'Blair offert te veel voor speciale relatie met
VS'
De Britse premier Blair
trotseert met zijn medewerking aan de Amerikaanse aanvallen op Irak
de kritiek in zijn eigen partij.
Door onze correspondent HANS STEKETEE
LONDEN, 19 FEBR. De Amerikaans-Britse aanvallen op Iraakse
luchtverdedigingsinstallaties, vrijdagnacht, onderstrepen de wens van de
Britse premier Tony Blair om een goede 'werkrelatie' aan te gaan met de
regering van de nieuwe Amerikaanse president George W. Bush. Dat zeggen
politieke en militaire analisten in Londen. Blair, die deze week als
eerste Europese leider een bezoek aan Bush brengt en onder andere r
spreekt over het omstreden anti-rakettenschild NMD, trotseert met zijn
steun aan de aanval kritiek in de gelederen van zijn eigen partij en
mogelijk isolement in Europa. Britse bronnen benadrukken intussen de
militaire noodzaak van de aanvallen, die geen radicale wending betekenen
in de huidige politiek van containment tegen de Iraakse leider
Saddam Hussein. Met name relatief kwetsbare Britse Tornado-
jachtbommenwerpers zouden tijdens patrouilles boven Irak in toenemende
mate bedreigd zijn door de Iraakse luchtverdediging. De Britten zouden
in Washington hebben aangedrongen op een aanpassing van de militaire
gedragslijnen (rules of engagement) om een aanval mogelijk te
maken op de zenuwcentra van de Iraakse luchtverdediging nabij Bagdad,
die buiten de twee No fly-zones liggen. Routine-aanvallen buiten
die zones waren door de vorige Amerikaanse regering uitgesloten.
Blair zei dit weekeinde dat hij eventuele nieuwe acties tegen Irak
opnieuw zou goedkeuren om Britse strijdkrachten te beschermen en "om
Saddam te beletten verwoestingen aan te richten". Maar een reeks
partijgenoten veroordeelde de aanvallen, die het voorjaarscongres van de
partij in Glasgow overschaduwden, waar Blair de partij opwarmde voor
naderende verkiezingen.
Onder hen bevonden zich oudere activisten op de linker Labourflank als
de parlementariërs Tony Benn en George Galloway. Benn, die na de
komende verkiezingen niet terugkeert in het parlement, noemde de
aanvallen "illegaal". Galloway, naar Bagdad gereisd voor een
"solidariteitsbezoek", vergeleek de operatie met nazi-praktijken. Maar
ook gematigder Labour-politici zetten vraagtekens bij de Britse
deelname. Tony Lloyd, voormalig staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
zei dat duidelijk moet worden onder welke voorwaarden "de Britten acties
steunen waartoe het Witte Huis besluit". Lloyd verwoordde daarmee de
vrees dat Blair te reflexmatig de Verenigde Staten steunt en te veel
over heeft voor het instandhouden van wat in Londen de special
relationship met Washington heet. Robin Cook, de minister van
Buitenlandse Zaken, zei gisteren dat aan de aanvallen "uitgebreide
consultaties" vooraf waren gegaan en dat Bush en Blair de aanvallen
hadden goedgekeurd. Maar Bush zou Blair niet hebben opgebeld vlak voor
de aanvallen, zoals zijn voorganger Clinton placht te doen in Kosovo of
de Golf.