|
De Tweede Kamer vormt in voldoende mate een afspiegeling van de samenleving
AOV
 Cees van Wingerden - geen kandidaat:
,,De meeste Kamerleden komen uit het overheidsleven. Er zijn veel meer ambtenaren dan mensen uit het bedrijfsleven. Dat zou verbeterd moeten worden.''
Hans Janmaat - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De afspiegeling wordt wel scheefgetrokken door de pers, die de CD veel te negatief afschildert. Daardoor is het CD-electoraat uiteindelijk ondervertegenwoordigd in de Kamer.''
Agnes van Ardenne-van der Hoeven - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Er zijn hier te veel hoofdwerkers en te weinig handwerkers.''
Marten Beinema - geen kandidaat:
,,Het zou mooi zijn als er meer leden uit het bedrijfsleven kwamen. Maar ook al kom je uit een heel andere sfeer, dan kun je je toch wel een oordeel over uiteenlopende onderwerpen vormen. Het is niet zo erg nodig dat de Kamer een precieze afspiegeling van de samenleving is.''
Pieter Jan Biesheuvel - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De afspiegelingsvraag wordt te belangrijk gevonden; waarom zou iemand die eerst ambtenaar is geweest niet met het bedrijfsleven om kunnen gaan?''
Ank Bijleveld-Schouten - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Jongeren, allochtonen, huisvrouwen, mensen met een lage opleiding en mensen uit het bedrijfsleven zijn ondervertegenwoordigd.''
Wim van de Camp - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Er zitten te veel mensen met een ambtelijke achtergrond en ook veel hoogopgeleiden, weinig mensen met een MBO-achtergrond, weinig MKB. Maar erg is dat allemaal niet. Dat zal altijd zo blijven. Een parlement heeft per definitie iets elitairs.''
Nancy Dankers - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ambtenaren zijn nu oververtegenwoordigd. Het zou goed zijn om meer mensen uit de praktijk in de Kamer te krijgen. Het gaat om de mentaliteit. Kamerleden moeten de juiste waarden en normen uitdragen. Zich bewust zijn van de gevolgen van hun besluiten op micro-niveau _ die worden te snel afgedaan als 'frictiekosten', maar kunnen heel schrijnend zijn. De reden dat ik in de Kamer wilde komen, is om iets voor 'gewone' mensen te kunnen doen. Soms gaan ze namelijk zeer gebukt onder die idiote bureaucratie in Den Haag. Toen ik nog wethouder was in Helmond heb ik een geval meegemaakt van een middenstandsgezin waarvan plotseling een zoon gehandicapt werd. De ouders moesten hem steeds van en naar de woning boven de winkel sjouwen. Er moest dus een traplift komen. Het ding kostte veertigduizend gulden. De mensen deden een beroep op de Wet Voorzieningen Gehandicapten. Het duurde en duurde maar voor er toestemming kwam. Tot een ambtenaar van de gemeente eindelijk belde met de boodschap: er is mondelinge goedkeuring. Het gezin liet de lift dus plaatsen. Maar uiteindelijk weigerde het ministerie te betalen omdat de lift een dag voordat formeel de toestemming kwam, geinstalleerd was. Volgens de regels kon dat dus niet. De gemeente hoopte dat VROM met de hand over het hart zou strijken, maar geen moedertje-lief hielp. Voor mij is zo'n voorval een drijfveer: zoiets mag niet voorkomen in ons land.''
Ali Doelman-Pel - geen kandidaat:
,,Er zou een terugkeeroptie moeten komen in het bedrijfsleven. Kamerleden moeten het recht hebben binnen een redelijke termijn terug te keren naar het bedrijf waar ze vandaan komen. Ik denk dat dat mogelijk moet zijn met de huidige flexibilisering van de arbeidsmarkt en het verloop binnen bedrijven.''
Dzsingisz Gabor - geen kandidaat:
,,De verhouding tussen mannen en vrouwen is geen redelijke afspiegeling, er zijn weinig mensen uit minderheidsgroeperingen, de ambtelijke achtergrond van de Kamerleden is vrij hoog. Een boer zit er niet in. Ik mis de mensen uit het bedrijfsleven en uit de wetenschappelijke wereld.''
Frans Josef van der Heijden - geen kandidaat:
,,VNO/NCW komt af en toe met van die statistieken. En dan tranen met tuiten huilen omdat er te weinig mensen in de Kamer zouden zitten. Ik vind dat borrelpraat. De echte vraag is natuurlijk: beschikt de Kamer over voldoende informatie om de juiste afwegingen te kunnen maken? De Kamer moet goed weten wat goed is voor de samenleving en voor grote groepen mensen. De Kamer moet weten hoe de situatie is in de oude wijken, hoe de werkgelegenheid zich ontwikkelt in Groningen, noem maar op. Met de informatievoorziening van de Kamerleden is weinig mis, dat mag u van mij aannemen. Mijn moeder vertelt me haarfijn dat het moeilijk rondkomen is van alleen haar AOW'tje. Mijn dochter heeft een eigen zaak, een schoonzoon heeft een eigen zaak, een zoon van mij is beroepsmilitair, ik woon hier in een gewone Rotterdamse straat, ik ben actief in allerlei besturen hier in de stad, ik krijg stapels post en telefoon van gewone mensen _ ik durf echt wel te beweren dat ik weet wat er in de samenleving speelt. Paul Rosenmöller heeft zo'n trucje in het debat: dan gaat hij voorlezen uit een brief van een gewone man of vrouw met een schrijnend probleem en dan roept hij dat Kamerleden op een eiland leven. Slimme zet, maar het is grote onzin.''
Hans Hillen - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De Kamer is qua leeftijden, regionale spreiding en de verhouding mannen-vrouwen redelijk representatief maar heeft onder de leden te veel (ex-)ambtenaren en te weinig mensen uit het bedrijfsleven.''
Maria van der Hoeven - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Er zitten teveel ambtenaren en onderwijzers in de Kamer en te weinig ondernemers en arbeiders.''
Gerrit de Jong - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Met name de PvdA heeft een groot grachtengordelgehalte. Het zijn vrijwel zonder uitzondering afgestudeerden of doctoren meestal uit de zachte hoek. Ik vind het jammer dat er geen echte arbeiders in de Kamer zitten of mensen uit de regio. Ook het aantal ondernemers is schaars, maar ja, die vinden dit werk vaak te slecht betaald.''
Ad Lansink - geen kandidaat:
,, Ik ben niet zo rouwig dat het bedrijfsleven hier niet zo sterk vertegenwoordigd is. Het is allemaal vrij eendimensionaal winstbejag in die sector: de Boonstra's met hun shareholders value, de Hessels met hun KBB/Vendex-megafusies. Sociale politiek, milieupolitiek _ daarover hoor je dergelijke heren vrij weinig praten.''
Gerd Leers - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De samenstelling is te eenzijdig. Er zitten teveel mensen uit ambtelijke kringen en het onderwijs en te weinig uit het bedrijfsleven. Ook is er een tekort aan 'eenvoudige' jongens zoals vroeger Piet de Visser. Dat neemt niet weg dat je ook specialisten nodig hebt en mensen die voeling met de bevolking houden en er op uit trekken om in rotzaaltjes te spreken.''
René van der Linden - geen kandidaat:
,,Een afspiegeling betekent dat de Kamer een relatie heeft met alle delen van het land, maar er is nu een absolute oververtegenwoordiging van de Randstad. De regio's herkennen zich er niet in. Daarnaast: door ons kiessysteem hebben steeds minder mensen invloed. De partijbureaus, en daarvan dan weer een klein groepje mensen, stellen de kieslijsten samen, het aantal actieve partijleden is drastisch gedaald. Ik ben voor de invoer van een gemengd districtenstelsel, dan heb je een directe relatie met de burger en meer kwaliteit.''
Wim Mateman - geen kandidaat:
,,Ik ben als docent al jarenlang de eerste economische woordvoerder. Ik let op de belangen van het bedrijfsleven dat niet evenredig is vertegenwoordigd in de Kamer. Onze economische achterban herkent zich in mij. Het is een misverstand dat je alleen als boer kunt oordelen over landbouwaangelegenheden.''
Ries Smits - geen kandidaat:
,,Bij het CDA wordt de kandidatenlijst zorgvuldig samengesteld. We kijken naar geloof, geslacht, regio en kwaliteiten. Verschillende lagen van de bevolking zijn vertegenwoordigd. De Kamerleden zijn doorsnee Nederlanders, maar er wordt vaak gedacht dat de Kamer een onneembaar fort is. ''
Gerrit Terpstra - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Te weinig banketbakkers, mensen met minimumloon en topondernemers.''
Maxime Verhagen - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Partijen vertegenwoordigen maar een klein deel van de bevolking en dat geldt ook voor de Tweede Kamer. De vraag is of het anders kan of moet. Wat mij betreft niet.''
Marry Visser-van Doorn - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De nieuwe lijst van het CDA ziet er een stuk beter uit dan die van vier jaar geleden qua leeftijd en qua achtergrond. Het merendeel van de PvdA'ers daarentegen komt uit Amsterdam en dat vind ik niet zo'n goede zaak.''
