NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Cahier Koninkrijksrelatie

Op Curaçao draait het om mama's

Door onze redacteur MARGRIET OOSTVEEN
Curaçao heeft veel tienermoeders. Lusten en lasten in een matriarchaat, waar vrouwen in een netwerk elkaar en de mythes in stand houden.


Tienermoeders in Kas Broeder Pius. Rechts op de foto Sannice (17), met haar drie weken oude baby. (Foto Catrien Ariëns)

Sjurrika (19) gaat wandelen. De afrokam is opgeborgen, ze trekt een lange broek aan, een wijd T-shirt. Ze mag zich niet te sexy kleden. Geen strak topje zoals meisjes op Curaçao die graag dragen. Platte schoenen, maar de kleine zilveren Playboy-bunnies blijven in haar oren. Tikkeltje mascara, klaar.

Directrice Ruth Stanberg glimlacht en knikt. Zo mogen haar pupillen naar buiten. In opvanghuis Kas Broeder Pius in Willemstad wonen twaalf tienermoeders en hun zeven baby's. Een derde van de meisjes, tussen vijftien en twintig jaar oud, is nog zwanger. In het opvanghuis is een oppas, zodat ze naar school kunnen. Ze leren er opvoeden, met geld omgaan en dat je tegen een man ook 'nee' kunt zeggen. Tot ze - zoals de meeste tienermoeders - weer bij hun eigen moeder terechtkunnen. Van alle kinderen geboren op Curaçao heeft volgens de Taskforce Antilliaanse Jongeren in Willemstad twaalf procent een tienermoeder - in Nederland is dat nog geen half procent. De meisjes in Kas Broeder Pius kennen allemaal een of meer leeftijdgenoten die ook zwanger raakten. ,,Per ongeluk', is steevast het antwoord. Wat heeft hun moeder over de mannen verteld? ,,Niks!'. Sannice (17, sinds drie weken moeder): ,,Mijn moeder zei: 'Pas op dat je niet zwanger raakt'. Maar hoe je zwanger kan worden vertelde ze niet.'

Het overgrote deel van de Curaçaose bevolking is katholiek. Stanberg: ,,Rond voorlichting overheerst de schaamte, meisjes denken vaak pas aan anticonceptie na hun eerste kind en abortus is op het eiland nog taboe. De meeste meisjes die hier binnenkomen zijn er ook veel te laat voor - ze zeggen niets tot het voor de buitenwereld zichtbaar wordt. Maar als een meisje abortus wil, zijn wij bereid daar met haar ouders over te praten.'

Tienermoeders uit achterstandsbuurten vormen een meerderheid. Sjurrika kon met haar eenjarige zoontje niet bij haar moeder in de arbeiderswijk Buena Vista blijven. Daar waren al te veel familieleden ingetrokken - woningen zijn hier schaars. Mechi (19), kreeg haar dochter die nu bijna drie is in Kas Broeder Pius. Eenmaal weer thuis, op haar zeventiende, kreeg ze opnieuw een kind. (Stanberg: ,,Dat is het probleem: meisjes die jong een kind krijgen hebben er op hun negentiende vaak al drie.')

Mechi's moeder vertrok naar Nederland, Stanberg besloot Mechi en haar kinderen opnieuw op te nemen om ze ten minste behoorlijk te kunnen voeden. Nog steeds zegt Mechi: ,,Een kind is een zegen van God.' Ze heft daarbij de handen niet zonder drama ten hemel.

Curaçao is een moedermaatschappij. Hoe groot het aantal eenoudergezinnen op het eiland is weet niemand precies, maar over de Antilliaanse gemeenschap in Nederlandse grote steden zijn wel cijfers. In Rotterdam bijvoorbeeld bestaat de Antilliaanse gemeenschap voor driekwart uit alleenstaande moeders met kinderen. De antropologe Marion van San haalt in haar proefschrift Stelen en steken ('Delinquent gedrag van Curaçaose jongens in Nederland') Antilliaanse gezegden en scheldwoorden aan: de moeder heeft onverminderd de hoofdrol. Dat geeft status. Ruth Stanberg: ,,De zwangere meisjes hier zeggen vaak: 'Ik heb het gewild. Dan ben ik iemand'.' Maar ook wordt zo de verantwoordelijkheid voor de kinderen bij de moeder gelegd.

,,Emancipatie?', zegt Lelia Pieters Kwiers, lid van de Eilandraad en voorzitter van het Bureau Vrouwenzaken op Curaçao: ,,Wat dat betreft zijn we onvergelijkbaar met Nederland. En desondanks redden Curaçaose vrouwen het zonder man - dat was Nederlandse feministen onder onze omstandigheden nooit gelukt.'

Moeders voeden op en zijn vaak kostwinner, zegt ze. ,,Vrouwen redden het met steun van hun moeders, zusters. Maar als ze naar Nederland vertrekken en dat netwerk wegvalt, dan is het moeilijk de verantwoordelijkheid in je eentje te dragen.' Reden, ontdekte Marion van San tijdens haar promotie-onderzoek, waarom Curaçaose moeders in Nederland liever zwijgen als hun kind ontspoort: zij alleen worden op het eiland aangewezen als schuldige. Tata tin hopi ma mama ta uno sin, is een Antilliaans gezegde: 'Er zijn vele vaders maar een mens heeft maar een moeder'.

Vele vaders. Vooral in achterstandsgezinnen op Curaçao wordt het niet als een belediging opgevat als je een moeder vraagt van hoeveel vaders haar kinderen zijn. Waar zijn hun mannen, de ,,zielige zwalkers', zoals de Curaçaose schrijver Boelie van Leeuwen ze noemt? ,,Bij andere vrouwen', zegt Lelia Pieters Kwiers. Bysides, heten zij op het eiland. Pieters Kwiers: ,,Het komt heel veel voor. En ik kan een vrouw dan wel zeggen dat ze dat niet moet pikken, maar dat is theorie. Soms geeft haar man haar toch wat geld en die vrouw moet straks wel eten.'

,,Jongens!', roept Sannice in Kas Broeder Pius. ,,Als ze horen dat je zwanger bent, rennen ze gauw weg! En als ze toch bij je blijven, dan betekent dat meestal dat ze er een vriendin bijnemen.' Nela (15, zwanger): ,,Ze doen niks voor je en ze willen toch de baas spelen over je kind. Zeuren over muggenbulten, en welke kleren 'ie aanmoet.'

Pieters Kwiers noemt de macho man een typisch Caraibisch fenomeen: ,,Hij heeft twee karakteristieken. Eerst wil hij alles doen en geeft hij zijn vrouw geen ruimte. Met hoge borst: 'Ik onderhoud mijn vrouw'. Maar zodra er iets misgaat, hij bijvoorbeeld zijn werk verliest, dan kan zijn vrouw het uitzoeken. Dan gaat de macho man zwaar op haar leunen.'

Maar vrouwen, zegt Pieters Kwiers, hebben het er ook zelf naar gemaakt: ,,Zonen mogen alles, dochters niks.' Thelma Walroud, voorzitter van het Curaçaose vrouwencentrum SEDA, wil evenwel ,,de mythe omvergooien dat onze mannen allemaal macho's zijn'. Volgens haar ,,ligt het er helemaal aan uit welke sociale groep je komt'. Mensen in armoede, stelt ze, spiegelen zich graag aan de status van machthebbers. ,,En wie waren dat hier vanouds? De slavenbezitters.' Ze wil de slavernij beslist niet de schuld geven. ,,Maar om het probleem op te kunnen lossen moeten we wel rekening houden met het patroon. Het is hier generaties lang doorgegeven: slaven mochten niet trouwen; de shon (slavenbezitter) kwam langs om je te ontmaagden. Er liep hier op het eiland een Nederlander rond met 85 kinderen!' Vorig jaar maakte ze tijdens een kerstdiner voor schoolkinderen mee hoe een van hun moeders op het schoolplein tot bloedens toe werd geslagen door haar man. Ontzet: ,,De reactie van de kinderen was: hij heeft het recht. Want die vrouw heeft niet naar hem geluisterd.'

Tot een paar jaar geleden werden zwangere meisjes op Curaçao nog van school verwijderd: dropouts werden ze, niet zelden op zoek naar een man om hen financieel bij te staan, die hen weer verliet, waarna meer mannen volgden, en kinderen. Naar school mogen tienermoeders inmiddels wel. Walroud: ,,Maar we blijven allemaal schuldig. Er heerst hier een enorme armoede waar men zich niet van bewust wil zijn. Tienermoeders zijn maar een van de gevolgen. Dan zeg ik: wat je zaait, zal je oogsten.'

NRC Webpagina's
17 december 1998

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad