Irak: invasie Koeweit was legitiem
BAGDAD, 3 AUG. De Iraakse media
hebben gisteren op uitdagende wijze de Iraakse inval in Koeweit,
gisteren tien jaar geleden, verdedigd. De invasie, die in 1991 uitliep
op de Golfoorlog, was volgens de staatsmedia " Iraks enige optie" gezien
"de samenzwering van Koeweit en de Verenigde Staten tegen Irak", zoals
het blad van de regerende Ba'ath-partij het uitdrukte.
Een dag voor de Iraakse inval op 2 augustus 1990 mislukten besprekingen
tussen Irak en Koeweit over de omvang van de Koeweitse olieproductie.
Irak beschuldigde Koeweit door overproductie verantwoordelijk te zijn
voor een daling van de olieprijs op de wereldmarkt. Een dag na het
mislukken van de besprekingen bezette Irak Koeweit, dat prompt werd
uitgeroepen tot een provincie van Irak. De Veiligheidsraad van de VN
stelde Irak een ultimatum voor de terugtrekking op uiterlijk 15 januari
1991. Toen Irak dat ultimatum negeerde, begon op 17 januari 1991 de
Golfoorlog, die tot maart zou duren en zou eindigen in de Iraakse
ontruiming van Koeweit.
De Iraakse media besteedden gisteren veel aandacht aan de tiende
verjaardag van de invasie. President Saddam Hussein liet niets van zich
horen, maar zijn media herhaalden uitvoerig het standpunt dat Irak een
"legitiem recht" had zich te verdedigen tegen "een belangrijke
samenzwering tegen onze soevereiniteit en eenheid", zoals het
regeringsblad Al-Jumhuriya het uitdrukte.
In Koeweit werd nauwelijks aandacht besteed aan de tiende verjaardag van
de invasie. Rond honderd mensen kwamen voor een herdenking naar een
bureau voor sociale steun aan de gezinnen van Koeweiti's die tijdens de
Iraakse bezetting omkwamen, anderen gingen naar een rechtbank waar
aanspraken op compensatie voor geleden schade kunnen worden ingediend.
In Koeweit ging gisteren het gerucht dat het de laatste dag was waarop
dergelijke verzoeken om schadevergoeding konden worden gedeponeerd.
Elders in de wereld werd de verjaardag aangegrepen voor commentaar over
de zin of onzin van de sancties waaraan Irak na tien jaar nog is
onderworpen. Een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van
Buitenlandse Zaken zei dat "Saddam al tien jaar niet in staat is een
buurland binnen te vallen", hetgeen "alleen al een belangrijk succes
van de internationale gemeenschap is". Maar hij gaf toe dat Irak zijn
massavernietigingswapens niet heeft opgegeven, dat Irak nog zeshonderd
Koeweitse vermisten vasthoudt en dat de bevolking van Irak nog steeds
zucht onder de dictatuur van Saddam Hussein. De Amerikaanse minister
van Buitenlandse Zaken Albright pleitte gisteren in een artikel in
diverse Europese kranten voor een voortzetting van de sancties tegen
Irak. Als ze worden opgeheven zal Saddam in staat worden gesteld
inkomsten te verkrijgen waarmee hij "de wederopbouw van zijn arsenaal
van massavernietingswapens kan financieren", aldus Albright. Haar
Franse ambtgenoot Hubert Védrine daarentegen bepleitte gisteren
beëindiging van de sancties, die de sociale cohesie van Irak zouden
ondermijnen en de regionale stabiliteit zouden bedreigen. De sancties
tegen Irak, aldus Védrine, "zijn wreed omdat ze exclusief het
Iraakse volk, en dan vooral de zwaksten, straffen". (Reuters, AP, AFP)