NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Desert Fox

Nieuws

Achtergrond

Documenten

Links

Kruisraket houdt favoriete status

Door MENNO STEKETEE
ROTTERDAM, 17 DEC. De Verenigde Staten hebben een eerste begin gemaakt met de afstraffing van Irak. Het is nog niet veel in vergelijking met de bombardementen van 1991.

Harde klappen hebben de Verenigde Staten beloofd Irak te geven: volgens de jongste berichtgeving lijkt daar tot op heden nog maar een eerste begin mee te zijn gemaakt. Vanaf schepen en onderzeeboten in de Golf, en vanaf B-52 bommenwerpers werden vannacht honderden kruisraketten afgevuurd. Vliegtuigen die zijn gestationeerd in de Golfregio voerden aanvallen uit met geleide wapens. Deze zijn geavanceerder dan die welke tijdens de Golfoorlog in 1991 werden ingezet.

Het grootschalige gebruik van de kruisraket bevestigde weer eens terloops zijn favoriete status. Operatie Desert Fox is hiermee weliswaar de grootste sinds de Golfoorlog van 1991. Maar toen voerden de 2.500 vliegtuigen van de anti-Iraakse coalitie gedurende zes weken meer dan 100.000 missies boven Irak uit. Daarnaast lanceerden ze honderden kruisraketten. Nu zijn in de regio maar 200 gevechtsvliegtuigen gestationeerd. Wel zijn nog een extra vliegdekschip en gevechtsvliegtuigen van de luchtmacht onderweg, maar de iets meer dan 100 toestellen vallen nog steeds in het niet bij de luchtarmada van de Golfoorlog.

De belangrijkste beperking op de omvang van de aanvallen, is de tijdslimiet die wel gesuggereerd wordt in verband met het begin van de islamitische vastenmaand Ramadan, komend weekeinde. De gebruikte bommen en raketten moeten in vergelijking met die welke in 1991 zijn ingezet wel heel veel ‘slimmer' zijn geworden, wil deze numerieke wanverhouding worden gecompenseerd. Of de Amerikaanse en Britse inlichtingendiensten moeten sinds het Golfconflict grote vorderingen hebben gemaakt bij het lokaliseren van Saddam Husseins zwakke plekken. Maar heel aannemelijk is dat niet: als Westerse spionagediensten nauwkeurig op de hoogte waren geweest van de bergplaatsen van biologische en chemische wapens, dan waren deze bij eerdere gelegenheden vernietigd.

De doellijst van de jongste acties waren van tevoren bekend: luchtverdedigingsinstallaties, commandocentrales en hoofdkwartieren, vermeende opslagplaatsen van chemische en biologische wapens en, niet op de laatste plaats, kazernes van de Speciale Veiligheidsorganisatie, SVO. Deze organisatie wordt verantwoordelijk geacht voor zowel de beveiliging van de Iraakse president Saddam Hussein, als voor het verbergen van de chemische en biologische wapens, en — wellicht — Scudraketten.

Ondanks de zelfverzekerde toon over het succes van de aanvallen zal in Washington de vraag worden gesteld: hoe verder? Het is niet aannemelijk dat de klappen die nu worden uitgedeeld genoeg zullen zijn voor het vernietigen van de verborgen wapens en de arsenalen van Saddam Husseins troepen en geheime diensten. Het luchtoffensief van 1991 bleek daartoe evenmin in staat. Niet toevallig sprak Clinton in zijn rede van gisteravond ook van ,,verzwakken'' en niet van uitschakelen van Iraks militaire capaciteit. Ook sprak hij weer van het geven van een ,,boodschap'' aan het adres van de Iraakse leider. Algemeen wordt aangenomen dat de massavernietigingswapens zelf, de apparatuur die nodig is voor de productie, en de documenten waarin de expertise voor de aanmaak is vervat, van de ene plaats naar de andere vervoerd. Mobiele doelen zijn niet of nauwelijks met kruisraketten of andere geleide bommen te treffen. En dan blijft het ook nog de vraag of, als werkelijk alle doelen zijn getroffen, het geheugen van de Iraakse wapentechnologen zo slecht is, dat deze programma's niet op elk gewenst moment opnieuw kunnen worden gestart.

De aanvallen geven aan dat de VS voor het gewapenderhand bekrachtigen van de buitenlandse politiek steeds minder afhankelijk zijn van vliegbases in het buitenland. Dit is geheel conform het recent geformuleerde credo van de luchtmacht: global reach, global power. Bij vorige keren dat bombardementen op Irak werden overwogen waren de vooral Saoedische vliegvelden onontbeerlijk voor het uitvoeren van een offensief. Op deze vliegbases, die voor deze actie tot dusverre niet zijn gebruikt, stonden toen met name ondersteuningsvliegtuigen, zoals vliegende radarposten van het type AWACS, tankervliegtuigen en radarstoringstoestellen.

NRC Webpagina's
17 december 1998
    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad