U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Kinderporno

Nieuws

Bestrijding

Wetgeving

Zandvoortse zaak

Internet

Kunst

Links

Nieuwe media, nieuwe grenzen

MARIE-JOSÉ KLAVER
Voor een artikel over kinderporno op Internet infiltreerde de Amerikaanse journalist Larry Matthews in chatrooms en deed - op zoek naar verboden foto's - mee aan de online handel in kinderporno. De FBI deed hetzelfde - op zoek naar criminelen - en arresteerde de 54-jarige reporter. Matthews beweert dat hij onderzoek deed voor een artikel. Maar volgens het openbaar ministerie gedroeg hij zich niet als een journalist. Bovendien staan journalisten niet boven de wet, aldus Justitie.

Hoe ver mag een journalist gaan in cyberspace?

Matthews' verweer dat zijn journalistieke recht op vrije nieuwsgaring inhoudt dat hij mee mag doen aan de handel in kinderporno om vast te stellen dat zulke praktijken plaatsvinden op Internet, is niet sterk. Internet stelt immers iedereen in staat om journalist te zijn en artikelen te publiceren.

Internetjournalist Francisco van Jole, free lancer voor de Volkskrant en redacteur van de online publicatie Daily Planet, bewaart soms kinderporno die hij op Internet aantreft op zijn computer. ,,Als ik niet over de plaatjes schrijf, gooi ik ze meteen weer weg. Als ik er over schrijf, bewaar ik ze enige tijd als bewijsmateriaal.''

Van Jole is niet van mening dat journalisten zonder meer recht op verschoning hebben als ze voor een artikel mee doen aan illegale praktijken. ,,Dat ligt aan de omstandigheden. In het geval van kinderporno gaat het veelal om een gesloten ondergronds circuit. Als je daar wilt infiltreren, zul je aan de verspreiding deel moeten nemen en ben je strafbaar. Aan de andere kant ben ik niet van mening dat een journalist door Justitie hetzelfde behandeld moet worden als een beroepscrimineel.''

Peter Olsthoorn van Planet Multimedia, een online magazine over Internet en telecommunicatie, wil zich niet schuldig maken aan illegale activiteiten als hij bronnen voor een artikel controleert. Toen hij eind vorig jaar van een hacker een lijst met ruim 54.000 gebruikersnamen en toegangscodes van klanten van de Internetaanbieder World Online kreeg, heeft hij een aantal gebruikers hun wachtwoord gemaild met de vraag of het klopte. De accounts eigenhandig uitproberen vond Olsthoorn te riskant.

Toen Van Jole vorig jaar twee adressen van websites in de Digitale Stad Leiden (DSL) publiceerde waar kinderporno op stond, raakte de Internetaanbieder door "digitaal ramptoerisme' volledig overbelast.

DSL verweet de journalist onjuist gehandeld te hebben. ,,Van Jole had in dit specifieke geval zijn bevindingen moeten melden aan Justitie, aan het Meldpunt Kinderporno en aan de DSL."

In een reactie zei Van Jole niet verantwoordelijk te zijn ,,voor gedragingen van Internet-gebruikers. Evenmin is het de taak van de Daily Planet om mee te werken aan de opsporing en vervolging van strafbare feiten.'' Als Van Jole zijn vondst eerst bij de politie en de provider had gemeld, zou het materiaal waarschijnlijk direct zijn verwijderd en was zijn verhaal in het water gevallen.

Een omgekeerde situatie deed zich een paar jaar geleden voor. New York Times-journalist John Markoff creëerde zijn eigen primeur door de FBI te assisteren bij de opsporing van de voortvluchtige computerkraker Kevin Mitnick. Markoffs artikelen over de jacht op Mitnick en diens arrestatie haalden op 15 en 16 februari 1995 de voorpagina van de New York Times. Een paar dagen later schreef Markoff voor zijn krant een persoonlijk verslag over zijn jarenlange strijd tegen Mitnick waaruit bleek hoe nauw de journalist was betrokken bij de arrestatie van de hacker. De Times vond het niet nodig de lezers meteen te informeren over Markoffs persoonlijke betrokkenheid bij de zaak-Mitnick.

Internet is nog zo'n nieuw medium, dat ook de journalistieke grenzen nog niet vastliggen.

NRC Webpagina's
2 mei 1998

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad