R A D I O V O O R A F :
Luchtwerk van een oude meester
PIETER STEINZ
"De Charles Dickens van
Nederland" noemt cabaretier Seth Gaaikema hem in de radiodocumentaire
Een heer van stand. Maarten Toonder mag dan al 15 jaar geen
nieuwe strips meer maken, zijn bewonderaars zijn hem nog niet vergeten.
Des te jammerder is het dat zij geen poging doen om de vergrijzende
wereld van Heer Bommel en Tom Poes populair te maken bij een nieuwe
generatie, die wel de lol inziet van pensioengerechtigde strips als
Asterix en Suske & Wiske. Neem radiomaker Joël
Batenburg. Aan de licht-satirische kracht van Toonders plots en
tekeningen maakt hij in zijn driekwartiersdocumentaire nauwelijks
woorden vuil; zijn belangstelling gaat uit naar de verhouding van
Toonder tot diens tweede vaderland Ierland, waar hij de 88-jarige
tekenaar voor de duur van "twee kopjes thee" te spreken kreeg. De paar
citaten die hij Toonder heeft weten te ontfutselen gaan dan ook
voornamelijk over Toonders liefde voor "het oude bijgeloof van de
Kelten" en over de geheimzinnige dwerg die de schepper van Kweetal en
Hocus Pas ooit tegenkwam in de venen van Connemara. Gelukkig ging
Batenburg behalve bij Toonder en de Bommelbakvis Gaaikema (" soms slaap
ik in een Bommelpyjama") ook op bezoek bij Dick Matena, de
striptekenaar die sinds de jaren zestig in de Toonder Studio's heeft
gewerkt. Matena is liefdevol-kritisch over zijn strenge leermeester
("niet de gemakkelijkste baas ter wereld") en constateert met spijt dat
Toonder na zijn verhuizing naar Greystones bij Dublin (in 1965) te veel
de "mystieke kant" is opgegaan: "Toonder is begonnen als een
verhalenverteller, toen werd hij een humorist en uiteindelijk een
satiricus. Daarna is hij zijn onschuld kwijtgeraakt."
Matena maakt zich verder grote zorgen om de (geestelijke) kracht van
Toonder, die in het afgelopen decennium niet alleen zijn vrouw en zijn
zoon maar ook veel van zijn vrienden verloor. "Het lijkt wel een
Griekse noodlotstragedie", zegt Matena, "het buigen is afgelopen, nu
begint het breken." En Toonder zelf geeft toe dat hij de dood als een
bevrijding zou zien, nu de " carrosserie begint te slijten". Waarna hij
zijn interviewer toevertrouwt dat hij het liefst herinnerd zou willen
worden als een zoeker "die een deel van de waarheid zag". Maar, zo
concludeert Toonder, zijn werk is "luchtwerk", en "in de lucht kun je
moeilijk iets achterlaten dat blijvend is; het verwaait".
Toonder is bescheidener dan Batenburg, die in de documentaire erg op de
voorgrond treedt en overduidelijk zeer tevreden is dat hij de oude
meester zulke diepe uitspraken heeft weten te ontlokken. Hij had
gewaarschuwd moeten zijn door de wijze woorden van Matena, halverwege
de documentaire: "Ik geloof niet dat er iemand op de wereld is die de
echte Maarten Toonder kent."
Een heer van stand (Joël Batenburg, NCRV), 747 AM,
woensdag, 16.02-16. 45u. Herh. Radio 1, donderdag, 0.04-
0.45u.