NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Euro

Nieuws

De invoering van de euro

De koers van de euro

Europese Centrale Bank

Economische en Monetaire Unie

Meningen

Feiten en cijfers

Links

De Gideonsbende van Frankfurt. Europese Centrale Bank: de machtigste instelling van euroland

Door Roel Janssen
Over twee weken heeft in Europa een revolutie plaats: de girale invoering van de euro. Vanaf 1 januari neemt de Europese Centrale Bank in Frankfurt belangrijke taken over van de centrale banken in elf landen van de Europese Unie. Wim Duisenberg, de eerste ECB-president, wordt de machtigste man van euroland. Vier pagina's over de moeder aller euro's.

Op 1 januari 1999 heeft in de Europese Unie de grootste monetaire omwenteling plaats die hoogontwikkelde economieen ooit hebben meegemaakt. Elf soevereine landen zijn bereid om vrijwillig hun monetaire autonomie over te dragen aan een bovenstatelijke instelling, de Europese Centrale Bank. Vanaf dat moment beheert de ECB de valutareserves van de nationale banken en voert de ECB het monetaire beleid voor euroland.

Tegelijkertijd worden de wisselkoersen van de deelnemende munten onlosmakelijk aan elkaar gekoppeld, waardoor het risico van koersschommelingen verdwijnt. En ten slotte wordt de girale euro ingevoerd, hetgeen wil zeggen dat de euro zijn intrede doet in het girale betalingsverkeer. Als over drie jaar, op 1 januari 2002, de munten en bankbiljetten in circulatie komen, is het proces van monetaire eenwording dat in 1988 begon met een Frans-Duitse oproep om over een Europese munt na te denken, voltooid.

Binnen het netwerk van Europese instituties wordt de ECB een uitzonderlijk machtige instelling. In de Verenigde Staten wordt vaak gezegd dat de voorzitter van de Federal Reserve, het stelsel van Amerikaanse centrale banken, de een na machtigste man van het land is omdat hij gaat over de rente en daarmee over de gezondheid van de Amerikaanse economie. Aangezien euroland geen autoriteit kent met de uitvoerende bevoegdheden van de Amerikaanse president, kan de president van de ECB, enigszins gechargeerd, de machtigste man van de Europese Unie genoemd worden. Al zal Wim Duisenberg, de eerste president van de ECB, dat heftig ontkennen.

De ECB onderscheidt zich in twee opzichten van de bestaande nationale centrale banken. Het primaire doel van de ECB is nauw omschreven als de zorg voor prijsstabiliteit - en niet ruimer zoals dat van de Amerikaanse Federal Reserve, die formeel ook de bevordering van een gezonde economie in zijn beleid moet betrekken. Op de tweede plaats geniet de ECB een onafhankelijkheid die groter is dan die van enige Europese centrale bank. Het is de bestuurders van de ECB en van de deelnemende nationale centrale banken verdragsmatig verboden om van regeringen instructies te accepteren of te vragen.

Op papier is de ECB hiermee verzekerd van een stevige uitgangspositie om de geloofwaardigheid op te bouwen die voor een centrale bank onontbeerlijk is. Ook de samenstelling van de eerste directie - zes leden die eenmalig zijn benoemd - wijst op een krachtige, besluitvaardige centrale bank. De ECB beschikt verder over een staf met een grote technische deskundigheid. De nationale centrale banken hebben met hun veelvoud aan personeel zeker ook een bijdrage geleverd, maar de Gideonsbende in Frankfurt - na recente uitbreidingen nog geen 600 medewerkers - heeft de grootste inspanning geleverd als op 1 januari de euro daadwerkelijk is ingevoerd.

Toch doemt er een aantal lastige problemen op, die versterkt worden door de politieke gedaanteverwisseling die de Europese Unie de afgelopen maanden heeft ondergaan. Met de nieuwe, rood-groene regering in Duitsland is het politieke klimaat in euroland omgeslagen. Politici in verschillende grote landen stellen hun opvattingen over bemoeienis met de hoogte van de rente, economische coordinatie en afstemming van de externe wisselkoers krachtig aan de orde. Als de ECB hierdoor zou terechtkomen in een spervuur van politieke aanvallen, dan zou dat de centrale bank in de opbouwfase van zijn gezag kunnen schaden.

Het zou onverstandig zijn als de ECB het laat aankomen op een openlijk conflict met de politieke klasse in Europa, anderzijds is het geen goed idee om zich te meegaand te tonen. De openlijke kritiek, vooral van Duitse kant, heeft de mogelijkheid van een discrete dialoog lastiger gemaakt. Wat dat betreft heeft de ECB een meesterzet gedaan met de onverwachte renteverlaging begin december. Deze laatste rentemaatregel van de nationale centrale banken, gecoordineerd door de ECB, heeft voorlopig de politieke druk van de ketel gehaald.

Naast de formidabele technische uitdagingen waarmee de invoering van de euro gepaard gaat, zijn er andere potentiele knelpunten. De ECB heeft gekozen voor een dubbel instrumentarium om zijn doelstelling van prijsstabiliteit (een inflatiepercentage tussen de nul en twee procent) te bereiken: het monetaire instrument van de geldgroei (vastgesteld voor 1999 op 4,5 procent) en een `aantal andere economische indicatoren' die tamelijk vaag zijn omschreven. Aangezien niemand precies weet hoe de geldcirculatie zich in euroland zal ontwikkelingen, kleven hier onzekerheden aan.

Een ander onopgelost probleem heeft te maken met de betrekkingen tussen de ECB en de ministers van Financien, verenigd in de `euro-11' (de raad van ministers van Financien van de eurolanden). Deze verhouding moet nog vorm krijgen en hier kunnen zich botsingen gaan voordoen. Bijvoorbeeld over het externe wisselkoersbeleid, de koers van de euro ten opzichte van de dollar. In het Europese verdrag is niet helemaal helder hoe de bevoegdheden wat dit belangrijke onderwerp betreft tussen de ministers en de ECB zijn verdeeld.

Ten slotte bestaat er een probleem met betrekking tot de openbaarheid van de besluitvorming. Hoewel de ECB regelmatig publieke verantwoording zal afleggen (bijvoorbeeld doordat de president van de ECB het Europarlement moet informeren), zal de raad van gouverneurs van de ECB geen notulen van zijn vergaderingen openbaar maken - ook niet na een aantal weken, zoals de Federal Reserve in de VS doet.

Dit past in de continentaal- Europese traditie van geslotenheid, maar maakt het beleid voor de financiele markten en voor de burgers van euroland niet doorzichtiger.

Daar zal het uiteindelijk op aankomen. De ECB moet zijn reputatie van betrouwbare hoeder van de euro verdienen om iedereen gerust te stellen dat het sprookje van de gedaantewisseling tijdens de komende jaarwisseling werkelijk goed afloopt. Uitdagingen genoeg dus, voor de nieuwe instelling aan de Kaiserstrasse in Frankfurt.

NRC Webpagina's
17 december 1998


www.nrc.nl/Economie



Feiten en
cijfers over
de ECB

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad