Onthullingen VN-staf beschadigen UNSCOM
Door onze redacteur MICHAEL STEIN
AMSTERDAM, 7 JAN. Na onthullingen uit de omgeving van VN-chef Annan over samenwerking tussen UNSCOM en de CIA lijkt verdere ontwapening van Irak van de baan.
Het was geen toeval dat twee vooraanstaande Amerikaanse kranten gisteren met min of meer
hetzelfde verhaal kwamen, bedoeld om UNSCOM, de speciale VN-commissie voor de
ontwapening van Irak, nog verder te ondermijnen.
Journalisten van de Washington Post en The Boston Globe hadden van drie naaste en
uiteraard anonieme vertrouwelingen van Kofi Annan, de secretaris-generaal van de VN,
vernomen dat UNSCOM nauw met de Amerikaanse geheime dienst CIA had samengewerkt.
Doel was de bewegingen en de locaties na te gaan van het Speciale Veiligheidsapparaat, dat
tot taak heeft zowel Saddam Hussein te beschermen als zijn massavernietigingswapens voor
UNSCOM te verstoppen. De ,,indirecte bewijzen' van deze nauwe samenwerking zouden —
aldus Annans raadgevers — de secretaris-generaal ernstig hebben verontrust.
In februari 1996 was het de UNSCOM-inspecteurs duidelijk dat hun Iraakse begeleiders
onmiddellijk een of ander centrum in Bagdad op de hoogte stelden waar en wanneer
UNSCOM verrassingsinspecties wilde uitvoeren. Als de inspecteurs op hun bestemming
waren gekomen, bleken de wapens en de documenten daarover net 'verhuisd' te zijn. Als
reactie op die tegenwerking startte de ontwapeningscommissie een geheime operatie met
elektronische afluisterapparatuur om 'het verstopmechanisme' van Irak te doorgronden. De VS
verstrekten UNSCOM de benodigde apparatuur, evenals de luchtfoto's die door een
Amerikaans U-2-vliegtuig werden gemaakt. Daarmee kon UNSCOM de handel en wandel
van het Speciale Veiligheidsapparaat veel beter nagaan.
Al vorig jaar gaven UNSCOM-bronnen lucht aan hun ongenoegen dat de CIA die gegevens
steeds meer voor eigen doeleinden gebruikte en uiteindelijk nauwelijks meer doorgaf. Daarom
konden Annans adviseurs niet met stelligheid zeggen dat UNSCOM willens en wetens de CIA
zo terwille was geweest. Zij sloten alleen de mogelijkheid niet uit dat de afluisteroperatie óók
bedoeld was om Washington in staat te stellen mee te luisteren met ultra-geheime gesprekken
van het regime in Bagdad. Tevens constateerden zij dat de Amerikaans-Britse
bombardementsactie van vorige maand wel erg nauwkeurig was geweest.
Het Speciale Veiligheidsapparaat, het hoofdkwartier van de Republikeinse Garde (de
elite-troepen van Saddam), het hoofdkwartier van de Iraakse geheime diensten, alsmede het
huis van Saddams zwager, Abid Hamid Mahmoud, die hoofd is van het Speciale
Veiligheidsaparaat, waren alle getroffen.
John Ruggie, ondersecretaris-generaal van de VN, sprak gisteren na ruggespraak met Kofi
Annan, de uitlatingen van diens medewerkers niet tegen. Hij zei weliswaar tegen het
persbureau Associated Press dat ,,wij geen overtuigende bewijzen hebben'. Maar tegenover
de Washington Post zei hij: ,,Als de beweringen (over de nauwe samenwerking op
spionagegebied tussen UNSCOM en de VS) waar zouden zijn, zou dat een ernstige uitdaging
zijn aan de VN, wat betreft het ontwapeningswerk in Irak en de multilaterale
controlemaatregelen in het algemeen.'
De onthullingen van Kofi's raadgevers dat UNSCOM actief met de CIA heeft samengewerkt
— niet alleen om Irak te ontwapenen, maar ook om Saddam te beschadigen of ten val te
brengen — komen voor Irak en zijn vrienden in de Veiligheidsraad van de VN precies op het
goede moment. De Veiligheidsraad moet dezer dagen een besluit nemen hoe het nu verder
moet met de Ontwapeningscommissie, waarvan Bagdad al jaren roept dat zij een
,,spionagecommissie is, in dienst van de imperialisten en zionisten'. Vice-premier Tariq Aziz
verklaarde tijdens de recente bombardementen UNSCOM voor dood. En Iraks vrienden
vinden, evenals trouwens Kofi Annan, dat UNSCOM hoognodig 'geherstructureerd' dient te
worden.
Een van Annans vertrouwelingen noemde de nauwe samenwerking op spionagegebied met de
VS onacceptabel, omdat ,,de VN niet kunnen deelnemen aan een operatie om één van hun
lidstaten omver te werpen (..) Dat is wat er fundamenteel fout is aan de operatie van
UNSCOM.'
Die vereenzelviging van de staat Irak met het regime van Saddam wordt al sinds jaar en dag
door Bagdad in alle toonaarden herhaald — en nu dus ook door Annans directe omgeving.
Dat is des te merkwaardiger, omdat de leiders van de belangrijkste Arabische landen (Egypte
en Saoedi-Arabië) vorige maand hun politiek hebben bijgesteld: ook zij zeggen nu openlijk dat
zij natuurlijk vóór het Iraakse volk en de eenheid van Irak zijn, maar tegen Saddam en de
zijnen.
Volgens Westerse diplomaten heeft Annan tot zijn actie Weg-Met-UNSCOM besloten,
omdat hij zich in zijn hemd voelt gezet. Zijn schriftelijke afspraak met Saddam van februari om
UNSCOM ongehinderd toegang te verlenen tot alle plaatsen in Irak die zij wilde inspecteren,
werd binnen de kortst mogelijke tijd door Saddam verscheurd. Volgens Kofi en zijn directe
omgeving had ook UNSCOM-chef Richard Butler schuld aan dat echec. Die zag maar niet in
dat zijn inspecteurs de door Bagdad als 'gevoelig' aangemerkte plekken zoveel mogelijk
moesten ontzien. Dus gaf Annan zachtjes, maar duidelijk hoorbaar, te kennen dat de
UNSCOM-inspecteurs niet als ,,cowboys' te werk moesten gaan en ,,de gevoeligheden' van
Irak dienden te sparen.
Bovendien was — aldus de diplomaten — de staf van de secretaris-generaal al enige tijd
geleden tot de conclusie gekomen dat een door UNSCOM gedwongen ontwapening van Irak
uiteindelijk onmogelijk was. ,,Men vindt het daar ook niet zo belangrijk', zegt een Arabische
kenner van de VN. ,,Vergeet niet dat Kofi's voorganger, Boutros Boutros Ghali, overal waar
hij maar kon in het Westen opgeleide Arabieren benoemde met een Arabisch-nationalistische
instelling. De sfeer in het secretariaat is in wezen anti-Amerikaans en dus pro-Saddam, al
ontkennen ze dat nog zo hard. Men wil ten koste van alles de vrede op korte termijn bewaren,
zelfs als dat op lange termijn ten koste gaat van de ontwapening. Die sfeer is ook van invloed
op Kofi. En hij heeft nu meer vrijheid van handelen dan vroeger, omdat hij geen tweede
ambtstermijn nastreeft en dus niet langer blind de wensen van Washington hoeft te volgen.'
Gisteren zei Annans woordvoerder, Fred Eckhardt: ,,Het is niet aan de secretaris-generaal te
beslissen of Butler blijft of moet vertrekken (..) Waar het ècht om gaat, is hoe we Irak
ontwapenen.' Maar dat is een inhoudsloze verklaring. Want Annan heeft — door via zijn
naaste medewerkers UNSCOM van spionage te beschuldigen ten behoeve van Washington
— de politieke geloofwaardigheid van zowel UNSCOM als UNSCOM-chef Butler meer dan
ooit beschadigd.
Zelfs na Annans ontkenning van de krantenberichten, volgend op een woedend telefoontje van
de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Madeleine Albright, gelooft niemand meer
in de totale onschuld en objectiviteit van UNSCOM. Daarmee is — zoals het er nu uitziet —
Iraks verdere ontwapening van de baan.