U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Shell

Nieuws

Portret van de onderneming

Jaar- en kwartaalcijfers

Links

Olieconcern spil in geopolitiek spel om Kaspische energievoorraden

Shell-agent 007 in Asgabat


Olieconcern Shell probeert zich na eerdere vergeefse pogingen alsnog, via de 'achterdeur' Turkmenistan, toegang te verschaffen tot de fossiele rijkdom van het Kaspische- Zeebekken. Het gaat om de aanleg van een gaspijpleiding naar Turkije en de exploitatie van gasvelden. De Trans-Kaspische pijpleiding maakt deel uit van een Amerikaanse poging een "energiecorridor" van oost naar west te realiseren. Moskou probeert het Westen de pas af te snijden.

Door Frank Westerman

Het pijplijnteam van Shell bevindt zich in Nirwana. Letterlijk - in een Turkmeense disco met die naam - maar ook figuurlijk: senior en junior, kaal en krullend, pak en pullover, de neftjaniki (oliejongens) uit Den Haag zwieren in een staat van grenzeloze vergetelheid over de dansvloer. Ze hebben hun secretaresses overladen met rozen en bonbons - en ook de bij het meubilair horende hoertjes beseffen dat er aan tafel achttien wat te vieren valt.

"Dit is mijn nieuwe vriendin", zegt een van de projectmanagers, terwijl hij een geblondeerde Turkmeense in een blote jurk als een buikspreekpop voor zich uitduwt.

"Wat wij hier proberen te doen ligt supergevoelig. Een fout woord en de deal ketst af,." zegt de Shell-gezant de volgende dag op zijn kantoor in het vijfsterrenhotel Ak-Altin. En dat zou jammer zijn, aangezien we praten over een investering van vier tot zes miljard gulden, waarvan Shell de helft voor zijn rekening wil nemen. Maar dat is slechts het prijskaartje. De inzet is hoger: een duurzame overeenkomst met het obscure woestijnlandje Turkmenistan zou de Koninklijke op slag terugbrengen in de race om de legendarische Kaspische energievoorraden.

Dat wordt hoog tijd. Want aan gene zijde van deze kaviaarrijke wateren, in de vervuilde, op olie drijvende stad Bakoe, viste Shell in de jaren negentig lelijk achter het net. De concessies waren al vergeven aan tal van concurrenten, verenigd in machtige consortia. De poging van Shell om zich alsnog (via de achterdeur Turkmenistan) toegang te verschaffen tot de fossiele rijkdom van het Kaspische-Zeebekken, wordt dan ook door vriend en vijand gezien als een meesterzet.

"Maar we mogen niet te vroeg juichen", waarschuwt de Shell- vertegenwoordiger, vechtend tegen zijn kater van de vorige nacht. "Niets is nog zeker. We hebben stapels intentieverklaringen getekend en strategische allianties gesloten met de Turkmeense leider. Maar een contract hebben we nog altijd niet."

Technisch en zakelijk gezien is de deal zo simpel als wat: Shell is gevraagd de nog onontgonnen gasvelden onder de Karakoem-woestijn aan te boren, en een pijpleiding aan te leggen voor het transport van 30 miljard kuub per jaar over de bodem van de Kaspische Zee, dwars door de Kaukasuslanden Azerbajdzjan en Georgië, naar Turkije. Lengte: 1.700 kilometer. "Onder normale omstandigheden zou het een paar weken kosten om de details uit te werken en een overeenkomst te bereiken", zegt de Shell-vertegenwoordiger. "Maar de omstandigheden zijn niet normaal."

Shell bevindt zich volgens hem in het oog van de orkaan. "Er raast een geopolitieke storm in de regio. De Amerikanen zetten alles op alles om een zogeheten "energiecorridor" van oost naar west uit te sparen, in een poging Rusland en Iran buiten te sluiten. De Trans-Kaspische pijplijn is daarin het koppelstuk."

Maar: net als in de jongste James-Bondfilm - over rivaliserende pijplijnbouwers die de Kaspische olie- en gasreserves willen ontsluiten - zijn er kapers op de kust. In dit geval: de Russen. Hoewel de regio vooral bekend is om de olie, is gas de inzet van de felste strijd. Moskou probeert het Westen (met Shell als uithangbord) de pas af te snijden door de enorme gasbehoefte van Turkije te dekken via een slimme bypass, uiteraard over Russisch territorium.

Heel concreet: in antwoord op de Amerikaanse blauwdruk voor oost- westtransport over de bodem van de Kaspische Zee, biedt het Kremlin een concurrerende noord-zuidpijp over de bodem van de Zwarte Zee. Drijvende kracht achter deze ondermijningsoperatie ('Blue Stream' geheten) is Gazprom, het Russische mammoetconcern waarmee Shell nog in 1997 met veel fanfare een "strategische alliantie" aanging, die evenwel al gauw verzuurde. In de nieuwe wedloop heeft Gazprom een lichte voorsprong genomen: eind januari kondigde het Franse constructiebedrijf Bouygues in Davos aan dat de financiering van de Blue Stream-gasleiding (2,5 miljard dollar) rond is en dat de bouw in februari kan beginnen.

Het is kortom geen wonder dat Shell-pion te midden van dit pijplijngeweld enige verwantschap met agent 007 voelt. "Bijna dagelijks doemen er nieuwe obstakels op", zegt hij. "We merken dat het Kremlin een offensief is begonnen om onze samenwerking met Turkmenistan op alle mogelijke punten te torpederen."

Tien jaar geleden was datzelfde Kremlin het epicentrum van de aardbeving die het aantal landen dat aan de Kaspische Zee grensde van twee (Iran en de USSR) tot vijf deed toenemen (Iran, Rusland, Kazachstan, Azerbajdzjan en Turkmenistan). Als ex-Sovjetstaatje lijkt Turkmenistan van deze nieuwkomers het onbeduidendste.

Decennialang is deze woestijnrepubliek met zijn vier miljoen inwoners letterlijk leeggezogen door Moskou: via een uitgebreid netwerk van pijpleidingen leverde dit wingewest gas aan de rest van de Sovjet-Unie. In 1991 kwam de onafhankelijkheid dan ook als een schok: van de ene op de andere dag waren de Turkmenen op zichzelf aangewezen. Partijleider Saparmoerat Nijazov wist zijn greep op de macht te behouden, al heerste er de eerste jaren vooral verwarring.

Avonturiers als een Zweedse onroerend goed-magnaat en een autohandelaar uit Dubai kochten nog in 1991 voor honderdduizend dollar lucratieve concessies op in de Karakoem-woestijn. Aan die uitverkoop van de nationale rijkdom kwam echter een einde vanaf het moment dat president Nijazov de oppositie monddood wist te maken en zijn alleenheerschappij vestigde.

Een van de eersten die begreep op wat voor een gasbel deze woestijnvorst zetelde, was de Amerikaanse ex-minister van Buitenlandse Zaken (en vroegere NAVO-commandant) Alexander Haig. Immers, nog in Sovjet-verband produceerde Turkmenistan jaarlijks 90 miljard kuub gas, waarmee het (na Rusland, de Verenigde Staten en Canada) nummer vier op de wereldranglijst stond. Haig won het vertrouwen van de Turkmeense dictator voor de bouw van een pijplijn (over land, via Iran) naar Turkije, en zorgde ervoor dat Nijazov in 1993 een bezoek aan Washington kon brengen. Bill Clinton, die toen juist zijn intrek in het Witte Huis had genomen, weigerde hem echter audiëntie te verlenen: daarvoor had Nijazov een veel te besmeurd imago als mensenrechtenschender. De plannen van Haig werden bovendien gedwarsboomd door het Amerikaanse veto op samenwerking met de al even verguisde ayatollahs van Iran.

Het jaar daarop, in 1994, probeerde de "red neck" John Imle van het Californische bedrijf Unocal het opnieuw, met een zo mogelijk nog spectaculairder voorstel. Hij overtuigde de Turkmeense leider ervan dat de dichtstbijzijnde markt voor Turkmeens gas in Pakistan lag, en dat hij dus met een kortere pijplijn kon volstaan. Door Afghanistan weliswaar, maar toch. Met hulp van niemand minder dan Unocal-adviseur Henry Kissinger kwam er inderdaad een deal tot stand.

In het Turkmeense ministerie van Buitenlandse Zaken in Asgabat hangt nog altijd de kaart met dit onwaarschijnlijke pijplijntracé. Lengte: 1.165 kilometer. Kosten: 1,9 miljard dollar. De overeenkomst was echter nog niet beklonken, in 1996, of de bebaarde Talibaan rukte op om Afghanistan met geweld terug te duwen richting Middeleeuwen.

Al die tijd dreef het ijzeren bewind van Nijazov op de exportinkomsten van het Turkmeense gas dat via de oude Sovjet-leidingen naar Rusland en verder werd getransporteerd. In augustus 1997 kwam het echter tot een breuk met Moskou. Rem Viachirev, de almachtige baas van Gazprom, eiste namelijk de Westerse markten voor zichzelf op. Turkmenistan mocht wat hem betreft via het buizenstelsel van zijn gasmonopolie best leveren aan landen als de Oekraïne, een notoire wantbetaler, terwijl Rusland voortaan betrouwbaarder afnemers als Duitsland zou bedienen.

Nijazov voelde zich bekocht. Het straatarme Kiev betaalde de achterstallige rekeningen uitsluitend in natura; op een gegeven moment met een partij Volvo's. Bij aflevering in Asgabat, waar het 's zomers geregeld vijftig graden Celsius is, bleek het te gaan om modellen met stoelverwarming. Na een mislukte poging om van Gazprom betere voorwaarden te krijgen, liep de Turkmeense despoot rood aan van woede. "Ik ruik hier oude, koloniale Sovjet-ambities", snoof hij, en beval in een opwelling om de gaskraan naar Rusland helemaal dicht te draaien.

De baas van Gazprom, Rem Vi achirev, op zijn beurt deed uiterst laatdunkend: "Ach die Turkmenen, ik voorspel dat ze kruipend door de woestijn naar ons zullen terugkeren."

De gevolgen van deze ruzie waren ongekend. Want al beroofde Nijazov zich in één klap van een (mogelijke) inkomstenbron, op slag was hij een spilfiguur in het geopolitieke steekspel om invloedsferen in Centraal-Azië. Door het warme bad van aandacht van de wereldleiders sloegen bij hem alle stoppen door. In Asgabat liet hij de meest wanstaltige paleizen en standbeelden van zichzelf verrijzen, terwijl hij de aanspreektitel Turkmenbasi (Hoofd der Turkmenen) aannam.

's Lands gas kon hij alleen nog te gelde maken via een bestaande, korte pijpleiding naar het buurland Iran, maar dat was - zo begreep iedereen - wegens de beperkte capaciteit slechts een lapmiddel. Om te overleven moest er een grote, duurzame, kapitaalkrachtige afnemer worden gevonden. Shell kreeg daarop de opdracht om de haalbaarheid te bestuderen van het verlengen van de Iraanse gasleiding naar Turkije.

Rond diezelfde tijd kwam er echter in Washington een sterke lobby op gang die er bij Clinton op aandrong zich actiever en vooral stelselmatiger te bemoeien met de race om de Kaspische energievoorraden. De voormalige energieminister Federico Pen heeft inmiddels onthuld dat daaruit het strategische concept van de "euraziatische energie-corridor" is gerold, met het expliciete doel om Iran en Rusland naar de zijlijn te werken. Voor deze missie benoemde het Witte Huis een speciale gezant met de status van ambassadeur: John Wolf, terwijl de scenario-schrijvers van Hollywood een nieuwe rol zagen voor Pierce Brosnan.

"Te midden van dit alles stelt Shell zich zo neutraal mogelijk op", zo vervolgt de Shell-vertegenwoordiger in Asgabat zijn verhaal. Door het raam van het vijfsterrenhotel is te zien hoe twee chauffeurs op de motorkap van een afgejakkerde Kamaz-vrachtwagen een spelletje triktrak spelen. "Wat ons vooral interesseert zijn de exploratie en exploitatie van de Turkmeense gasvelden. Die pijplijn doen we erbij omdat het ons gevraagd is."

Volgens de Shell-vertegenwoordiger is het goed verklaarbaar waarom Turkmenbasi uitgerekend Shell aan boord heeft gehaald: als niet- Amerikaans bedrijf dat ook in Iran werkt was dit de ideale partner voor het Amerikaanse consortium PSG (van General Electric en Bechtel) dat uiteindelijk de hoofdaannemer zal worden. "Dit hele idee van een Trans- Kaspische pijpleiding komt uit Washington, dus is het logisch dat een Amerikaans concern de kar trekt. Door ook Shell uit te nodigen laat Turkmenbasi zien dat hij zich niet met huid en haar heeft overgeleverd aan de Amerikanen."

Vorige zomer op 6 augustus zijn alle plechtige intentieverklaringen in Asgabat ondertekend. Echt schot in de zaak kwam er in november toen Bill Clinton in de marge van de OVSE-top in Istanbul een champagnedronk uitbracht op de presidenten van Turkmenistan, Azerbajdzjan, Georgië en Turkije, nadat zij gevijven hun steun voor de bouw van de door Rusland en Iran gewraakte energiecorridor hadden bevestigd. Er zou in januari 2000 met de aanleg kunnen worden begonnen.

Maar nog voor het jaar voorbij was kwamen de Russen in actie. "Waarom willen de Turkmenen in godsnaam die pijp?" vroeg de Russische minister van Energiezaken Viktor Kaljoezjni zich af. "Hoe denken ze die te bouwen? Daar hebben ze toch helemaal het geld niet voor?"

Rem Viachirev van Gazprom ging diep door het stof en bood Turkmenbasi zijn excuses aan voor zijn botte opmerkingen van twee jaar eerder. "Asgabat verdient het om zijn gas naar West-Europa te kunnen exporteren", zei hij in december. "Alle benodigde infrastructuur ligt er al. De pijpleidingen zijn al gebouwd. Waarom zou iemand een nieuwe willen aanleggen?" Deze retorische vraag ging gepaard met een genereus aanbod: Gazprom, oftewel Rusland, bood Turkmenbasi uitstekende tarieven, en na enig handjeklap ging de gaskraan naar het noorden weer open.

