Bommenwerpers ontzien Iraakse olie-industrie
Door onze redacteur THEO WESTERWOUDT
DEN HAAG, 18 DEC. De Amerikaanse en Britse bommenwerpers hebben de
opdracht om de productie en export van olie in Irak zorgvuldig te
ontzien. De Verenigde Naties en de Amerikanen hechten eraan dat de
'olie-voor voedsel' overeenkomst, die Irak in staat stelt voedsel en
medicijnen voor zijn 22 miljoen tellende bevolking te importeren, niet
wordt gedwarsboomd. Als de militaire aanvallen kunnen bijdragen aan een
wisseling van de macht in Bagdad, kan wellicht een meer gematigd regime
met de toenemende olie-inkomsten een nieuwe start maken.
Dat blijkt uit uitlatingen van directeur Peter Boks van het Vlaardingse
bedrijf Saybolt, dat voor de VN controles uitvoert op de Iraakse
olie-export via Turkije en de Golf. ,,De Iraakse olie stroomt nog steeds
volop. Het laden van de tankers gaat door. Kennelijk vinden de VN en de
andere partijen dat heel belangrijk'', zegt Boks. Saybolt trekt daarom
zijn medewerkers nog niet terug uit Irak. Mochten ze toch gevaar gaan
lopen, dan worden ze geëvacueerd. ,,Het blijft spannend'', zegt
Boks.
Ook de president van Koninklijke Olie, drs. Maarten Van den Bergh,
noemde het gisteren ,,opmerkelijk'' dat de Iraakse oliestroom door de
luchtaanvallen niet wordt gehinderd. Heel kort steeg de olieprijs deze
week op de termijnmarkten na het begin van de luchtaanvallen met 1
dollar. Maar direct nadat duidelijk werd dat de Iraakse olie blijft
stromen, daalde de prijs weer.
Ook de koers van Koninklijke Olie kreeg een steun in de rug door de
crisis. ,,Dat is maar een heel kort effect denk ik'', aldus de
Shell-topman. ,,Veel belangrijker is wat Saoedi-Arabië, Venezuela
en Mexico nu op hun bijeenkomst in Madrid afspreken. Dat kan leiden tot
een spoedvergadering van Opec om de productie te verlagen. Want die
landen komen allemaal in financiële problemen door de lage prijs.
Ze hebben veel meer baat bij prijsherstel dan bij een doorgaande
overvoering van de markt'', aldus Van den Bergh.
De olieministers van Saoedi-Arabië, Venezuela en Mexico besloten
gisteren op hun spoedvergadering in Madrid om hun productiebeperking die
eerder was overeengekomen te verlengen tot het hele jaar 1999. Maar over
een extra beperking werden ze het niet eens. Als er geen besluit komt om
substantieel minder olie op de markt te brengen, kun je volgens Van den
Bergh ,,de situatie krijgen dat grote producenten alleen op volume gaan
draaien om aan voldoende inkomsten te komen. Dan blijft de prijs laag en
voorzie ik dat veel 'dure' olieprojecten, zoals in de Kaspische Zee,
niet meer rendabel zijn en worden uitgesteld.''