Irak kan Westerse vliegtuigen nauwelijks raken
Door MENNO STEKETEE
ROTTERDAM, 28 DEC. Het dreigement van Irak om ‘vijandelijke' vliegtuigen neer te schieten die in de No-fly zones patrouilleren, kan niet bijzonder serieus worden genomen. Dit komt vooral doordat de Iraakse luchtmacht praktisch niet meer bestaat sinds de modernste vliegtuigen in 1991 de wijk naar Iran hebben genomen. Daarnaast kunnen de Westerse vliegtuigen zich succesvol teweer stellen tegen de geavanceerde luchtafweerraketten en het ‘gewone' luchtdoelgeschut simpelweg uit de weg gaan. ,,Om Westerse toestellen te raken, moet God je wel heel erg zegenen'', verkondigde het voormalige hoofd van de Iraakse militaire inlichtingendienst, generaal Wafiq al-Samara'i, tegen een Amerikaanse krant. De Iraakse luchtverdediging is er sinds de Golfoorlog in 1991 niet éénmaal in geslaagd een Amerikaans, Brits of Frans toestel te treffen.
Irak beschikt nog over honderden batterijen luchtdoelraketten — op papier althans. Het gaat hierbij om een hele familie SAM-raketten van Sovjet-makelij, maar ook om de Franse Roland en de Amerikaanse Improved Hawk. Batterijen van het laatste type hebben de Irakezen op Koeweit buitgemaakt. De radar- of infrarood-geleidingssystemen van deze raketbatterijen zijn echter bij Westerse luchtmachten zó bekend, dat ze ‘blind' kunnen worden gemaakt met storingsapparatuur, of door het afwerpen van ‘fakkels' kunnen worden afgeleid.
Daarnaast hebben de Iraakse strijdkrachten nog duizenden stuks luchtafweergeschut. Ook hiervoor geldt dat de radar-geleiding betrekkelijk eenvoudig kan worden gestoord. Ook kunnen de vliegtuigen boven het ‘plafond' van dit geschut patrouilleren. Wat de Irakezen rest, is lukraak salvo's afvuren. De televisiebeelden van nachtelijke aanvallen op Bagdad getuigen hiervan.
Dit betekent niet dat de Iraakse luchtafweer de toestellen niet bij herhaling heeft geprobeerd neer te schieten. Eén van de toegepaste trucs daarbij is de schaarse eigen toestellen juist buiten de No-fly zone te laten vliegen. In de hoop dat een Westerse tegenstander de achtervolging inzet, is een hoge concentratie luchtafweer opgesteld. Een ander foefje heet: lock after launch. Hierbij wordt de radar waarmee een raket naar het doel wordt geleid pas aangezet als de raket op goed geluk de hoogte in is geschoten. Wanneer het projectiel in de buurt is van het doel èn het geleidingssignaal oppikt heeft de radarwaarschuwingsapparatuur in het gevechtsvliegtuig maar heel weinig tijd om te reageren.