New York Times:
'Spionnen VS bij inspecteurs UNSCOM'
Door onze correspondent
WASHINGTON, 8 JAN. Amerikaanse spionnen hebben onder valse identiteit deel uitgemaakt van groepen
wapeninspecteurs van de Verenigde Naties in Irak. Dat heeft de The New York
Times gisteren gemeld op basis van ,,anonieme Amerikaanse functionarissen''.
Vandaag gaf de krant verdere bijzonderheden over een operatie waarbij een
Amerikaanse spion afgelopen maart als UNSCOM-inspecteur in Irak
afluisterapparatuur installeerde. Volgens functionarissen die in de krant werden
aangehaald was dit echter op zich geen unilaterale Amerikaanse actie, maar had
zij de zegen van UNSCOM-chef Richard Butler.
De New York Times meldde gisteren dat Amerikaanse spionnen in Irak
onafhankelijk van UNSCOM informatie hadden verzameld. Om hoeveel
spionnen het ging, onthulden de functionarissen niet. Met kracht spraken ze
berichten in de Amerikaanse pers tegen dat Washington UNSCOM gebruikt
heeft als instrument bij pogingen om het Iraakse regime te ondergraven.
Woensdag hadden ook Kofi Annan, de secretaris-generaal van de Verenigde
Naties, en Richard Butler dat al ontkend.
Woensdag sprak de officiële woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van
Buitenlandse Zaken, James Rubin, in zorgvuldig gekozen woorden tegen dat
VN-inspecteurs voor Washington ,,gespioneerd hebben om het regime van
Saddam Hussein te ondermijnen''. Rubin reageerde daarmee op Amerikaanse
krantenberichten dat Annan aanwijzingen heeft dat wapeninspecteurs van
UNSCOM betrokken waren bij een Amerikaanse operatie voor het afluisteren
van Iraakse communicatielijnen met als doel Saddams regime te ondermijnen.
Toen een andere woordvoerder van Buitenlandse Zaken gisteren direct werd
gevraagd of Amerikaanse spionnen onder valse identiteit voor UNSCOM
hebben gewerkt, zonder medeweten van UNSCOM, antwoordde hij met een
omweg: ,,Die vraag heeft Butler gisteren al beantwoord.''
The Wall Street Journal berichtte gisteren in detail over een afluisteroperatie van
UNSCOM in Irak, waarbij signalen van het communicatie-netwerk van Saddam
Hussein rechtstreeks werden doorgeseind naar de National Secrity Agency
(NSA), de zeer geheime Amerikaanse inlichtingendienst die over de hele wereld
communicatie afluistert. De wapeninspecteurs gebruikten een hoogtechnologisch
apparaat, dat de gecodeerde communicatie tussen de leiders van Iraks
elitetroepen, de Speciale Republikeinse Garde, doorzond naar Amerikaanse
satellieten. De satellieten seinden de signalen weer door naar de NSA, waar ze
werden ontcijferd. Een deel van de informatie werd vervolgens weer teruggeleid
naar UNSCOM. Dit zogenoemde 'zwarte-doos-systeem' is nu niet meer in
gebruik, aldus de anonieme zegsman in The Wall Street Journal. Maar via andere
methodes zou nog steeds communicatie in kringen rondom de Iraakse leider
worden afgetapt. De VS hebben vorige maand, toen ze samen met
Groot-Brittannië vier dagen lang bombardementen uitvoerden op Irak, gebruik
gemaakt van informatie verkregen uit deze afluisteroperatie, volgens de bron die
in deze krant werd aangehaalde. De bombardementen waren in het bijzonder
gericht tegen de Iraakse leiding, de veiligheidstroepen en de geheime dienst.
Een Amerikaans gevechtsvliegtuig heeft gisteren een aanval uitgevoerd op een
mobiele luchtdoelbatterij in Noord-Irak. Het was de vierde geallieerde
confrontatie met Irak in tien dagen.