Verenigde Staten zijn niet alleen de baas
Piet Buwalda
Saddam Hussein is een misdadig leider die niet alleen zijn volk te
gronde richt, maar met zijn pogingen chemische, biologische en nucleaire
wapens te vervaardigen een gevaar voor de wereld vormt. Daar moet wat
tegen gedaan worden en alleen de Verenigde Staten kunnen voor dat doel
als politieman optreden. In die zin heeft premier Kok dan ook terecht
begrip voor het Amerikaanse optreden uitgesproken.
En toch bekruipt mij ongerustheid over de manier waarop de Amerikaanse
president en de Britse premier de jongste actie tegen Irak hebben
ondernomen. Die ongerustheid berust op drie overwegingen.
In de eerste plaats is allerminst duidelijk wat het uiteindelijke doel
van Clinton en Blair is geweest. Als het erom ging Saddams positie te
verzwakken, moet geconstateerd worden dat diens
populariteit in zijn eigen land en in een groot deel van de Arabische
wereld alleen maar is toegenomen, omdat hij de door het Westen geslagen
hond kan spelen. Nu de actie al na enkele dagen is afgelast, zijn we wat
dat betreft in feite terug bij af.
In de tweede plaats hebben Amerika en Engeland, door deze actie te
ondernemen zonder enig vooroverleg met de Veiligheidsraad of zelfs maar
met de naaste bondgenoten, wel een heel groot deel van de regeringen en
de publieke opinie in de rest van de wereld tegen zich in het harnas
gejaagd.
Mijn derde reden voor ongerustheid is de belangrijkste. Mag een land een
ander land, hoe kwalijk ook de regering daar, zo maar militair aanvallen? Hebben we niet de Verenigde Naties opgericht
juist om dat te voorkomen? Ik weet het, vooral de Amerikanen hebben al
weken lang gesteld dat de laatste, unaniem aangenomen,
Veiligheidsraadsresolutie inzake Irak hen machtigde zonder nadere
autorisatie geweld tegen Saddam te gebruiken. Maar alleen al de reacties
van de drie overige permanente leden van de Veiligheidsraad, Frankrijk,
Rusland en China, maken duidelijk dat dat niet juist kan zijn. Die drie
hebben, toen zij voor die resolutie stemden, de tekst kennelijk absoluut
niet zo opgevat dat deze bij schending van de voorschriften door Irak
een machtiging tot onmiddellijk gewapend optreden
inhield.
Bij lezing van de tekst van de resolutie 1205 (5 november) van de
Veiligheidsraad, kan ik hun slechts gelijk geven. De operatieve
paragraaf ervan stelt: ,,[The Council] decides, in accordance with its
primary responsibility under the Charter for the maintenance of
international peace and security, to remain actively seized of the
matter.'' Wie daaruit een machtiging tot gewapende actie kan afleiden,
mag het zeggen.
Toegegeven, de resolutie is uitdrukkelijk geplaatst in het kader van
Hoofdstuk VII van het Handvest van de VN , het 'handhavingshoofdstuk'
dat in artikel 42 spreekt over ,,action by air, sea, or land forces as
may be necessary to maintain or restore international peace and security.'' Maar dat artikel 42 maakt volstrekt duidelijk
dat een dergelijke actie alleen kan worden geïnitieerd door de
Veilgheidsraad zelf.
Als het principe zou worden aanvaard dat de VS , in zijn functie van
wereld-politieman, in zijn eentje beslissingen over het handhaven van
vrede en veiligheid kunnen nemen, wat let dan straks de Russen om
hetzelfde recht te claimen in de landen die tot de Sovjet-Unie hebben
behoord? Of bijvoorbeeld Zuid-Afrika in Lesoto of Angola? Ja, wat blijft
er over van het gezag van de Veiligheidsraad, waarvan wij net met zoveel
moeite lid zijn geworden?
Dr. P. Buwalda is oud-ambassadeur.