen in Nederland voor opgetogen reacties. Zijn aanvallende rijstijl en zijn grote vechtlust spreken tot de verbeelding. Voor het eerst sinds 1990 maakt een Nederlandse coureur aanspraak op een plaats op het erepodium. Volgens drie oudgedienden is de carrière van de 26-jarige Boogerd nog volop in ontwikkeling. ,,Het gaat mij niet om de klassering'', zegt Hennie Kuiper. ,,Met zo'n karakter is alles mogelijk'', zegt Henk Lubberding. ,,Ik zou liever een bergetappe winnen'', zegt Gert-Jan Theunisse. Hennie Kuiper eindigde in 1977 en 1980 als tweede in de Tour de France. Hij was een renner met een vechtersmentaliteit. Zijn loopbaan kende een regelmatige opbouw. Hij volgt de Tour nog steeds van dichtbij, deze zomer als gastenrijder van Rabobank. Henk Lubberding eindigde in 1978 als achtste in de Tour, maar kon daarna de hoge verwachtingen niet waarmaken. Hij kijkt naar de Tour vanuit zijn woonkamer in het Gelderse Voorst. Gert-Jan Theunisse eindigde in 1988 als vierde. Met zijn lange haren en zijn wilde blik betoverde hij vooral de vrouwelijke wielerfans. Hij heeft de Pyreneeënritten op verschillende hotelkamers in Spanje gevolgd. Theunisse heeft genoten van Boogerd. ,,De laatste jaren moest je tot het eind van de uitzending wachten om een Nederlander over de streep te zien rijden. Ik wind er geen doekjes om, het is echt geweldig wat die knaap voor elkaar krijgt. Hij rijdt constant van voren. Het gaat hem schijnbaar moeiteloos af. Het zit in zijn natuur om verder te groeien. Hij rijdt dit jaar iets meer met zijn koppie. Ik hoop dat Rabo hem daarin de vrijheid geeft. Ze moeten hem niet te veel in toom houden.'' Lubberding is verrast door de uitslagen van Boogerd. ,,Dat jong heeft het venijn van een kopman. Hij gelooft in zijn eigen kunnen. Dat kun je niet 'inlullen', dat krijg je mee van moeder natuur. Boogerd lijkt wat dat betreft op Hennie Kuiper. Die had ook altijd veel moraal voor een belangrijke koers. Wat Hennie in zijn kop had, liet hij niet meer los. Boogerd heeft dat ook. Geloof mij, in dat ventje zit nog groei.'' Kuiper roemt de mentaliteit van Boogerd. ,,Die knaap heeft courage. Hij hoort nu bij de grote jongens en daar krijg je geweldige moraal van. Hij heeft zijn plaats in het peloton afgedwongen. Het gaat mij niet om die ereplaats. Hij moet niet bang worden om een paar minuten te verspelen. Of hij nu derde, vijfde of zevende wordt, hij zit nog volop in een leerproces. Hij kan een voorbeeld nemen aan Miguel Indurain. Die is ook langzaam naar de top gegroeid. Een wielrenner van zijn leeftijd is nog lang niet volgroeid.'' Volgens Theunisse moet Boogerd in de Alpen niet alleen in het wiel van Jan Ullrich rijden, zoals in de Pyreneeën. ,,Voor mij was wielrennen alles of niks. Ik probeerde altijd een ontsnapping te forceren. Bij Michael zie je nu het tegenovergestelde. Hij kijkt hoe de andere mannen erbij zitten en gaat vervolgens zitten rekenen. Op die manier kom je automatisch in de topvijf, maar of je dan van een supergeslaagde Tour mag spreken, vraag ik me af. Het publiek houdt niet van aanklampers.'' Boogerd lijkt zich te scharen bij de beste klimmers ter wereld. De vraag is of hij deze status de komende jaren kan vasthouden. Kuiper groeide langzaam naar de wereldtop. ,,Ik heb mezelf constant verbeterd.'' Theunisse nestelde zich met vallen (dopingaffaires) en opstaan (bolletjestrui) bij de mondiale elite. ,,Er had nog veel meer in gezeten, zonder al die toestanden.'' Lubberding kon de hooggespannen verwachtingen niet waarmaken. ,,Ik was te sociaal. Misschien had ik een psycholoog nodig. Ik miste het killersgevoel van een kopman. Ik schoof het verantwoordelijkheidsgevoel onbewust van me af.'' Van de drie ingewijden is Lubberding het meest optimistisch over de wielertoekomst van Boogerd. ,,Breukink had minstens zo veel talent, maar bij Erik waren de oren weker. Hij had elke Tour een slechte dag. Bij Boogerd ben ik daar niet zo bang voor. Hij zit heel goed in zijn vel. Als ik mij niet vergis, gaat hij straks derde worden in Parijs. Die plaats had Peter Post mij ook toebedacht. Hij heeft zich wél lelijk vergist.''
|
NRC Webpagina's 27 juli 1998
|
Bovenkant pagina |
|