NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Euro

Nieuws

De invoering van de euro

De koers van de euro

Europese Centrale Bank

Economische en Monetaire Unie

Meningen

Feiten en cijfers

Links

'Keynes' snelt euroland bij toeval te hulp


Amerika niest en nu dreigt ook de euro-economie verkouden te worden. De lastenverlichting in vier landen, waaronder Nederland, blijkt onbedoeld goed voor een impuls la Keynes.

Door onze redacteur MAARTEN SCHINKEL

AMSTERDAM, 16 JAN. Optimistisch waren ze dit weekeinde, de Europese ministers van Financiën, die in het Japanse Kobe samenkwamen met hun Aziatische tegenhangers. De economie van de Verenigde Staten ziet er wankel uit, en van de Aziatische landen inclusief Japan moest volgens de euro-ministers nog gezien worden hoe ze zich houden onder het Amerikaanse tempoverlies. Maar de vooruitzichten voor de Europese Unie zijn goed, zeiden de Franse minister Fabius en zijn Duitse collega Eichel.

Dat valt te bezien. Europa mag dan volgens vrijwel alle voorspellingen dit jaar voor het eerst sinds 1991 harder gaan groeien dan de Amerikaanse economie,maar immuun voor onheil aan de andere kant van de Atlatische Oceaan is het niet. ABN Amro berekende vorige maand dat er een correlatie is van 0,75 procent (op een schaal van -1 tot 1, die loopt van een volledige omgekeerde samenhang naar een volledige samenhang) tussen de economische groei in Duitsland en die in de Verenigde Staten. Voor alle euro-landen samen is die correlatie met Amerikaanse economie zelfs nog wat hoger.

Hoe verloopt die samenhang? Allereerst via de export. Euroland exporteert zo'n 11 procent van zijn bruto binnenlands product, waarvan eenvijfde naar de VS gaat. Met elke tien procent die de export naar de VS daalt, verliest euroland dus iets meer dan 0,2 procent bbp. Dat lijkt weinig, maar een aanvullend deel van het exportverlies gaat, zoals N. Klene van ABN Amro het uitdrukt, "via de band". Omdat veel economische regio's, met name Azië en Latijns-Amerika, sterk afhankelijk zijn van de eigen export naar de VS, zal de pijn zich daar vertalen in een kleinere vraag naar Europese producten. Samengevat zal de totale wereldhandel dus minder groeien.

De overbrenging loopt ook via de financiële markten. Onder normale omstandigheden, zo berekende het IMF onlangs, bestaat er al een significante correlatie tussen de aandelenmarkten in de VS en Europa - Nederland heeft de hoogste, met 0,67 - maar onder stress neemt die samenhang fors toe. Bovendien zijn Europese ondernemingen via hun Amerikaanse dochters kwetsbaar voor het economische klimaat in de VS. De recordstroom aan directe investeringen van Europa naar de VS, dit weekeinde door KPMG geschat op 224 miljard dollar in 2000, heeft de kwetsbaarheid alleen maar vergroot.

En dan is er ook de koers van de euro. De kelderende eurokoers mag dan vorig jaar tot een klaagzang hebben geleid over de Europese munt, voor de exporteurs was het niet slecht. De euro is, onder invloed van de Amerikaanse groeivertraging, op de weg terug naar boven, waardoor de rugwind voor Europese exporteurs wegvalt, en wellicht omslaat in een briesje tégen.

Als laatste zijn er de vertrouwenseffecten. Slecht economisch nieuws en aandelenmarkten die onder druk staan, drukken het vertrouwen van consumenten en producenten. Hoewel zeker niet zo geprononceerd als in de VS, staat het consumentenvertrouwen en producentenvertrouwen in Europa al wat onder druk. Daarmee neemt de bereidheid om te consumeren en te investeren af.

De Amerikaanse invloed komt bovenop de interne dynamiek van de euro- economie. En daar zal euroland het in 2001 van moeten hebben. De belangrijkste factor is de lastenverlichting die dit jaar wordt doorgevoerd. Nederland is niet het enige land waar de lasten flink omlaag gaan. Ook in Duitsland, Italië en Frankrijk - gedrieën goed voor 70 procent van de euro-economie - gaan de lasten fors omlaag. Van de maatregel wordt een economische impuls verwacht van ongeveer 0,6 procent van het bruto binnenlands product.

De onbedoeld voor 'Keynesiaans' doorgaande bestedingsimpuls is daarmee bij toeval goed getimed. Want er tegenover staat dat met name Duitsland een groeiende risicofactor is. Vorige week waarschuwden de vijf toonaangevende Duitse economische instituten dat de groei dit jaar flink kan terugvallen, na een gunstig 2000, waarin de Duitse economie met 3,1 procent groeide - de sterkste prestatie sinds de jaren net na de eenwording. Analist E. van der Gulik van de Amerikaanse zakenbank J.P. Morgan Chase zei vanmorgen te verwachten dat de Duitse economie dit jaar slechts met 2 procent groeit, en daarmee tot de achterblijvers van Euroland zal behoren.

Kenmerkend voor de eigen Europese dynamiek is dat de vertraging van de economische groei ditmaal vrijwel tegelijkertijd optreedt met die in de VS, en al in het vierde kwartaal van vorig jaar lijkt te zijn begonnen. Dat geldt ook voor Nederland, waar de neerwaartse prognoses op dit moment over elkaar heen buitelen. In december verlaagde het Centraal Planbureau zijn raming voor de economische groei in 2001 al van 4 procent naar 3,5 procent. De meeste Nederlandse banken zitten daar al onder, en het onderzoeksbureau Nyfer kwam in zijn jongste raming op 2,8 procent. Ook de meeste internationale banken zitten al onder de 3 procent. En JP Morgan stelde zijn Nederlandse raming eind vorige week bij naar nog maar 2,4 procent. Als dat uitkomt, gaat Amerika aan de Noordzee het magerste jaar sinds 1995 tegemoet.

NRC Webpagina's
16 januari 2001


www.nrc.nl/Economie

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad