C O L U M N  
NIEUWS   |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

VRIJDAG
Eerder verschenen
columns

DE DRAAD
JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN

Verdomhoekje

door Pieter Kottman
Deze week presenteerde de Raad voor Cultuur zijn 'vooradvies', bedoeld om richting te geven aan de binnenkort weer losbarstende rapportenkoorts. Ten behoeve van de volgende Cultuurnota - waarin wordt vastgesteld welke instellingen vanaf 2001 op subsidie kunnen rekenen en hoeveel - moeten gezelschappen, orkesten en musea eind dit jaar immers hun beleidsvoornemens indienen. Die zullen even nobel als voorspelbaar zijn; iedereen wil geld en dus zullen alle oren hangen naar wat de staatssecretaris van Cultuur, R. van der Ploeg, aan wensen heeft geventileerd (nogal wat) en naar wat de Raad nu aan prioriteiten heeft vastgelegd.

Die prioriteiten zijn niet erg duidelijk. Vier verschillende kranten hebben boven hun berichtgeving vier verschillende koppen gezet. Volgens de ene krant wil de Raad meer aandacht voor allochtonen, een andere krant voorziet een 'behoudende' Cultuurnota. Volgens de derde wenst de Raad een einde te maken aan de 'rituele dans', die de vierjaarlijkse verdeling van de kunstsubsidies zou zijn, de vierde constateert dat de Raad 'economisch kunstbeleid hekelt'. Alle kranten hebben gelijk, want zo eenduidig als de inzichten van de staatssecretaris zijn (de kunsten moeten van hem aansluiting zoeken bij jongeren, allochtonen en het grote publiek), zo wankelmoedig is de Raad. Niet alleen jongeren, allochtonen en het grote publiek zitten volgens hem in het culturele verdomhoekje maar ook de ouderen en de 'internationalisering' en de 'nieuwe media'. Het is er een drukte van belang, in dat verdomhoekje, en daarom moeten vraag en aanbod meer op elkaar worden afgestemd. Daar komt het advies, overigens net als de oprispingen van Van der Ploeg, op neer.

Om dat te bereiken moet er volgens de Raad een aparte instelling komen die 'culturele diversiteit' stimuleert. Ook moet er bij de subsidiëring meer worden gekeken naar 'functies' en minder naar instellingen, om te voorkomen dat 'tien keer hetzelfde wordt gedaan' met subsidiegelden. Bovendien is de Raad voorstander van een 'pluriform kwaliteitsbesef'. Aan het Concertgebouworkest worden andere kwaliteitseisen gesteld dan aan een allochtone theatergroep.

Je zult maar kunstenaar zijn vandaag de dag, en last hebben van de drang om op allerindividueelste wijze uitdrukking te geven aan je allerindividueelste gevoel. Je kunt het mooi schudden.

Waarom richten Van der Ploeg en de Raad niet meteen een fabriek op, waar op doelgroepen toegesneden pakketjes cultuur van de lopende band rollen? Kunst en cultuur zijn volgens hen kennelijk 'maakbaar': doelgroepen vragen (doen ze dat trouwens?) en Van der Ploeg en de Raad draaien.

Die aparte instelling ter stimulering van culturele diversiteit hoeft er in elk geval niet te komen: de staatssecretaris en zijn advieslichaam kwijten zich al ijverig genoeg van die taak. Pluriform kwaliteitsbesef? Zelden zullen doelgroepen paternalistischer bejegend zijn dan met het idee dat valse ketelmuziek goed genoeg voor ze is. En 'functies' honoreren? Kunst heeft geen functies of bedoelingen en al helemaal geen goede bedoelingen, hoezeer de brochures van de subsidie-aanvragers daar straks ook weer van gaan overlopen. Dat is nu net het aardige van kunst.

(Uit Cultureel Supplement van 23 april 1999 )

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)