U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Cahier Derde Woensdag

Nieuws

Achtergronden

Opinie

Profiel

Documenten

Links

Gesprek met J. van Zijl (PvdA)

In de Kamer meer controle maar minder ideeën

Door onze redacteur KEES VAN DER MALEN
DEN HAAG, 28 MEI. De Tweede Kamer wil meer werk gaan maken van haar controlerende taak, compleet met een verslag op de derde woensdag van mei.

De Tweede Kamer wapent zich met een nieuw instrument: de controle op beleids-prestaties. Ministers moeten er ,,enige huiver'' voor hebben, maar ze kunnen ook rekenen op ,,een eerlijker'' oordeel. De aanjager van dit initiatief, Tweede-Kamerlid Jan van Zijl (PvdA), over de effecten van een 'tweede Prinsjesdag', de derde woensdag van mei.

Waarom deze nieuwe vorm van controle. Gaat er zoveel mis bij de overheid?
,,Deze nieuwe aanpak is nodig omdat we te vaak zien dat de Kamer pas in actie komt als er op een bepaald terrein eerst iets behoorlijk mis is gegaan. En dat gebeurt dan meestal pas door publicaties in de media of door druk van buiten. De idee is: wacht niet op het uit de hand lopen, maar richt je werkzaamheden zo in dat je controle meer tot een gewoon onderdeel van je werk maakt.

,,Daarnaast is er een meer persoonlijke overweging: ik heb het gevoel dat de tijdgeest is veranderd. In de jaren negentig is de burger niet meer geïnteresseerd wie het meest meeslepend over meer politie op straat kan praten en wie het meest veilige gezicht trekt, maar veel meer in: regering, u belooft nu wel van alles, maar komt daar ook wat van terecht? Als de Kamer meer belangstelling heeft voor de prestatiekant van het regeringsbeleid, dan is het ook omdat de samenleving daar meer belangstelling voor heeft.''

Wat gaat de burger daarvan merken?
,,Het alleen maar inzichtelijk maken van prestaties leidt er niet toe dat de burger automatisch iets merkt. Wat ik hoop is, dat het kabinet in de begroting scherper aangeeft: dit gaan we doen. En het jaar erop ook preciezer aangeeft wat er van terechtgekomen is.

,,Het is goed dat we niet alleen meer bezig zijn met het formuleren van nieuw beleid, maar dat we er ook veel scherper op toezien voordat we met allerlei meeslepende nieuwe dingen beginnen hoe er bijvoorbeeld meer handen aan het bed kunnen komen. En een kabinet dat veel scherper toeziet of waarmaakt wat is beloofd, daarvan zal de burger zeker iets merken.''

Waarom zouden Kamerleden plotseling meer belangstelling hebben voor het controleren van beleid, terwijl die er vroeger nauwelijks was?
,,Ik denk dat hier de vorm behulpzaam zal zijn bij het politiseren van de inhoud. Ik maak me sterk dat als de regering volgend jaar op interessante terreinen moet aangeven wat ze daarbij gepresteerd heeft, en als op de derde woensdag in mei de minister van Financiën de Kamer een stapel gegevens presenteert, allemaal voorzien van commentaar van de Rekenkamer, Kamerleden en ook de media die stukken met rooie oortjes gaan lezen.''

Hoe vermijdt u dat Kamerleden blijven denken over 'mijn' ministers?
,,Dit proces is niet bedacht om zoals bij enquêtes voortdurend de sorry-democratie en de pluche-vraag voorop te stellen. We zijn niet op zoek naar nog meer momenten: wie kan er weg en wie moet er blijven. Omgekeerd moet het werkelijk gaan om een stevige confrontatie met de regering. Een minister of staatssecretaris die straks jaar op jaar moet laten weten: het is niks, het wordt niks: die gaat gaandeweg een groot probleem krijgen.

,,Dat vind ik het eerlijke van het proces. Wat je nu vaak ziet is dat ministers en staatssecretarissen in hun rol groeien of afbranden op vaak vage emoties. Het gevoel van 'het is geen sterke minister' is vaak gebaseerd op klimatologische factoren. Ik verwacht dat als een minister of staatssecretaris meer kan blijven bij de feitelijkheid van zijn prestaties het oordeel over zijn functioneren eerlijker wordt.''

Wat moeten ministers vrezen van een Kamer die meer leeuw wil zijn?
,,Ik hoop dat men een gezonde spanning vreest. Men mag er best wel enige huiver bij hebben. Het idee van: wat zal het gaan worden?''

NRC Webpagina's
28 mei 1999

Den Haag

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad