'Ik ben onschuldig'

Door een onzer redacteuren
CORREZE, 20 JULI. Het is TVM-ploegleider Cees Priem een raadsel hoe in een auto van zijn ploeg een pakketje EPO terecht is gekomen. Hij heeft alle begeleiders ondervraagd. Iedereen ontkent.

De Franse krant Aujourd'hui meldde zaterdag dat twee mecaniciens van TVM op 4 maart zijn aangehouden op de A20 in de buurt van Reims. Het kunstmatige eiwithormoon is meegenomen voor nader onderzoek. Priem is hiervan allang op de hoogte, maar heeft er tot nu toe over gezwegen.

Naast de bus van TVM stond Priem zaterdag de Nederlandse pers te woord. Het vraaggesprek duurde vijf kwartier, vooral omdat de ploegleider regelmatig zijn geheugen moest opfrissen en verschillende keren een andere uitspraak deed over hetzelfde onderwerp. Gaat het inderdaad om EPO? ,,Weet ik niet'', zegt hij eerst. ,,Ik geloof het wel'', zegt hij later. Heeft Priem de renners meteen geïnformeerd? ,,Onverstandig'', zegt hij eerst. ,,Een paar jongens'', zegt hij later. Heeft hij TVM-directeur Ad Bos meteen geraadpleegd? ,,Ik wilde hem niet lastig vallen'', zegt Priem eerst. ,,Ik heb alleen gezegd dat ik een probleem had'', zegt hij later.

De affaire rond TVM werd ruim een week bekend na het nieuws over Festina. Met als belangrijkste verschil dat in de auto van TVM geen officiële dopingprodukten zijn gevonden. Veelvuldig gebruik van EPO is levensgevaarlijk, maar het prestatiebevorderende middel staat niet op de lijst van verboden stoffen, aangezien het niet kan worden opgespoord bij urineonderzoek. De internationale wielerunie (UCI) ondervangt het gezondheidsprobleem door bloedcontroles te verrichten. Als een renner een hematocrietwaarde van boven de vijftig procent heeft, krijgt hij een startverbod, want hij heeft dan vermoedelijk te veel EPO gebruikt.

Cees Priem weet niets van EPO, zegt hij zaterdagmiddag. Hij houdt zich niet bezig met de fysieke behandeling van zijn renners. In medisch opzicht vertrouwt hij volledig op zijn ploegarts Mickaelov, een Rus met een bril en een snor. Een zwijger van het zuivere soort, die zijn beroepsgeheim koestert. Mede daarom doet Priem het woord.

,,Ik ben onschuldig. Ik was destijds op zakenreis in Frankrijk. Ik ben natuurlijk wel verantwoordelijk, dus voel ik me zwaar klote. Het is nu heisa. Het valt nu op mijn klep. Alleen Cees heeft het probleem. Ik ben verplicht om het op te lossen. Ik moet zorgen dat deze toko blijft draaien. Ik ben meer dan tien jaar ploegleider en heb nooit problemen gehad met verkeerd spul. Alleen een keer met Michel Cornelisse, maar hij reed toen niet in een shirt van TVM. Een ding weet ik zeker: deze zaak staat in geen verhouding tot die Festina-affaire. Laat ze de boel maar uitzoeken. Mijn zegen hebben ze.''

Op de rollerbank naast de bus van TVM draait Servais Knaven zich warm voor de tijdrit. Hij heeft geen geheimen. Natuurlijk is hij op de hoogte van het pakketje. Renners praten onderling over van alles, dus ook over gevonden voorwerpen. Knaven zegt dat zijn concentratie niet optimaal is voor de tijdrit. Zijn woorden hebben een voorspellend karakter. Als specialist kan hij onmogelijk tevreden zijn met een achterstand van ruim zes minuten op Jan Ullrich. ,,M'n kop stond er niet naar, door al dat gezeik'', zegt Knaven na afloop.