Marijke Augusteijn-Esser - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Er zitten hier mensen van diverse pluimage. Dat er verhoudingsgewijs minder Kamerleden uit het bedrijfsleven komen, vind ik niet vreemd. Het is een onzeker bestaan. Er is geen garantie op ander werk, en het Kamerlidmaatschap is geen belangrijke stap in hun verdere carrière.''
Bert Bakker - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Grote sectoren ontbreken, ook 'de onderkant' van de samenleving is onvoldoende vertegenwoordigd.''
Boris Dittrich - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De Kamer vormt onvoldoende een afspiegeling van de samenleving. Je merkt aan hun achtergrond of Kamerleden erg leunen op ambtelijke stukken. Kamerleden die van 'buiten' in de Kamer gekomen zijn, vanuit een 'echte' baan, leunen veel minder op ambtelijke stukken dan zij die de overstap hebben gemaakt vanuit de ambtenarij.''
Hubert Fermina - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Er zouden meer allochtonen, gehandicapten , ouderen en vrouwen in de Tweede Kamer moeten zitten. Natuurlijk kunnen anderen hun belangen behartigen, maar als je iets niet zelf aan den lijve hebt ondervonden, dan praat je er toch anders over.''
Thom de Graaf - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De Tweede Kamer kan nooit een getrouwe afspiegeling van de samenleving zijn. Dan zou je moeten werken met quota voor homoseksuelen, gehandicapten, vrouwen en ga zo maar door. Het gaat erom dat hier een groep mensen zit die voldoende weet wat er in de samenleving leeft. Het moet dus wel een pluriform gezelschap zijn, maar niet per se een afspiegeling van de samenleving.''
Hans Jeekel - kandidaat, onverkiesbare plaats:
,,Als je de heersende opinies in de Kamer vergelijkt met de gemiddelde opinies in de tram, dan kom je in de Kamer een duidelijke bias tegen van nette meningen. Maar dat is het punt niet. Het primaire proces in de Kamer is wetgeving, medewetgeving, controle van het openbaar bestuur. De vraag moet dus luiden: hoe is de Kamer op die taken berekend? Ik maak me niet zo'n zorgen over het representatieve gehalte van de Kamer. Interessanter is de vraag of in de Kamer het hele spectrum van maatschappelijke en politieke kwesties aan bod komt. Daarbij zijn wel enige kanttekeningen te plaatsen, maar in grote lijnen zeg ik: de Kamer heeft voldoende binding en banden met de samenleving om het wetgevende en controlerende werk naar behoren te kunnen doen.''
Ursie Lambrechts - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Je zou willen dat de Kamer voor honderd procent een afspiegeling vormt van de samenleving. Dat alle bevolkingsgroepen erin vertegenwoordigd zijn. Maar lager opgeleiden hebben sowieso al moeilijk toegang. En wat het bedrijfsleven betreft: daar is de beloning royaler dan op het Binnenhof. En je bedrijf doe je niet zomaar weg.''
Nicky van 't Riet - kandidatuur onbekend:
,,Misschien zouden er meer mensen uit het bedrijfsleven in de Kamer moeten zitten, maar verder vind ik de Kamer een goede afspiegeling van de samenleving. Ons oude fractiebestuur vond dat Kamerleden juist niet betrokken moeten zijn bij onderwerpen in hun portefeuille. We kregen dus onderwerpen waar we niet eerder bij betrokken waren. Natuurlijk moet je wel affiniteit hebben met een onderwerp, maar dat krijg je niet alleen door ermee te hebben gewerkt.''
Olga Scheltema-de Nie - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ons democratisch stelsel is in formele zin een reële afspiegeling van de kleurschakering in de Nederlandse maatschappij. De diverse bevolkingsgroepen zijn daarentegen niet goed vertegenwoordigd. Zo telt de Kamer te weinig mensen uit het zakenleven en te veel mensen uit de ambtenarij. Ook zitten er nog te weinig vrouwen in.''
Stefanie van Vliet - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,De Kamer wordt steeds meer een afspiegeling van de maatschappij. Er zijn meer jongeren en meer ouderen. Maar nog lang niet alle beroepsgroepen zijn vertegenwoordigd, en dat komt, denk ik, vooral door de onzekerheid van het lidmaatschap _ je weet niet of je na vier jaar herkozen wordt. Ook ontbreken culturele minderheden nog.''
Jan van Walsem - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Je kunt Kamerleden geen verwijt maken. Het ligt vooral aan de mensen uit de verschillende sectoren van de maatschappij, het bedrijfsleven bijvoorbeeld, die geen zin hebben in de Kamer te gaan zitten. Het Kamerlidmaatschap heeft totaal geen status. Ik merk dat vaak genoeg. Mensen doen heel badinerend over de Kamer, ze vragen zich af: wat doe je daar nou eigenlijk, ze praten maar, ze praten maar, tot daden komen ze niet.''
Jan Willem van Waning - kandidaat, onverkiesbare plaats:
,,Ik ben zelf na 23 jaar als beroepsmilitair in de Kamer gekomen. Er zitten ongeveer vijf militairen in de Kamer. Je kunt niet zeggen dat de Kamer een afspiegeling is van de maatschappij, maar als je naar het hele collectief kijkt zit die representativiteit er toch wel in.''
Paul Wessels - kandidaat, onverkiesbare plaats:
,,De randstad is veel sterker vertegenwoordigd dan andere delen van het land. Ik zou ervoor zijn om een gematigd kiesdistrictenstelsel door te voeren waarbij de verdeling over de provincies beter is geregeld.'' Fractie Verkerk
(Afgesplitst van AOV)
Wil Verkerk - geen kandidaat:
,,Het is hier een beetje de intellectuele top uit de samenleving.''
Eimert van Middelkoop - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Wat is nu afspiegeling? Evenveel mannen als vrouwen, vind ik geen maatstaf. Als je meer ondernemers in de Kamer wil, dan moet je dat ook doen met ambtenaren of huisvrouwen. Maatschappelijke betrokkenheid en kennis van wetgeving vind ik de enige relevante criteria.''
Gert Schutte - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het is een reëel probleem dat de samenstelling van de Kamer niet de maatschappelijke verhoudingen in ons land benadert. Er kleeft ook een gevaar aan, namelijk dat de mensen in het land zeggen: de Kamer is niet van ons. Het is haast ondoenlijk die trend te keren. De overheid kan er weinig aan doen. Het lukt politieke partijen onvoldoende mensen 'van buiten' warm te krijgen voor de politiek. Het is een oud probleem, al geloof ik wel dat het erger wordt. We weten het allemaal maar we hebben geen antwoord.''
Groep Nijpels
Liesbeth Aiking-van Wageningen - geen kandidaat:
,,Als je de samenleving wilt vertegenwoordigen, moet je zicht hebben op het geheel. Lang niet iedereen heeft dat hier. Bij volkshuisvesting bijvoorbeeld, een van mijn portefeuilles, gebeurt het wel eens dat ik vraag wat de juridische of fiscale gevolgen van een voorstel zijn en dan kijken ze je glazig aan, want dáár houden ze zich niet mee bezig.''
Tara Oedayraj Singh Varma - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Tweede Kamerleden zijn mensen met een academische opleiding: juristen en mensen uit de ambtenarij. Je ziet nauwelijks 'gewone' Nederlanders. Na Jan Schaeffer is er geen bakker meer in de Tweede Kamer verschenen. Dit schaadt het vertrouwen van de gewone man in de politiek. Je hoort vaak opmerkingen over de taal die in de Tweede Kamer wordt gebruikt. Waar hebben ze het over? We moeten ons realiseren dat die debatten worden uitgezonden en dat mensen luisteren.''
Mohamed Rabbae - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,We zijn op de goede weg. Er komen immers steeds meer vrouwen in de Tweede Kamer. Maar er zijn meer vrouwen in de samenleving dan mannen en dat is in de Kamer zeker niet het geval. Wat betreft het aantal allochtonen is de Kamer redelijk op orde. Zeven procent van de leden is allochtoon.''
Paul Rosenmöller - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Te weinig vrouwen, ouderen, allochtonen en mensen uit de marktsector. Niet dat ik zo'n liefhebber ben van marktwerking, maar als een ondernemer mee zou doen aan een debat, dan wordt dat debat er wel leuker op. Dan krijgt de inhoud meer nadruk, waar ex-ambtenaren de neiging hebben de bureaucratie te accepteren en een overmatige aandacht te hebben voor procedures.''
Leoni Sipkes - geen kandidaat:
,,Met vijf fractieleden vorm je sowieso geen afspiegeling van de bevolking. Qua man/vrouw-verhouding zitten we goed, multicultureel zitten we goed, qua leeftijd zou het wat jonger kunnen. We zijn misschien geen afspiegeling, maar we vertegenwoordigen wel een doorsnede van de samenleving. Wij hebben geen directe vertegenwoordiger van de arme kant van Nederland, maar het gaat erom of je met die mensen mee kunt voelen en of je bereikbaar voor ze bent.''
Marijke Vos - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Er zijn te weinig migranten en vrouwen en te veel ambtenaren. Te weinig 'gewone mensen' die uit het bedrijfsleven en andere beroepen komen. D66 is een mannenbolwerk; van de eerste tien kandidaten zijn er maar twee vrouw. De partijen zelf zijn de eerst verantwoordelijken. Zij moeten hun lijsten aanpassen. GroenLinks heeft zowel mannen als vrouwen hoog op de lijst staan. ''
Karin Adelmund - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Er is te veel middenklasse en te veel collectieve sector. Ook zijn er nog te veel mannen en te weinig vrouwen, te weinig allochtonen en ook te weinig mensen uit de regio. Vanuit de PvdA proberen we daar wat aan te doen, door niet alleen in onze eigen achterban maar ook in andere netwerken te zoeken naar kandidaten. Andere partijen moeten ook hun steentje bijdragen. Ik wil een verpleegster in de Kamer, mensen met gewone beroepen. En ook bijvoorbeeld informele leiders uit bepaalde buurten.''
Thanasis Apostolou - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,We praten veel over mensen uit achterstandsbuurten, maar ze zijn niet vertegenwoordigd in de Kamer. Het systeem van de Kamer sluit veel mensen per definitie uit _ je moet veel lezen, goed met bureaucratie kunnen omgaan en een bepaalde taal bezigen. Voortdurend om de hete brei heen draaien, bijvoorbeeld. Er zijn ook te weinig mensen uit het bedrijfsleven _ die klagen dat ze hier onvoldoende verdienen, maar dat vind ik geen terechte klacht.''
Mieke Burg - geen kandidaat:
,,Het feit dat de verdeling tussen man en vrouw nog steeds niet fifty-fifty is, is natuurlijk naadje, maar verder gaat het wel, vind ik. Ook de ondervertegenwoordiging van de regio's is een slechte zaak. Dat vind ik een van de voordelen van het districtenstelsel, die geografische spreiding. Maar daarnaast is het logisch dat niet iedereen capabel is Kamerlid te worden. Het vereist een bepaalde intelligentie, een bepaalde kennis van de maatschappij en bovenal het vermogen om maatschappelijke problemen om te zetten in beleid.''
Ferd Crone - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Er zitten weliswaar weinig ondernemers in de Kamer, maar het bedrijfsleven is goed georganiseerd en weet de weg naar de Kamerleden. Via VNO/NCW bijvoorbeeld. Als een onderwerp betrekking heeft op de milieuwetgeving _ zoals onlangs het gebruik van kwikthermometers _ dan krijg je talloze brieven van producenten en reparateurs van thermometers. Ze hebben er zelfs geld voor over om een advocaat of een lobbyist in te schakelen. We hebben een toegankelijk parlementair systeem. Er zijn hier meer stukken openbaar dan in bijvoorbeeld Engeland of Frankrijk. Daardoor is het middenveld goed op de hoogte. Maar het middenveld heeft wel aan macht verloren. Belangengroepen moeten met goede argumenten komen om het beleid te beïnvloeden. Werkgevers en werknemers moeten het eerst met elkaar eens zijn voordat ze met een voorstel komen.''
Sharon Dijksma - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De vertegenwoordiging van twintigers is onder de maat. Halverwege de volgende Kamerperiode zal ik weer de enige twintiger zijn. Dat is heel erg jammer. Als je de cijfers over de slechte opkomst van jongeren (bij verkiezingen, red.) bekijkt, dan heeft dat toch ook te maken met de mate waarin jongeren zichzelf in de politiek herkennen. Kamerleden komen uit een heel andere leefwereld dan de generatie die nu voor het eerst gaat stemmen. Jongeren hebben het gevoel dat het niet over hen gaat. En als het wel over hen gaat, dan alleen in de negatieve sfeer: geweld, criminaliteit. Tekenend is dat in ons eigen verkiezingsprogramma jongeren onder het thema veiligheid vallen. De selectiecommissies die voor partijen de kandidatenlijst samenstellen zijn mede verantwoordelijk voor het geringe aantal jongeren in de Kamer. Kijk naar de samenstelling van die commissies: het zijn toch vooral heren op leeftijd. Die selecteren natuurlijk vooral kandidaten waarin zij zichzelf herkennen. Zo blijven jongeren buiten de boot vallen.''
Jaap-Jelle Feenstra - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het is geen bezwaar dat er veel ambtenaren in de Kamer zitten. Zij hebben een grote affiniteit met beleid. Dat kun je niet verwachten van snelle jongens op de beurs.''
Rob van Gijzel - kandidaat, verkiesbare plaats:
,, Ik ben de enige vegetariër. Moeten er dan meer in? Het is ook zo dat de midden- en lagere inkomens zijn ondervertegenwoordigd in de Kamer, maar dat hoeft nog niet erg te zijn, zolang hun belangen maar door de anderen worden behartigd.''
Peter van Heemst - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ouderen zijn oververtegenwoordigd, er zitten maar weinig mensen van beneden de 35 in de Kamer. Ook naar sekse is de verdeling onevenwichtig en er zijn weinig mensen uit het bedrijfsleven.''
Servaes Huys - geen kandidaat:
,,In de Tweede Kamer zitten vooral mensen uit de hoge en midden inkomensgroepen. De regionale spreiding is ook niet goed. Opvallend is dat er meer ambtenaren in zitten dan niet ambtenaren ''
Johanneke Liemburg - geen kandidaat:
,,De politiek in het algemeen maar de PvdA in extreme mate wordt beheerst door Amsterdam, door de Randstand. Er is weinig regio. Mensen die ver naar Den Haag moeten komen, bungelen onder aan de lijst.''
John Lilipaly - geen kandidaat:
,,Twaalf jaar geleden kwam ik in de Kamer. Ik was het eerste allochtone Kamerlid sinds de Tweede Wereldoorlog. Sindsdien heb ik het zien groeien naar meer evenwicht. Er zijn nu bij voorbeeld ook veel meer vrouwen op de kandidatenlijsten.''
Bert Middel - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Nee, maar dat hoeft ook niet, want niet iedereen is geschikt om volksvertegenwoordiger te Het is een attitude die je moet hebben. Je moet maatschappelijke problemen kunnen vertalen naar beleid, voeling hebben met de maatschappij. Helaas hebben ook niet alle Kamerleden dat, zelfs niet binnen de PvdA-factie.''
Jeltje van Nieuwenhoven - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het is goed zoals het is.''
Saskia Noorman-den Uyl - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het kan geen afspiegeling zijn, dan zouden bijvoorbeeld ook zwakbegaafde mensen in de Kamer moeten zitten. Als met afspiegeling wordt bedoeld: een afspiegeling van opvattingen die in Nederland leven, dan komt de Kamer dichter in de buurt.''
Rob Oudkerk - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Te veel uit ambtenarenwereld. Dat is niet zo vreemd want buiten die wereld heeft men niet zo'n hoge pet op van het Kamerlidmaatschap. Dat gold _ en geldt ook nog een beetje _ voor mij.''
Peter Rehwinkel - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,In de Kamer is de ambtelijke sector oververtegenwoordigd. Partijen zouden meer mensen bereid moeten vinden om in de politiek te gaan, mensen uit het bedrijfsleven bijvoorbeeld. Maar het blijft moeilijk, een banketbakker zal niet zo makkelijk zijn zaak opgeven om in de Kamer te gaan. Politieke partijen moeten langdurig gericht op zoek gaan naar potentiële kandidaten. Zo'n zoektocht duurt jaren. Ook jongeren zijn ondervertegenwoordigd in de Kamer.''
Margo Vliegenthart - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De collectieve sector is sterk oververtegenwoordigd. Het ontbreken van belangstelling uit andere sectoren wordt wellicht mede bepaald doordat de bezuinigingen vanaf het einde van de jaren zeventig weinig ruimte hebben gelaten voor het voeren van meeslepend beleid. Nu het economisch allemaal weer beter gaat wordt dat wel weer mogelijk, dat maakt de politiek weer aantrekkelijker. Waarschijnlijk wordt het Kamerlidmaatschap daardoor interessanter voor andere sectoren.''
Henk Vos - geen kandidaat:
,,Kamerleden komen te veel uit beschermde milieus. Ambtenaren en onderwijzers zijn te weinig resistent tegen virussen op straat. Het ontbreekt de Kamer aan jongens en meisjes die buiten hebben gespeeld: ondernemers en vakbondsleiders. Ze hebben het er heus voor over om vier jaar in de Kamer te zitten, maar partijen moeten er meer aandacht aan besteden.''
Jacques Wallage - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Politieke afspiegeling is belangrijker dan beroepsmatige afspiegeling.''
Eisso Woltjer - geen kandidaat:
,,De Tweede Kamer bestaat uit mensen die voor kortere of langere tijd van politiek hun beroep maken. Die worden geselecteerd op hun politieke kwaliteiten. Dat kan nooit een afspiegeling zijn van de samenleving. Je ziet dat mensen met een lage opleiding ondervertegenwoordigd zijn en je ziet een oververtegenwoordiging van academici omdat die bepaalde kwaliteiten hebben die samenvallen met de kwaliteiten die je nodig hebt als Kamerlid. Echte afspiegeling is dus onmogelijk. Maar je moet er wel steeds op letten dat er voldoende verbindingen zijn tussen Kamer en samenleving.''
Jan van Zijl - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het aantal 65-plussers is heel gering. Weliswaar hebben de ouderenpartijen voor veel 65 plussers gezorgd, maar kwalitatief loopt dat niet over. En op de nieuwe PvdA-lijst hebben we welgeteld een 65-plusser. In het bedrijfsleven zie je juist dat senioriteit een pre is; daar blijven leden van de Raad van Commissarissen actief tot ver na hun zeventigste.''
Martin Zijlstra - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ik ben met Remkes en Scheltema initiatiefnemer van een wetsvoorstel om de voordelen die gelden voor rijksambtenaren wanneer ze Kamerlid worden, af te schaffen. Het is een poging om de samenstelling van de Kamer minder onevenwichtig te maken. Meer dan 50 procent van de leden is uit de collectieve sector afkomstig. Dus is de Kamer geen goede afspiegeling van de bevolking.''
Leen van Dijke - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Wie in de Tweede Kamer zit, mag in staat worden geacht zich zodanig op de samenleving te oriënteren dat hij zich een volksvertegenwoordiger weet. Anderzijds komen er steeds minder mensen, zoals ik, die de ambachtschool gedaan hebben. Je zou willen dat dat recht getrokken werd, maar de beweging is andersom.''
André Rouvoet - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Bij het woord afspiegeling denk ik vooral aan levensbeschouwelijke en maatschappelijke overtuigingen. En die zijn goed vertegenwoordigd.''
Senioren
Ron Meyer - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Het is jammer dat er weinig Kamerleden zijn die de praktijk van het leven kennen. Kamerleden weten over het algemeen goed hoe ze een wet in elkaar moeten stampen, maar de uitvoering van die wet is voor de meeste een volkomen vreemde zaak.''
Jet Nijpels-Hezemans - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Er zitten veel te veel mensen uit de ambtelijke wereld en het onderwijs in de Kamer. Veel te weinig ouderen, mensen uit het bedrijfsleven en de vrije beroepen.''
Jan Marijnissen - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Er zijn teveel mensen uit het bedrijfsleven in de Tweede Kamer wel zo'n 30 procent en er is niemand van de werkvloer. Uit de bouw of de industrie. Het zijn allemaal academici of ambtenaren.''
Remi Poppe - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De Kamerleden zitten bij de top-10 wat inkomen betreft. Het ontbreekt aan mensen die gewoon in een bedrijf, met hun blote handen, hun brood hebben verdiend.''
Unie 55+
Bertus Leerkes - geen kandidaat:
,,De Tweede Kamer wordt in toenemende mate bezet door doctorandussen. De hele Pvda-fractie bestaat langzamerhand uit doctorandussen en zij treden op als een soort salon-socialisten. En Paul Rosenmöller noemt zich een jongen van het volk, maar dat is hij niet. Parlementariërs in Nederland spreken geen duidelijke taal. Een voorbeeld van wie dat wel doet is niet te vinden; behalve misschien Marcus Bakker vroeger, van de CPN. Dan hoor je Kok in het justitiedebat zeggen "noblesse oblige'. Heel Nederland rent naar de boekenkast om het op te zoeken. In het Nederlandse woordenboek kunnen ze het niet vinden, het staat in het Franse woordenboek: 'adel verplicht', maar dan nog weet niemand waar hij het over heeft. Of dan hebben ze het over een 'majeur probleme'. Waarom zeggen ze niet gewoon 'groot probleem'? Ik erger me daaraan. Er is een kloof tussen de doctorandussen en het volk. Ik kom regelmatig in volksbuurten in Enschede en in winkelcentra. De mensen beginnen me te kennen, ze stappen op me af en zeggen: we snappen er geen donder meer van.''
Jan Dirk Blaauw - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het gaat om ambitie en kwaliteit. Het bedrijfsleven is slecht vertegenwoordigd, maar ze schuiven dan ook bijna geen mensen naar voren. Als het zo niet goed was, zou de maatschappij vanzelf andere mensen sturen om haar af te spiegelen.''
Anke van Blerck - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De wijze van rekruteren is altijd op een bepaalde groep gericht. Er zitten niet voor niets zo veel mensen met een titel in de Kamer.''
Clemens Cornielje - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Er zijn te weinig mensen uit de private sector in de Kamer, dat ligt ook aan de slechte terugkeerregeling. Maar het is geen groot probleem''
Sari van Heemskerck Pillis-Duvekot - geen kandidaat:
,,Hele groepen zijn niet vertegenwoordigd. Vooral het risicodragend deel: bedrijfsleven, ondernemers. Mensen die de gevolgen kennen van hun handelen. Ambtenaren zijn niet risicodragend, hebben een ander gevoel over consequenties.''
Pieter Hofstra - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het bedrijfsleven, maar ook andere maatschappelijke organisaties buiten de overheidssector ontbreken. Ik denk daarbij niet alleen aan werkgevers, maar zeker ook aan werknemers. Ik zeg wel eens tegen werkgevers die zeggen geen tijd te hebben voor het politieke bedrijf dat het dan misschien goed zou zijn als ze hun medewerkers in de gelegenheid stellen, stimuleren misschien, om een politieke functie te aanvaarden. Niet als zetbaas, maar gewoon om ook de stem uit hun sector wat meer te horen. Niet alleen in Den Haag, maar ook bij provincie en gemeente _ waar het trouwens gemakkelijker is, want het gaat daar bijna altijd om deeltijdfuncties.''
Margreet Kamp - geen kandidaat:
,,Alle problemen en opvattingen van de samenleving moeten in de Kamer aan bod komen, daar draait het om. En ik geloof dat het daarmee wel goed zit. De meeste Kamerleden kunnen zich goed inleven in allerlei vraagstukken.''
Willem Keur - geen kandidaat:
,,Tachtig procent van de Nederlandse beroepsbevolking verdient zijn inkomen in het bedrijfsleven. Het midden- en kleinbedrijf is de grootste werkgever. Dat percentage zie je niet weerspiegeld in de Kamer. Negentig procent van het aantal Kamerleden is ambtenaar of afkomstig uit het onderwijs. Soms is het moeilijk om je collega's duidelijk te maken hoe een bedrijf werkt. Als landbouwer en ondernemer (voordat ik in de Kamer werd gekozen was ik mede-eigenaar van een transportbedrijf en een frietfabriek) moet ik allerlei constructies bedenken om te kunnen functioneren als Kamerlid.''
Wim Passtoors - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De Tweede Kamer vormt geen goede afspiegeling. Jan met de pet, gewone mannen en vrouwen, een bijstandsmoeder: die zie je niet in de Kamer. Dat gaat ook niet, daar is het werk te moeilijk voor. Je moet snel een hoop stukken kunnen lezen. We hoeven niet allemaal meester in de rechten te zijn, maar je moet wel een bepaald intelligentieniveau hebben. Het is ook belangrijk dat je in eenvoudige termen kunt praten en dat je kunt luisteren zo kun je wel de groepen met een lagere opleiding vertegenwoordigen. Als Kamerlid moet je eigenlijk regelmatig in kroegen komen, dan hoor je wat er leeft. Ik kom zelf regelmatig in een buurtkroeg en dan ga ik discussies aan. Ook in de groentewinkel. Als dat wat langer doorgaat, vertel ik dat ik in de Tweede Kamer zit.''
Johan Remkes - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De particuliere sector is ondervertegenwoordigd. Het percentage doctorandussen is hoog. Dat uit zich soms in discussies waar de burger zich niet in kan herkennen. De kloof tussen de politiek en de burger is van alle tijden. We hebben ook een representatieve democratie. Er zijn altijd groepen die zich niet herkennen in genomen besluiten.''
Jan Rijpstra - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Partijen moeten zelf zorgen dat er voldoende kwaliteit in de Kamer komt. Ze zouden bezig moeten zijn met het opleiden van talent, en niet een jaar voor de verkiezingen daarmee beginnen.''
Anne Lize van der Stoel - geen kandidaat:
,,De Kamer is een afspiegeling qua opvattingen, niet qua spreiding van beroepsgroepen bijvoorbeeld. De gesubsidieerde sector is goed vertegenwoordigd. Er mogen wel meer mensen in met lokale bestuurlijke ervaring, of bijvoorbeeld voormalige uitkeringstrekkers. Zij weten wat het is om sociaal uitgesloten te worden.''
Jan te Veldhuis - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De meeste Kamerleden hebben gestudeerd, er is vrijwel niemand uit de arbeidersklasse bij. Er praat hier zelden iemand recht uit het hart. Maar ik denk dat het moeilijk anders kan, we werken op een vrij hoog abstractieniveau. Je oordeelt niet op basis van emotie.''
|
