NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Desert Fox

Nieuws

Achtergrond

Documenten

Links

Saddam wil slachtoffer Westen zijn

Door onze redacteur MICHAEL STEIN
AMSTERDAM, 17 DEC. Saddam Hussein heeft weloverwogen de inspecteurs van de VN-wapencommissie UNSCOM tegengewerkt.

De Iraakse president Saddam Hussein heeft willens en wetens de huidige oorlog tegen zijn land uitgelokt. Hij maakte UNSCOM, de Speciale Commissie van de VN voor de Ontwapening van Irak, het leven zó zuur dat president Clinton wel hard móest terugslaan. Hij kon onmogelijk voor de derde maal in nog geen jaar tijd zijn dreigementen in lucht laten vervagen.

Precies een maand geleden zegde Saddam nadrukkelijk en voor de zoveelste maal ‘volledige en onvoorwaardelijke toegang' toe tot alle documenten en plaatsen die UNSCOM wilde onderzoeken. Saddam deed dat, nadat zowel de Golfstaten als Egypte en Syrië nadrukkelijk hadden gesteld dat als hij zich niet hield aan de dwingende resoluties van de Veiligheidsraad, de consequenties voor zijn rekening waren.

Maar nog geen twee weken na die belofte werden de UNSCOM-inspecteurs op alle mogelijke manieren tegengewerkt. Zo mochten zij een hoofdkwartier van de Ba'ath-partij niet doorzoeken, omdat dit ‘geen overheidsgebouw' was. Verzoeken om documenten inzake chemische wapens te overhandigen werden botweg geweigerd, inspecties op vrijdag niet langer toegestaan. Een basis van de Mujahedeen Khalq, de Iraanse tegenstanders van het regime in Teheran en ‘gasten van de Iraakse regering', mocht niet worden bezocht. Uit een kantoor van een van de veiligheidsdiensten waren, vlak voor de komst van de UNSCOM-inspecteurs, alle dossiers en meubels weggehaald. Het kantoor was ,,naar een onbekende bestemming verhuisd''. Een Iraakse legerhelikopter bedreigde een UNSCOM-helikopter door er rakelings boven te vliegen. Enzovoorts, enzovoorts.

Saddam deed dat weloverwogen. Volgens Irakezen die in het verleden met hem hebben samengewerkt, beschouwt hij Clinton als een Lulletje Rozewater, een doetje, die van macht en machtsuitoefening niets begrijpt. Voor de macho Saddam is de Lewinsky-affaire een verachtelijk bewijs van slapheid, een echte Leider onwaardig. Hij verwacht dan ook niet dat de Amerikaanse bombardementen lang zullen aanhouden, omdat de televisiebeelden Clinton zullen dwingen ze te staken. Hij rekent er evenmin op dat de bombardementen Irak uiteindelijk zodanig zullen beschadigen dat hij daardoor de macht kwijtraakt. Want hoe harder de Amerikanen toeslaan, des te beter kan hij zich voordoen als slachtoffer van het Westen en als kampioen van de Arabische wereld.

De verwachting is dat Saddam tegen de Arabische wereld en zijn vrienden in de Veiligheidsraad (Frankrijk, Rusland, China, Maleisië en Namibië) zal zeggen: ,,Ik liet op aandrang van jullie UNSCOM opnieuw toe. En zie wat er gebeurt: het Iraakse volk wordt nu nog verder uitgemoord — op instigatie van Butler, de baas van UNSCOM en de knecht van de imperialisten en zionisten.''

Dan kan Saddam eens en voor altijd afrekenen met de Ontwapeningscommissie, die volgens hem uitsluitend ten doel heeft Irak te bespioneren en te verzwakken. Hij zal de Arabische landen oproepen het embargo te breken onder het thans reeds zo veel gehoorde motto dat de Veiligheidsraad van de VN ,,met twee maten meet — één tegenover Israel, een totaal andere tegenover moslimlanden als Irak en Libië''.

Hoe zullen de Arabische staten reageren? Hun houding hangt helemaal af van wat Washington doet. Vorige maand beloofden de Amerikanen de Golfstaten eens en voor altijd met Saddam af te rekenen. Daarop besloten de Golfstaten Washington te steunen. En onder hun druk schaarden Egypte en Syrië zich aan hun zijde.

Of dat nu wederom gebeurt, als de eerste Iraakse slachtoffers op de televisie te zien zijn, valt niet te voorspellen. Mogelijk zullen de Arabieren zeggen: ‘Hij deed toch zijn best? En wat kreeg hij ervoor terug?'. Als die opvatting de politiek van een aantal regeringen zal bepalen, heeft Saddam de oorlog tegen Amerika gewonnen.

NRC Webpagina's
17 december 1998
    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad