|
Nieuws Achtergronden Opinie Biografieën Links
|
Het paarse kabinet; JUSTITIE, W. Sorgdrager (D66)
Door onze redacteur MARCEL HAENEN Leeftijd: 46 jaar Opleiding: Gymnasium-B, doctoraal examen Nederlands Recht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Loopbaan: Studievoorlichter Technische Hogeschool Twente. Griffier hogeschoolraad Twente. Stafmedewerker College van Bestuur. In 1979 officier van justitie in Almelo en later procureur-generaal. Na een stoet van vooral wetenschappers en advocaten zal voor het eerst sinds 1939 een lid van het openbaar ministerie de scepter zwaaien bij het departement van justitie. Het is voor Winnie Sorgdrager het hoogtepunt in een alleszins stormachtige carrière die haar in vijftien jaar tijd van officier van justitie op het parket in Almelo - onder Gonsalves - bracht tot het ministerschap. Opvallend is dat Sorgdrager, die door haar collega's als de 'benjamin' van de rechterlijke macht wordt gezien, de opvolger wordt van de man die haar heeft ontdekt. Hirsch Ballin benaderde haar in 1991 om procureur-generaal in Arnhem te worden. Vorig jaar vroeg hij Sorgdrager met klem het parket in het ressort Den Haag te gaan leiden. Ze stemde toe, ook al betekende het dat ze om praktische redenen door de week in een flat in Amsterdam woont, gescheiden van haar gezin in het verre Enschede. Ze heeft er wel meer tijd om 's avonds rustig cello te spelen. Ook al is Sorgdrager pas sinds dit jaar PG in Den Haag, niemand was echt verbaasd toen al kort na de Tweede-Kamerverkiezingen haar naam werd gefluisterd als bewindsvrouw voor justitie. Sorgdrager is onverschrokken ambitieus, populair en heeft naam gemaakt als een innemende, daadkrachtige bestuurder. Daarnaast heeft ze een reputatie verworven om steeds als eerste vrouw een bepaalde baan te verwerven. Ze was de eerste Nederlandse vrouwelijke officier van justitie, eerste vrouwelijke procureur-generaal en wie anders dan zij kon daarom de eerste vrouwelijke minister van justitie worden. Dat de keuze op een lid van de staande magistratuur is gevallen voor het ministerschap, is niet verwonderlijk. Nadat Hirsch Ballin zich vooral heeft onderscheiden als wetgever en als de man van het nieuwe politiebestel, is het nu de reorganisatie van het openbaar ministerie die veel aandacht van het ministerie van justitie zal vergen. En juist op dit gebied heeft Sorgdrager expliciete opvattingen. Sorgdrager zag veel van haar eigen opvattingen terug in het rapport van de commissie-Donner die eerder dit jaar concludeerde dat het vervolgingsapparaat dringend versterking behoeft. Ze vindt bijvoorbeeld dat ook niet-juristen deel zouden moeten uitmaken van het openbaar ministerie om de organisatie zo beter geschikt te maken voor het uitvoeren van de bestuurlijke taken die steeds belangrijker worden. Opvallend is ook dat Sorgdrager leiding gaat geven aan een ministerie waarvan zij vindt dat het zich eigenlijk zo min mogelijk moet bemoeien met het openbaar ministerie. Als procureur-generaal was ze er op tegen dat de hoogste ambtenaar van het ministerie namens de minister altijd de vergaderingen van het college van de vijf PG's voorzit. Curieus is ook dat Sorgdrager nu conform de aanbevelingen van Donner zal gaan bepalen wie de leden van de nieuwe Raad van Bestuur zullen zijn die centraal het openbaar ministerie gaan leiden. Dat betekent in de praktijk waarschijnlijk dat ze zal moeten kiezen wie van haar vier voormalige collega's iets anders moet gaan doen. Sorgdrager mist praktisch elke politieke ervaring. Ze zal door D66, een partij waar ze nooit eerder actief voor is geweest, waarschijnlijk als pragmaticus zijn uitverkoren. Voor zover ze een politiek verleden heeft, ligt dat bij de VVD waarvan ze in haar vroege jeugd lid is geweest. Als ze daar aan werd herinnerd, wimpelde ze dat lidmaatschap af als een jeugdzonde. |
NRC Webpagina's
19 augustus 1994
|
Bovenkant pagina |