Economische Ontwikkeling en het Internet
Voordat u verder leest wil ik u eerst waarschuwen voor het feit dat deze
bijdrage een hoog Star Trek gehalte heeft en een aantal speculatieve
elementen bevat. Evenwel wil ik toch een aantal economische en financiele
aspecten van het Internet aan u presenteren, waarvan ik denk dat zij
belangrijk zullen worden voor de Nederlandse economie. Het is namelijk te
verwachten dat het Internet in de volgende eeuw de structuur van de
wereldeconomie en dus ook de Nederlandse economie drastisch gaat
veranderen.
Na de aanvankelijke hype rond het Internet gaat langzaam het stof liggen
en komen naast alle verwachtingen die het Internet heeft losgemaakt, ook
de beperkingen van het Internet naar voren. Voor heel veel mensen is de
opstap naar het Internet niet makkelijk geweest en velen hebben
ongetwijfeld na modem en winsocket problemen de electronische snelweg bij
de eerste afslag al verlaten. Als de opstap wel is gelukt dan bleek het
Internet bij nader inzien geen snelweg te zijn maar een grintweg die
alleen met de reset knop te verlaten scheen. Er is evenwel
netwerktechnologie voor handen die het Internet op den duur tot een echte
een electronische snelweg zullen transformeren en de huidige opstoppingen
zullen oplossen. Glasvezel in combinatie met nieuwe netwerktechnologie
(ATM) lijken voldoende capaciteit te kunnen leveren tegen niet te hoge
kosten, om de stoutse dromen over snelheid te verwezenlijken. In het
onderwijs wordt dankzij de afdankertjes uit het bedrijfsleven, meer
aandacht besteed aan de computer. Gecombineerd met de groeiende
gebruikersvriendelijkheid van communicatie hardware en software, zal op
den duur het pleit worden beslecht ten gunste van het Internet. Het licht
dus voor de hand dat over 25 jaar een groot gedeelte van de koopkrachtige
wereld supersnel aangesloten is op het Internet. Zodra een substantieel
percentage van de wereldbevolking aan het Internet hangt dan is de global
marketplace een feit.
Wat gaat dit betekenen in termen van economische structuur en hoe moet
economisch beleid hier op inspelen? Het is duidelijk dat deze vraag op dit
moment nog niet te beantwoorden is. De marketing sector heeft het Internet
inmiddels ontdekt als medium voor het ware woord, maar feitelijke vindt
nog betrekkelijk weinig economische activiteit op het Internet plaats. Dit
is echter een kwestie van tijd. Zodra aan de bovenstaande condities van
snelheid en omvang is voldaan zal het Internet een zeer belangrijke
economische rol gaan spelen. Negroponte schreef in zijn boek Being Digital
dat langzaam maar zeker een transformatie plaatsvindt van atomen naar
bits. Gewoonlijk sturen we een brief nog steeds per post, wat dus een
fysieke verzending van papier (atomen) is. Met de komst van electronische
post, email, is deze fysieke zending niet meer noodzakelijk en kunnen we
volstaan met het versturen van bits. Misschien minder gezellig, maar zeker
een efficiente en snelle vorm van informatie-overdracht.
Het interessante is nu dat een groot gedeelte van ons nationaal inkomen
(ruwweg wat we met z'n allen verdienen) wordt gegenereerd via transacties
die via bits kunnen worden verricht. Met uitzondering van bijvoorbeeld de
vervoerssector, zijn belangrijke en winstgevende segmenten uit
dienstensector bij uitstek geschikt voor electronisch verwerking. Het
bank- en verzekeringsbedrijf is een perfecte voorbeeld van een segment die
zich vrijwel geheel in bits laten omzetten. Als we ons realiseren dat
juist de dienstensector een van Nederlandse belangrijkste sectoren is, dan
is het duidelijk dat het Internet veel invloed kan hebben op de
Nederlandse economie. Een dreiging, maar ook zeker ook een nieuwe
uitdaging die kansen biedt mits Nederland er tijdig op inspeelt. Welke
delen van de economie worden door deze electronische verwerking getroffen?
Gezien het sterk grensoverschrijdende karakter van Internet zullen we
ontwikkelingen op wereldschaal moeten bekijken. Naar het zich laat aanzien
zullen de financiele sectoren, internationale handel en de arbeidsmarkt
door het Internet getroffen worden. Belangrijke delen van de Nederlandse
economie dus.
