Arafat in spagaat tussen Irak en Amerika
Palestijnen betogen tegen de Amerikaanse aanvallen op Irak. Ze brengen
de Palestijnse leider Arafat, die vier dagen geleden president Clinton
ontving, in een moeilijk parket.
Door onze correspondent CAROLINE DE GRUYTER
JERUZALEM, 18 DEC. Uit woede over de Amerikaanse luchtaanvallen op Irak
zijn gisteren en vandaag duizenden Palestijnen de straat opgegaan. De
demonstranten, meest schooljeugd, schreeuwden leuzen als ,,Clinton jij
lafaard, ga rokkenjagen!'' en ,,Dood aan Amerika''. Zij verbrandden
dezelfde Amerikaanse vlaggen die het Palestijnse Gezag hun eerder deze
week had gegeven om de Amerikaanse president in Gaza en Betlehem welkom
te heten. Zij riepen de Iraakse leider Saddam Hussein op om, net als in
1991, Scuds op Israel af te vuren. In sommige steden raakten zij slaags
met Israelische soldaten. In Ramallah werd een Palestijn door
Israelische kogels gedood. ,,Ik kan niet begrijpen waarom Amerika met
twee maten meet'', zegt Rula, een 16-jarige demonstrante die in Betlehem
stond toe te kijken hoe schoolgenoten Israelische soldaten met stenen
bekogelden. ,,Als Saddam zich niet aan VN-resoluties houdt, krijgt hij
slaag. Als Israel VN-resoluties aan zijn laars lapt, doet Amerika niets.
Iedereen weet dat UNSCOM met de Mossad samenwerkt.'' Anders dan in
februari, tijdens een vorige Irak-crisis, heeft PLO-leider Yasser Arafat
de demonstraties niet verboden. Maar dat die hem in een moeilijk parket
brengen, is duidelijk. Hij kan de straat niet negeren, maar wil zijn
kersverse warme banden met het Witte Huis evenmin verspelen. Als uiting
van die moeizame spagaat zwijgt hij zelf in alle talen, en roept bij
monde van zijn medewerkers op tot een ,,diplomatieke oplossing''. Nog
maar vier dagen geleden ontving Arafat in Gaza Bill Clinton, die als
eerste Amerikaanse president op Palestijnse grond zei dat de Palestijnen
vrij zijn hun ,,eigen lot te bepalen in eigen land''. Arafat beschouwde
dat als een verholen erkenning van de Palestijnse staat die hij op 4 mei
volgend jaar wil uitroepen.
,,Voor het eerst'', zei een Palestijn in Gaza, ,,laat Amerika merken
dat het niet alleen Israel steunt maar ook ons.'' Tijdens de Golfoorlog
van 1991 koos Arafat de kant van Irak. Dat kostte hem, behalve zijn
geldschieters in de Golf, ook het weinige krediet dat hij in Amerika
had. Eindelijk heeft hij, mede dankzij Israels onverzoenlijke houding in
het vredesproces, zijn reputatie in Washington min of meer gerepareerd,
en lijkt Amerika bereid ook Israel onder druk te zetten in het
vredesproces. En nu verbrandt zijn volk weer Amerikaanse vlaggen, en
bestookt de Israelische premier de buitenlandse pers met e-mails over de
allianties tussen het Palestijnse Gezag en voor Israel vijandige staten
als Irak.
De demonstranten vormen een fractie van de totale Palestijnse bevolking
hier van zo'n drie miljoen, maar zij vertegenwoordigen een sentiment dat
eenieder deelt. Gisteren, op een receptie in Jeruzalem, beschimpten
Palestijnse notabelen met een glas wijn in de hand de Amerikaanse
president in even harde bewoordingen als de jongens op straat.
,,Akkoord'', zei een parlementslid dat vorige week nog al zijn
Amerikaanse connecties bewerkte om aan te zitten aan de lunch met
Clinton in Gaza, ,,Clinton was aardig voor ons in Gaza. Maar dat zijn
woorden. Als het op daden aankomt, loopt hij weer over de Arabieren
heen.'' Arafat probeert de schade zoveel mogelijk te beperken. In Gaza liet
hij schoolmeesters lege melkflessen uitdelen om te onderstrepen dat de
demonstrerende kinderen solidair zijn met het Iraakse volk dat onder de
sancties lijdt, en niet met Saddam. Hij zond voorts een bemiddelaar naar
Bagdad, en droeg Palestijnse kranten op om zowel de bombardementen te
veroordelen als Irak op te roepen zich aan de VN-resoluties te houden.
Zelf reisde hij gisteren naar Jordanië, waar hij volgens een
analist ,,van kroonprins Hassan goede adviezen kreeg over hoe je, als
voormalig bondgenoot van Irak, langzaam een meer gematigde houding kunt
innemen zonder je volk of de Amerikanen voor het hoofd te stoten''. Hoe
moeilijk dat evenwicht is, blijkt wel in Gaza. Daar hangen nog de
spandoeken die het Palestijnse Gezag vorige week liet maken voor
Clinton: ,,Long Live The US-Palestinian Friendship''. Daaronder
schreeuwden gisteren jongeren: ,,Dood aan Clinton!''