Dossier Elektronisch zakendoen

Dossier Elektronisch uitgeven

Nieuws

Achtergrond

VNU

Wolters Kluwer

Reed Elsevier

Wegener

De Telegraaf

PCM

Overige uitgevers

Links

Reacties

De Telegraaf als lokkertje

Door JOCHEN VAN BARSCHOT
AMSTERDAM, 23 FEBR. De grote Nederlandse uitgevers hebben het ontwikkelen van Internet-diensten tot kernactiviteit verheven. Maar wat houdt elektronisch uitgeven in de praktijk in? Bij De Telegraaf loodst de digitale versie van de krant bezoekers naar de commerciële websites van het concern.

,,Is dat nou nodig, zoveel knipperende advertenties?'' De redactie van de Telegraaf-i, de Internetversie van de grootste krant van het land (www.telegraaf.nl), stelt die vraag zelf op zijn website. De Telegraaf-i is elke dag kosteloos te bekijken en de advertenties zijn een manier om de kosten van de productie te dekken, zo luidt de verklaring. ,,Geen advertenties, geen Telegraaf-i.'' Maar advertenties moeten ook weer niet irriteren, ,,dus proberen we het 'geknipper' zoveel mogelijk te beperken'', schrijft de redactie.

,,De uitbundige opmaakstijl van de krant keert inderdaad terug op onze website'', erkent Charles de Vroede, hoofdredacteur Internet van de Telegraaf. ,,Die stijl hoort bij onze krant. Je moet aan de opmaak kunnen zien dat het een Telegraafsite is.''

De Telegraaf-i is het meest bezochte elektronische dagblad van Nederland. Dagelijks wordt een half miljoen pagina's opgevraagd. Onlangs heeft De Telegraaf zijn nieuwe website in gebruik genomen. ,,De Telegraaf-i wordt steeds meer een zelfstandig product en minder een kopie van de krant'', zegt De Vroede. ,,In de krant staat het nieuws van gisteren. Op Internet hoort het nieuws van vandaag.''

Naast de artikelen uit de papieren krant publiceert de Telegraaf-i daarom ook de hele dag 'vers' nieuws in de rubrieken NieuwsLink en SportLink. Binnenkort komt daar een financiële website bij. Deze Internet-variant op De Financiële Telegraaf - naar de gelijknamige dagelijkse bijlage in de krant - is volgens De Vroede ,,zeer ambitieus'' van opzet, zowel technisch als redactioneel. Zo zal de financiële site permanent actuele koersinformatie bevatten en de hele dag door actueel financieel nieuws. ,,De redactie is daar nu nog niet op ingesteld'', zegt De Vroede. Een krant heeft immers de luxe van slechts één deadline per dag. ,,Dat gaat veranderen.''

Met zijn financiële website gaat De Telegraaf voor het eerst experimenteren met betaalde dienstverlening. Nu zijn advertenties nog de enige bron van inkomsten op Internet. De Telegraaf-i blijft gratis, maar een gedeelte van de financiële pagina's wordt op termijn alleen voor betalende abonnees toegankelijk. ,,Als je waardevolle informatie op je website hebt, kun je daar geld voor vragen'', licht De Vroede toe. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de Internet-activiteiten van De Telegraaf winstgevend worden. ,,Je moet er immers niet voortdurend geld in hoeven blijven steken.''

Behalve in redactionele versterking voor de Telegraaf-i investeert de uitgever ook in commerciële Internet-diensten. Daartoe is de directie uitgebreid met een directeur elektronische uitgeefprojecten en is de Telegraaf Elektronische Mediagroep (TEM) opgericht, die Telegraafnet (www.telegraafnet.nl) exploiteert. Telegraafnet profiteert van de hoge bezoekersaantallen die de Telegraaf-i, als 'vlaggenschip' van de Internet-tak, genereert.

Telegraafnet maakt onder meer een gedeelte van de advertenties uit De Telegraaf, zoals de 'autospeurders' (www.auto.telegraaf.nl) en personeelsadvertenties (www.vacatures.telegraaf.nl) online beschikbaar. De krant heeft een markt te beschermen op dit gebied; het is immers niet ondenkbaar dat websites met gratis advertenties (zoals www.viavia.nl) de kleine advertenties uit de krant op termijn overbodig maken.

,,Het is deels een defensieve stap om de kleine advertenties ook op de website te zetten'', erkent De Vroede, ,,maar we zien het ook als een nieuw terrein waar we wat mee kunnen doen.'' Zo is het op Internet gemakkelijker om advertenties op bepaalde criteria te selecteren. ,,De ontvanger bepaalt hoe hij de informatie wil ontvangen.''

Eigen Internet-diensten van Telegraafnet zijn onder meer Quicklink (www.quicklink.nl), een zogeheten portal (een pagina die verwijzingen naar andere Internet-pagina's bundelt) en El Cheapo (www.elcheapo.nl), een Internet-winkel die zelf geen spullen verkoopt, maar een groot aantal winkels op Internet afzoekt naar de website die bijvoorbeeld een bepaalde cd, auto of wijnsoort het goedkoopst aanbiedt. Voor elke bezoeker die via El Cheapo een Internet-winkel bezoekt en daar iets koopt ontvangt De Telegraaf een 'aanbrengcommissie'.

De uitgever heeft ook nieuwe Internet-diensten op stapel staan. Onlangs kondigde het concern aan dat dochter Media Groep West Internet-diensten gaat aanbieden voor mobiele telefoons. Met autodealer Pon begint De Telegraaf een Nederlandse versie van Autobytel.com, wereldwijd het grootste autobedrijf op Internet. Autobytel is een website waarop consumenten onder meer offertes kunnen aanvragen voor nieuwe en gebruikte auto's, die direct worden doorgespeeld naar plaatselijke autodealers.

De Telegraaf trekt dit jaar 30 miljoen gulden uit voor investeringen in nieuwe Internet-diensten. Een deel daarvan gaat naar de financiële website, de rest naar nieuwe commerciële websites van Telegraafnet. De hoge investeringen eisen wel hun tol. De resultaten van De Telegraaf zullen, mede door de hoge Internet-uitgaven, dit jaar ,,belangrijk lager'' dan in 1999 liggen, zo liet het concern onlangs weten.