De financiele sector is momenteel koploper in het toepassen van Informatie
technolgie (IT) binnen de bedrijfsvoering. IT wordt niet alleen ingezet
voor boekhoudkundige verwerking, maar is ook onontbeerlijk voor het
handelen op de effectenbeurs. Steeds meer effectenbeursen zijn al
overgegaan naar duale systemen waarbij enerzijds effecten worden
verhandeld via hoekmensen op de beursvloer via een out cry (roept u maar)
systeem en ook electronisch worden verhandeld. Een electronische beurs is
feitelijk een computersysteem dat aan- en verkoop biedingen met elkaar
vergelijkt een vervolgens de transactie uitvoert, clearing, indien beide
prijzen overeenstemmen. Kopers en verkopers kennen elkaar dus in principe
niet. De Duitse termijnbeurs heeft zelfs al geen fysieke vorm meer en is
een volledig electronische markt. Juist electronische beursen zijn bij
uitstek geschikt voor buitenlandse partijen en groeien in populariteit.
Electronische markten maken het namelijk mogelijk vanuit een (virtuele)
plaats op alle markten te handelen.
Over het algemeen werken electronische beursen efficienter dan fysieke
beursen waardoor bied- en laatprijzen liggen dichter bij elkaar liggen,
wat gunstiger is voor de klanten van de beurs, de beleggers. In die zin is
een electronische beurs een sterke concurrent van de gewone beurs en in de
concurrentiestrijd zal de traditionele beurs het hoogstwaarschijnlijk op
den duur afleggen. Naast deze vorm van concurrentie tussen electronische
markt en de traditionele markt, is er ook nog de concurrentie tussen de
verschillende electronische markten onderling. Voor beleggers is
liquiditeit, en dus de omvang van de markt, over het algemeen gunstig.
Indien via het Internet markten steeds makkelijker te benaderen zijn wordt
de locale markt steeds minder interessant. Gezien de onstuimige groei van
de AEX index, de index van de Amsterdamse effectenbeurs, in de laatste
paar maanden lijkt het misschien tegenstrijdig om te voorspellen dat de
Amsterdamse effectenbeurs het moeilijk zal krijgen in de internationale
oncurrentiestrijd. Op de lange termijn is dit wel te verwachten. Een
ander onwikkeling zal zijn dat ook andere financiele producten naar het
Internet gaan verschuiven. Diensten zoals Homenet en Girotel zijn een
eerste begin en zullen meer en meer een internationaal karakter krijgen.
Nu nog je girorekening. De eerste voorbeelden zijn er overigens al.
Recentelijk, is een bank in de Verenigde Staten begonnen met een
experiment met het verlenen van hypotheken via het Internet. Waarom zou je
een reisverzekering afsluiten bij een lokale verzekeringsmaatschappij als
je een Canadese verzekeraar via het Internet goedkoper is.
Een tweede terrein waar we het effect van het Internet zullen voelen is op
het terrein van de internationale handel. In het laatste jaar hebben
locale distributeurs van muziek Cds de zogenaamde parallelle import van
Cds uit de Verenigde Staten weten tegen tegaan Het stoppen van deze import
is momeneel nog mogelijk om dat Cds in atomen moeten worden verstuurd.
Economisch gezien is dit een onwenselijke situatie. De consument is
namelijk het kind van de rekening want hij of zij betaalt een te hoge
prijs voor het product. Volgens de handelstheorie is het eindelijk het
beste om de handel zo veel als mogelijk te liberaliseren. Op die manier
worden landen namelijk gedwongen zich te specialiseren in producten waar
ze relatief gezien goedkoop in zijn. Zodra het Internet voldoende
capaciteit heeft wordt electronische import mogelijk en wordt daarmee een
handelsbarriere weggenomen. In plaats van het sturen van een CD kan een
particulier de CD van het Internet downloaden of op verzoek een bepaald
nummer op de eigen multimedia machine afdraaien. Hetzelfde geldt
natuurlijk ook voor beeld en andere vormen van informatie die via het
Internet kunnen worden aangeboden. De levering van software via het
Internet is al in volle gang.
Ten derde de arbeidsmarkt. Ondanks de soms onwenselijke sociale aspecten,
wordt er schoorvoetend met telewerken geexperimenteerd. Wat zijn hiervan
de gevolgen voor de arbeidsverdeling? We zien steeds meer dat
arbeidsactiviteiten die electronisch kunnen worden uitgevoerd, zich
verplaatsen naar plekken waar arbeid of goedkoper en of beter is.
Wetenschappelijke uitgeverijen verplaatsen hun typesetting bijvoorbeeld
naar India. Academici kunnnen daar voor een substantieel lager loon dan in
Nederland worden ingezet om wetenschap-pelijke artikelen in te tikken. Bij
de juiste inrichting van het arbeidsproces maakt het dus niet meer uit
waar werknemers zich bevinden. Een in bits omgezette sector zal als gevolg
steeds meer een juridische constructie worden zonder fysieke binding.
Wat zijn de economisch-politieke implicaties van het Internet? Hopelijk
is duidelijk geworden dat het Internet een grote invloed zal hebben op de
structuur van onze economie. Terrreinen zoals handelspolitiek, monetair
beleid en arbeidsmarkt beleid krijgen derhalve een andere dimensie.
Momenteel is het voor monetaire autoriteiten al heel moeilijk om invloed
uit te oefenen op beursontwikkelingen of veranderingen in de geld- en
kapitaalmarkten. De president van het stelsel van Centrale banken in de
Verenigde Staten Alan Greenspan komt vaak niet verder dan een beetje
dreigen met de rente. De volgende dag stijgt de beurs weer gestaag door.
Met een verder integratie van economie=E2n via het Internet zal het voor
beleidsmakers nog moeilijker worden. Het is zeker dat een gedeelte van
het girale geld zal overvloeien in een systeem van giraal internetgeld,
ecash. Mocht je dit internetgeld enigzins willen controleren dan is een
hoge mate van internationale samenwerking vereist. Een samenwerking die de
toekomstige Europese Monetare Unie (EMU) doet verbleken, mocht de EMU er
al van komen. Het omzetten van atomen in bits heeft voorts een belangrijke
handelspolitiek consequentie. Hoe reguleer je electronische importen? De
invoer van atomen kan worden reguleerd aan de grens, maar deze
mogelijkheid verdwijnt op het Internet. Zelfs al is het mogelijk op al
het electronische verkeer te volgen en te controleren, dan zal het toch
moeilijk zijn om greep op electronisch verkeer te krijgen zonder zwaar in
te breken op de privacy van individuen. Wil de factor arbeid in Nederland
willen blijven concurreren met lage lonen landen dan moeten we zorgen voor
een hoge productiviteit per werknemer dus een hoog kennisniveau. Waar moet
een internationale telewerker overigens fiscaal worden belast? Telewerken
vanaf een tropisch belastingparadijs krijgt plotseling een andere
dimensie.
Meestal biedt een grote verandering ook nieuwe mogelijkheden. Ondanks het
vermeende Nederlandse succes dat bestaat uit economische groei door het
terugdringen van het financieringstekort gecombineerd met loonmatiging en
nogeens loonmatiging, moet Nederland het in de toekomst niet hebben van
producten die gevoelig zijn voor de loonkosten. Tenminste als we ons
welvaartsniveau willen vasthouden. Dit betekent dat de Nederlandse
economie zich zal meer moeten gaan specialiseren in activiteiten met een
hoge arbeidsproductiviteit om zo de concurrentie met de wereld aan te
kunnen. De Nederlandse economie is nu sterk op Europa gericht, maar in de
volgende eeuw zal Nederland nog sterker de concurrentie met de wereld aan
moeten gaan. Kortom, we moeten uitbuiten waar we sterk in zijn. Meer
accent op onderwijs, lees het kennisdebat, is hiervoor een goede start
maar niet genoeg. Misschien zijn infrastructurele investeringen in een
informatie-infrastructuur wel even belangrijk als een tweede Schiphol. Tot
op heden wordt dit aan het particuliere initiatief overgelaten.
Wellicht krijgen de macro-economen het in de toekomst iets makkelijker.
Naar mate steeds meer transactie, zowel transacties met atomen als bits,
electronisch worden vastgelegd krijgen we meer inzicht in wat er gebeurt
in de economie. Voor informatie over particuliere consumptie hoeven we in
de toekomst niet maanden te wachten totdat de nieuwste cijfers met een
langer vertraging via het CBS ter beschikking komen. We zullen de economie
in real time aan ons voorbij zien gaan op het Internet.
Dr.H.M. Amman, amman@fee.uva.nl, is verbonden aan de Universiteit van
Amsterdam en is hoofdredacteur van de wetenschappelijke tijdschriften
Computational Economics en Netnomics.