Dossier Desert Fox
Nieuws
Achtergrond
Documenten
Links
|
Veiligheidsraad mag puinruimen
Door onze redacteur ROBERT VAN DE ROER
ROTTERDAM, 21 DEC. Operatie Desert Fox is voorbij. Maar de VS
en Groot-Brittannie hebben geen vervolgstrategie om Saddam in toom te
houden.
Tijdens een vorige Irak-crisis, in februari van dit jaar, belde de
nationale veiligheidsadviseur van president Clinton, Sandy Berger,
midden in de nacht een medewerker uit bed met de wanhopige uitroep:
,,Wij hebben geen strategie!'' Zijn er nu, na vier dagen van
luchtaanvallen op Bagdad, weer zulke telefonades in Amerikaanse
regeringskringen?
Zeker is dat de Verenigde Staten en Groot-Brittannie nog geen duidelijke
vervolgstrategie hebben ontvouwd hoe zij op afzienbare termijn hun
belangrijkste politieke doelen kunnen bereiken: vernietiging van Iraks
massavernietigingswapens, en beteugeling of desnoods omverwerping van
Saddam Hussein. ,,Wij hebben een toekomstige strategie nodig'', zei de
Britse premier Blair dit weekeinde.
Washington en Londen willen allereerst dat de wapeninspecteurs van de
Speciale Commissie van de VN (UNSCOM) weer onder normale omstandigheden
aan het werk gaan in Irak. Zij dreigen met nieuw geweld, maar
onduidelijk is hoever zij precies willen gaan om Saddams wapenprogramma
te beknotten. Irak wil UNSCOM nooit meer toelaten, en ook Frankrijk en
Rusland opperen nieuwe - minder agressieve - wapeninspecties in Irak.
Het resultaat of het effect van de bombardementen is nog niet vast te
stellen. Saddam mag dan zwaar getroffen zijn in zijn militaire
capaciteit en zijn vermogen tot het maken van massavernietigingswapens,
de exacte mate blijft voor de buitenwereld een vraag omdat het hier
verborgen wapens betreft. De Iraakse leider lijkt op dit moment in elk
geval meer springlevend dan UNSCOM.
Van Bagdad verplaatst het toneel zich nu weer naar New York, waar
vandaag al de totaal verdeelde Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
begint met puinruimen en vervolgens met het morning-after-scenario. Na
hun unilaterale militaire actie keren de Amerikanen en Britten terug in
de weerbarstige realiteit van de multilaterale diplomatie: voor het door
hen gewenste politieke vervolg zijn ze afhankelijk van hun - met Irak
sympathiserende - collega-lidstaten als Rusland, Frankrijk en China.
Welk besluit voor Irak uit deze centrifuge tevoorschijn komt is niet
voorspelbaar, maar nieuw hoogoplopend beraad is zeker. Daarvoor is het
hele Irak-beleid te zeer verstrengeld.
Zo zijn de economische sancties sinds de Golfoorlog
van 1991 gekoppeld aan een goede uitkomst van de wapeninspecties, en is
het olie-voor-voedselprogramma, dat Irak in staat stelt per zes maanden
voor 5,25 miljard dollar olie te verkopen en daarvoor onder meer voedsel
en medicijnen te kopen, weer gekoppeld aan de handhaving van de sancties
en een ingewikkeld compensatieplan voor oorlogsslachtoffers in Koeweit.
Een diplomatieke strijd over een totale herziening van dit beleid lijkt
onvermijdelijk.
De Franse president Chirac gaf dit weekeinde al aan wat de Amerikanen en
de Britten als inzet van Parijs kunnen verwachten: hij wil een opheffing
van het olie-embargo, wat Washington en Londen niet willen.
Tegelijkertijd wil hij dat de wapencontroles doorgaan, maar dan door een
,,nieuwe organisatie'', met ,,nieuwe methoden''. Frankrijk wil een
,,fundamentele herziening'' van het VN-beleid jegens Irak.
Ruslands wensen komen overeen met de Franse verlangens. Ook Moskou wil
af van UNSCOM, en van haar zelfverzekerde en krachtig optredende chef
Richard Butler. De Russische premier Primakov zei dit weekeinde dat er
nu een politieke oplossing moet worden gevonden, zodat de luchtaanvallen
niet worden herhaald. Moskou wil eveneens een herziening van de sancties
en de huidige wapeninspecties terugschroeven naar een vorm lange-termijn
monitoring. Oftewel: exit UNSCOM, en in de plaats daarvan een andere
groep, meer in de stijl van bijvoorbeeld het Internationaal Atoomenergie
Agentschap, dat in veler ogen minder agressief dan UNSCOM controleert.
Grote vraag blijft wat Irak wil. UNSCOM komt er wat Bagdad betreft niet
meer in. Maar gaat Saddam akkoord met lange-termijn-controles van
zachtere aard? En leggen de Amerikanen en Britten zich daar bij neer, of
niet? De Britse premier Blair zei dit weekeinde dat ,,we een veel beter
regime nodig hebben waar Saddam netjes aan gaat meewerken''. De
Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Albright, zei dat
,,inspecteurs op de grond'' de beste methode is. Maar als dat niet lukt,
,,dan hebben we andere middelen [satellieten etc.] voor het monitoren,
en zoals ik heb gezegd, wij behouden ons het recht voor om geweld te
gebruiken''. Daarmee is de toekomst van UNSCOM ongewis, en de inzet van
debat in de V-raad.
De VS en de Britten zijn op dit punt innerlijk tegenstrijdig: ze willen
dat de wapeninspecteurs teruggaan, maar zij geloven dat Saddam toch niet
met hen meewerkt, met of zonder UNSCOM. Zij sturen niet voor niets nu al
nieuwe troepen. Maar moeten die straks weer toeslaan als Saddam weer
niet meewerkt? En hoe lang is zo'n beleid vol te houden? Deze vraag
houdt nauw verband met een andere steeds terugkerende vraag waar
Washington en Londen nog geen antwoord op lijken te hebben: hoever
willen ze gaan om Saddam niet alleen in zijn kooi te houden, zoals Blair
zegt, maar ook om hem uiteindelijk te verwijderen?
|
NRC Webpagina's
21 december 1998
|