Gesprek met J. van Zijl (PvdA)
In de Kamer meer controle maar minder ideeën
Door onze redacteur KEES VAN DER MALEN
DEN HAAG, 28 MEI. De Tweede Kamer wil meer werk gaan maken van haar controlerende taak, compleet
met een verslag op de derde woensdag van mei.
De Tweede Kamer wapent zich met een nieuw instrument: de controle op beleids-prestaties.
Ministers moeten er ,,enige huiver'' voor hebben, maar ze kunnen ook rekenen
op ,,een eerlijker'' oordeel. De aanjager van dit initiatief, Tweede-Kamerlid
Jan van Zijl (PvdA), over de effecten van een 'tweede Prinsjesdag', de derde
woensdag van mei.
Waarom deze nieuwe vorm van controle. Gaat er zoveel mis bij de overheid?
,,Deze nieuwe aanpak is nodig omdat we te vaak zien dat de Kamer pas in
actie komt als er op een bepaald terrein eerst iets behoorlijk mis is gegaan.
En dat gebeurt dan meestal pas door publicaties in de media of door druk van
buiten. De idee is: wacht niet op het uit de hand lopen, maar richt je werkzaamheden
zo in dat je controle meer tot een gewoon onderdeel van je werk maakt.
,,Daarnaast is er een meer persoonlijke overweging: ik heb het gevoel dat
de tijdgeest is veranderd. In de jaren negentig is de burger niet meer geïnteresseerd
wie het meest meeslepend over meer politie op straat kan praten en wie het
meest veilige gezicht trekt, maar veel meer in: regering, u belooft nu wel
van alles, maar komt daar ook wat van terecht? Als de Kamer meer belangstelling
heeft voor de prestatiekant van het regeringsbeleid, dan is het ook omdat
de samenleving daar meer belangstelling voor heeft.''
Wat gaat de burger daarvan merken?
,,Het alleen maar inzichtelijk maken van prestaties leidt er niet toe dat
de burger automatisch iets merkt. Wat ik hoop is, dat het kabinet in de begroting
scherper aangeeft: dit gaan we doen. En het jaar erop ook preciezer aangeeft
wat er van terechtgekomen is.
,,Het is goed dat we niet alleen meer bezig zijn met het formuleren van
nieuw beleid, maar dat we er ook veel scherper op toezien voordat we met allerlei
meeslepende nieuwe dingen beginnen hoe er bijvoorbeeld meer handen aan het
bed kunnen komen. En een kabinet dat veel scherper toeziet of waarmaakt wat
is beloofd, daarvan zal de burger zeker iets merken.''
Waarom zouden Kamerleden plotseling meer belangstelling hebben voor het
controleren van beleid, terwijl die er vroeger nauwelijks was?
,,Ik denk dat hier de vorm behulpzaam zal zijn bij het politiseren van
de inhoud. Ik maak me sterk dat als de regering volgend jaar op interessante
terreinen moet aangeven wat ze daarbij gepresteerd heeft, en als op de derde
woensdag in mei de minister van Financiën de Kamer een stapel gegevens
presenteert, allemaal voorzien van commentaar van de Rekenkamer, Kamerleden
en ook de media die stukken met rooie oortjes gaan lezen.''
Hoe vermijdt u dat Kamerleden blijven denken over 'mijn' ministers?
,,Dit proces is niet bedacht om zoals bij enquêtes voortdurend de
sorry-democratie en de pluche-vraag voorop te stellen. We zijn niet op zoek
naar nog meer momenten: wie kan er weg en wie moet er blijven. Omgekeerd moet
het werkelijk gaan om een stevige confrontatie met de regering. Een minister
of staatssecretaris die straks jaar op jaar moet laten weten: het is niks,
het wordt niks: die gaat gaandeweg een groot probleem krijgen.
,,Dat vind ik het eerlijke van het proces. Wat je nu vaak ziet is dat ministers
en staatssecretarissen in hun rol groeien of afbranden op vaak vage emoties.
Het gevoel van 'het is geen sterke minister' is vaak gebaseerd op klimatologische
factoren. Ik verwacht dat als een minister of staatssecretaris meer kan blijven
bij de feitelijkheid van zijn prestaties het oordeel over zijn functioneren
eerlijker wordt.''
Wat moeten ministers vrezen van een Kamer die meer leeuw wil zijn?
,,Ik hoop dat men een gezonde spanning vreest. Men mag er best wel enige
huiver bij hebben. Het idee van: wat zal het gaan worden?''