"Daar ligt Shell niet echt wakker van", zegt de Shell-vertegenwoordiger dapper. "Pas wanneer de Russen een langlopend contract voor grote hoeveelheden gas zouden hebben gesloten, ja dan zou er weinig voor ons overblijven. Maar Turkmenbasi is inmiddels door de wol geverfd: hij laat zich door niemand helemaal inpakken."

Toch zijn de avances van Rem (zijn voornaam is een afkorting van Revolutie Engels Marx) Viachirev slechts een van de aanvallen op de Trans-Kaspische gasleiding. Moskou is niet alleen in een race verwikkeld om Turkije eerder te bedienen via de Blue Stream-leiding over de bodem van de Zwarte Zee, het betwist tegelijk de wettigheid van de Trans- Kaspische route: zolang er geen akkoord is over de verdeling van de olierijke zee onder de vijf grensstaten, zegt het Kremlin, hebben Turkmenistan en Azerbajdzjan het recht niet om met z'n tweeën te beslissen over die pijp.

Maar door dat juridische getouwtrek laat Shell zich niet afschrikken. "Er zijn wel meer van die absurde claims", zegt de Shell- vertegenwoordiger. De meest spectaculaire is de bezorgdheid van Rusland dat de ecologie van het leefgebied van de steur naar de knoppen gaat, waardoor de kaviaarindustrie in gevaar zou komen. Een bittere grap, vinden ze bij Shell, eentje waar je eigenlijk om zou moeten huilen. Want als er iemand een smeerboel van de Kaspische Zee heeft gemaakt, dan zijn dat de Russen (die bovendien hard op weg zijn door overbevissing en stroperij de steur uit te roeien).

Er zijn lastiger hobbels te nemen. Was er in november een politiek beginselakkoord, in januari ging Azerbajdzjan onverwachts dwarsliggen. Dat land heeft onlangs zelf gasvoorraden ontdekt en claimt nu ook toegang tot de aan te leggen pijp naar Turkije. Ambassadeur Wolf ("Wij streven naar coöperatie, niet naar competitie") vloog van Bakoe naar Asgabat, maar kon niet verhinderen dat het hele project aan een zijden draadje hangt. Het weekblad Moskovski Novosti kopte eind januari "Trans-Kaspische Pijpleiding flopt!" In euforische stemming brengen de Russen "het goede nieuws" dat Washington, "de zelfbenoemde patroon van alle eigenaars van de Kaspische energiebronnen", over zijn eigen pijplijnplannen is gestruikeld. Hoewel deze oneffenheid ook wel weer zal worden gladgestreken, betekent het in ieder geval kostbaar tijdverlies.

Op termijn lijkt het gevaar voor Shell niet uit Rusland te komen, maar uit het kritische Westen. Door samen te werken met Turkmenbasi haalt Shell namelijk een in potentie explosief pr-probleem in huis. "Zeker, dat is een risico", geeft de Shell-vertegenwoordiger toe. Hij kent de rapporten van Human Rights Watch en andere mensenrechtenorganisaties die de Turkmeense heerser tot de absolute wereldtop van onderdrukkers rekenen. De laatste dissident is begin januari opgepakt, terwijl de voorlaatste enkele maanden geleden in een politiecel is gestorven. Turkmenistan zou onder leiding van Nijazov solliciteren naar de status van "internationale paria". Na Zuid-Afrika (apartheid), Nigeria (executie van milieuactivisten) en de aanvaring met Greenpeace (over het olieplatform Brentspar) dreigt Shell in Turkmenistan regelrecht af te stevenen op een zoveelste veroordeling van het publiek. De Shell- vertegenwoordiger is zich daar terdege van bewust. "Voordat ik aan dit project begon, ben ik daar door onze pr-afdeling ook nadrukkelijk op gewezen."

Maar de Shell-vertegenwoordiger is er tegelijkertijd van overtuigd dat boycots averechts werken en dat Shell de enig juiste beslissing neemt. Hij wijst op de nieuw ontwikkelde bedrijfsethiek ("de tien geboden van Shell") die als appendix aan de intentieverklaring is gehecht. "We hebben onze principes over onder andere democratie en mensenrechten aan Turkmenbasi voorgelegd. We hebben hem gewaarschuwd dat wij, indien daarnaar gevraagd, zijn regime niet zullen verdedigen. Dat weet hij en hij is ermee akkoord gegaan."

Dat alles neemt niet weg dat Shell-voorlichting in Den Haag het Turkmeense avontuur nog te pril vindt om toe te lichten. "Voorlopig geven we geen officieel commen taar", zegt een woordvoerder. "Daarvoor is deze zaak te delicaat."

NRC Webpagina's
18 FEBRUARI 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)