VRIJDAG
Eerder verschenen columns
DE DRAAD
JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN
|
De rook om Van Gogh
door Lien Heyting
Het van Gogh Museum heeft
afgelopen dinsdag bekend gemaakt een 'Van Gogh Research Project' te
willen starten waarbij alle elfhonderd schilderijen van Van Gogh op
echtheid zullen worden onderzocht. Twee dagen eerder, op zondagvond,
toonde het Belgische net Canvas een uitstekende documentaire over
enkele vermeende Van Gogh-vervalsingen.
Dat er veel vervalste
schilderijen van Vincent van Gogh in omloop zijn, is geen nieuws, dat
was in de jaren dertig al bekend. Maar de laatste jaren zijn er twijfels
gerezen over een aantal bekende doeken van Van Gogh. Zo zou een van de
drie versies van Stilleven met zonnebloemen uit 1889 vals zijn,
De tuin van dr. Gachet (1890), een van de twee versies van het
Portret van dr Paul Gachet (1890) en een van de twee portretten
van De Arlesienne. In de documentaire kregen Van Gogh-vorsers uit
Frankrijk, Italië en Nederland de gelegenheid uiteen te zetten
waarom deze schilderijen niet van Van Gogh konden zijn. Uit hun betogen
bleek dat ze bij hun onderzoekingen niet over een nacht ijs waren gegaan
en hun argumenten klonken serieus. Een van de onderzoekers, een Franse
journalist, had bijvoorbeeld geconstateerd dat het schilderij De tuin
van dr Gachet, dat een paar jaar geleden in Frankrijk werd geveild,
niet afkomstig was uit de collectie van Jo van Gogh, de vrouw van Van
Gogh's broer Theo - zoals het veilinghuis vermeldde - maar uit de
verzameling van de Franse schilder Claude-Emile Schuffenecker. Deze
tijdgenoot van Van Gogh wordt er om allerlei reden van verdacht dat hij
het oeuvre van de meester met enige werken heeft uitgebreid. Bovendien
bleek De tuin van Dr. Gachet op een andere manier te zijn
geschilderd dan Van Gogh gewend was te doen. Het tuinpad was met blauw
en geel gepointilleerd op een groene ondergrond, niet nat-in-nat, zoals
Van Gogh deed, maar op verf die eerst gedroogd was. Met deze werkwijze
zou Van Gogh minstens drie weken aan het doek bezig zijn geweest, wat
onwaarschijnlijk lijkt. Er waren meer redenen waarom het schilderij een
vervalsing kan zijn. Hoe meer er naar voren kwamen, des te
nieuwsgieriger werd de kijker naar de reactie van de officiële
instellingen: veilinghuizen en musea.
De veilinghuizen waren snel klaar: geen commentaar. Een Franse
veilinghouder wilde nog wel even opmerken dat al die commotie nergens op
sloeg. De Amerikaanse musea die om commentaar werden gevraagd, gaven
eveneens niet thuis.
Alleen het Parijse Musée d'Orsay en het Van Goghmuseum waren
bereid tot een reactie. De directrice van het Musée d'Orsay sprak
wat aarzelende woorden. Volgens haar was het uiteindelijk de
intuïtie die de doorslag gaf bij het bepalen van de echtheid van
een kunstwerk. Toen kwamen twee conservatoren van het Van Goghmuseum aan
het woord, Sjraar van Heugten en Louis van Tilborgh. Zelden is er op de
tv zo'n demonstratie van neerbuigendheid gegeven, als nu door Sjraar van
Heugten. Hij kreeg alle kans om argumenten te weerleggen, om zijn visie
op de verdachte Van Gogh's te geven, desnoods om uit te leggen waarom de
zaak te ingewikkeld is om zomaar even te becommentariëren, maar hij
benutte die kans niet. De Van Gogh-vorsers, zo smaalde hij, waren
amateurs, waar bemoeiden ze zich mee. De kranten sponnen garen bij deze
opgeklopte affaire, verder was er niemand mee gediend. Zo tetterde hij
maar door, met het hautaine air van een machthebber die immuun is voor
kritiek.
Als de Van Gogh-documentaire een ding duidelijk maakte, dan is het dat
een Van Gogh Research Project hard nodig is. Het Van Gogh Museum is het
aan Van Gogh verplicht om het rookgordijn weg te blazen en een onderzoek
te beginnen waarbij belangen en gevestigde posities geen enkele rol
spelen.
(Uit Cultureel Supplement van
24 september 1999
)
|
|