U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
 
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Auteursrecht

Nieuws

Achtergrond

Links

Stichting Beeldrecht waakt over de auteursrechten van kunstenaars

Door onze redacteur PIETER KOTTMAN
De Stichting Beeldrecht liet onlangs een affiche van het bisdom Utrecht verbieden, omdat het de auteursrechten schond van het schilderij Who's afraid of Red, Yellow and Blue III van Barnett Newman. ,,Wij zijn redelijk en clement'', zegt Yvonne van Eck, juriste van Beeldrecht.

AMSTELVEEN, 1 APRIL. ,,Graag!'' antwoordt mr. Yvonne van Eck, juriste bij de Stichting Beeldrecht, op het verzoek om een gesprek: kan ze eindelijk de 'indianenverhalen' die sinds vorige week de ronde doen, ontzenuwen. ,,We hebben een imago-probleem'', stelt ze onomwonden. ,,Men meet ons iedere keer af aan de laatste controversiële affaire, terwijl het overgrote deel van ons werk in stilte en naar volle tevredenheid van alle betrokkenen verricht wordt. Dat is frustrerend.''

Vorige week wees de president van de Utrechtse rechtbank vonnis in het kort geding dat Stichting Beeldrecht namens de weduwe van de Amerikaanse beeldend kunstenaar Barnett Newman tegen het bisdom Utrecht had aangespannen. Het bisdom had, in het kader van een campagne om discussie over God onder jongeren op gang te brengen, een poster verspreid waarop Newmans in 1986 door een vandaal vernielde schilderij Who's afraid of Red, Yellow and Blue III (spiegelbeeldig) staat afgebeeld. De sneden die over de volle breedte van het doek met een stanleymes waren aangebracht, zijn op het affiche vervangen door slechts twee inkervingen die tezamen een kruis vormen. Eronder staat in grote letters 'Who's afraid of God', in combinatie met een in kleinere letters gestelde wervingszin (,,Ga 'ns bij Hem langs'').

Stichting Beeldrecht, bij monde van Van Eck, vond dat het affiche onder auteursrechtelijke bescherming viel en was dus van mening dat het bisdom voor het gebruik van Newmans doek toestemming aan de weduwe had moeten vragen en, ingeval zij ingestemd had, voor het gebruik had moeten betalen. Het bisdom hield vol dat er slechts sprake was van een stijlnabootsing en van een 'parodie', waarvoor het toestemmingsvereiste niet zou gelden.

De rechter verwierp dit verweer en sommeerde het bisdom de verspreiding van het affiche te stoppen en binnen tien dagen alle reeds (op scholen) verspreide exemplaren terug te halen. Voorts werd het bisdom veroordeeld tot een geldboete van 13.952 gulden, waarvan 5.000 gulden nadrukkelijk bedoeld is als smartegeld.

Van Eck: ,,Het laatste is bepaald ,,gelet op de levensbeschouwelijke opvattingen van Newman''. Onmiddellijk is er gesuggereerd dat hij als jood nooit meegewerkt zou hebben aan een campagne van de katholieke kerk, maar wij hebben die overweging op verzoek van de weduwe niet ingebracht. Zij was anderzijds bezorgd, dat ze met haar protest delen van de Nederlandse bevolking tegen het hoofd zou stoten, maar ik heb haar gezegd - ik ben zelf niet religieus - dat de kerk in ons land een organisatie is als alle andere. Wel hebben wij betoogd dat Newman zelf zeer terughoudend was in het toestemming verlenen voor gebruik van zijn werk. Hij wilde bij voorbeeld niet dat er een illustratie van een doek geplaatst werd bij een ingezonden brief die hij ooit naar een krant schreef.

,,Dit soort argumenten was ook helemaal niet nodig: het was zonneklaar dat de rechter ons gelijk zou geven. Dat nu wordt beweerd dat wij de parodie in Nederland onmogelijk hebben gemaakt, slaat nergens op. Een parodie heeft bij voorbeeld slechts een satirische of amuserende bedoeling, en is geen wervingsmiddel. Dat het bisdom de poster een parodie noemt, wil nog niet zeggen dat het om een parodie gaat. Die uitleg is louter bedoeld om een claim te omzeilen. Ik zie het eerlijk gezegd als een beginnersfout van de kerk die ook eens op de populaire toer gaat. Men heeft vervolgens volhard in een evidente fout. Ik heb maandenlang geprobeerd een schikking te treffen, maar men wilde van geen wijken weten.''

De Stichting Beeldrecht, in 1977 opgericht, waakt over de auteursrechten van de bij de organisatie zelf of bij zusterorganisaties in het buitenland aangesloten beeldende kunstenaars of hun erven. Zo is de weduwe Newman aangesloten bij de Artists' Rights Society (ARS) in New York. Beeldrecht zetelt in het gebouw van het Cedar, het Centrum Dienstverlening Auteursrechten en Aanverwante Rechten, waar ook soortgelijke stichtingen voor Nieuwswaarde (voor journalisten), Bladmuziek, De Thuiskopie en Reprorecht zijn ondergebracht.

De Stichting voorkomt volgens Van Eck veel rompslomp en conflicten. Simpele jaarcontracten, waarmee op schatting gebaseerde bedragen gemoeid zijn, ontslaan bij voorbeeld grootverbruikers als kranten van de plicht zich bij iedere illustratie te vergewissen van toestemming van de kunstenaar. Die wordt vervolgens betaald door de Stichting die daarmee ook een zeker financieel risico loopt. Sinds twee, drie jaar hebben dan ook alle kranten van Nederland een overeenkomst met Beeldrecht.

,,Het is toch logisch dat kunstenaars bezwaar mogen maken tegen het gebruik van hun geestelijk eigendom in een bepaalde context en dat zij, bij geen bezwaar, betaald worden voor dat gebruik? Wij zijn, in tegenstelling tot wat buitenstaanders vaak denken, redelijk en clement. We interpreteren bestaande wetgeving ruim. Cruciaal is dat de campagne van het bisdom bedoeld is als reclame-uiting, als werving. Maar als het bisdom minder letterlijk gebruik gemaakt had van Newmans werk en er meer afstand van had gehouden door niet én het formaat én de vlakverdeling én de titel over te nemen dan wel bijna letterlijk te citeren, dan hadden wij er geen bezwaar tegen gemaakt.

,,De schildersbranche refereerde onlangs ook aan een vernield doek van Newman Cathedra. De reclame van de schilders toonde een blauw monochroom vlak, met daaronder de oproep de winterschilder in huis te halen. Daar wordt een associatie gewekt, die net zo duidelijk is als het letterlijke citaat op het bisdom-affiche maar auteursrechtelijk wel door de beugel kan. Persoonlijk vind ik de reclame-uiting van het bisdom ook vérgezocht. ,,Who's afraid of God'' bekt lekker, dat begrijp ik ook wel, maar verder is ieder verband zoek. Overigens was de schildersorganisatie gewaarschuwd. We hebben jaren geleden al eens bezwaar gemaakt tegen een reclame van hen waarin gebruik werd gemaakt van een Rietveld-stoel, dus die hebben hun les geleerd. Zo worden we op den duur, als het goed is, een overbodige organisatie. Dat wil zeggen: niet voor de inning van de auteursrechtenpenningen, wel als waakhond.''

NRC Webpagina's
1 april 1998

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) APRIL 1998