|
|
|
NIEUWSSELECTIE
|
Knaven waardige winnaar Parijs-Roubaix Door onze redacteur JAAP BLOEMBERGEN Wielrenner Servais Knaven (30) trad zondag uit de schaduw van zijn knechtenrol. Hij won Parijs-Roubaix, mede dankzij ijzersterk ploegenspel. Hij trotseerde de modderpoel en demarreerde op het juiste moment. ROUBAIX, 17 APRIL. De vrouw van de verliezer wilde van geen gelukwensen weten. ,,Hij heeft hem gestolen'', riep de echtgenote van Wilfried Peeters over de zege van diens teamgenoot Servais Knaven. De Belg had bijna tachtig kilometer aan kop gereden. De Nederlander had inderdaad geprofiteerd van het ploegenspel bij Domo, maar iets meer respect was op zijn plaats geweest. Wie bijna zeven uur door de bagger ploetert, elke ontnapping van de concurrentie neutraliseert en ook nog op het juiste moment een demarrage plaatst, is een waardige kampioen. De vrouw van de winnaar had het beter gezien. Natascha den Ouden, opgegroeid in een wielernest, had haar man vooraf goede kansen toegedicht. Ondanks de slechte weersomstandigheden en de wetenschap dat hij bekend staat als een mooi-weer-rijder. Ondanks de sombere pronostiek in l'Equipe. Achter de naam van Knaven stond slechts één ster. Bij de eerste kennismaking met de kasseien voelde hij het gelijk van zijn wederhelft en het ongelijk van de Franse sportkrant. Het ranke lijf van Knaven danste over de stenen. Hij voelde geen pijn en wist zich gesterkt door het koersverloop. Hij hoefde de leidende positie van Peeters alleen maar te consolideren. Toen de Vlaamse veteraan zich op dertien kilometer voor de finish gewonnen gaf, was voor Domo opnieuw een aanvallende rol weggelegd. Twee keer zag Knaven een uitbraakpoging mislukken. Bij de derde versnelling bleven de moegestreden concurrenten Ludo Dierckxsens en George Hincapie het antwoord schuldig. De 99ste editie van Parijs-Roubaix bracht het beste in de wielersport naar voren. Regen en hagel hadden de kasseistroken veranderd in een modderpoel. In het Bos van Wallers reden de renners, verkleed als mijnwerkers, over het glibberige wegdek. Het sprookjesachtige decor was het strijdtoneel van een spectaculaire wedstrijd. ‘Hel van het Noorden' luidt de veelzeggende bijnaam van de Franse klassieker. Het werd een afvalrace zonder weerga. Honderdduizenden toeschouwers vormden een erehaag voor de tweehonderd renners. Beschonken Belgen liepen in polonaise door de drassige weilanden. Zij leegden hun blaas tegen elke boom en juichten voor hun favoriete landgenoten. Knaven was voor hen een onbekende grootheid uit Hoogstraten, de Belgische woonplaats van de Nederlandse renner. Meer aandacht was er voor zijn landgenoot Léon van Bon. Een valpartij in de slotfase maakte hem kansloos. Het was niet de enige uitglijder. De grootste acrobaten raakten uit balans. Voor de buitenlandse waarnemers behoort Knaven tot de categorie toevalstreffers die de rijke historie van Parijs-Roubaix enigszins ontsieren. De Belgische outsider Jean-Marie Wampers (1989) en de Franse nobody Frédéric Guesdon (1997) zijn hem voorgegaan. Voor de Nederlandse wielersport is de zege van Knaven een bewijs van wederopstanding. De tweede plaatsen van Erik Dekker in de Ronde van Vlaanderen en Van Bon in Gent-Wevelgem hebben vorige week geen vertekend beeld gegeven. De erelijst van Knaven was na zeven profjaren aan de magere kant. Het Nederlands kampioenschap, de Ronde van Denemarken en de Grote Scheldeprijs worden in het peloton niet voor vol aangezien. Knaven was een gewaardeerde knecht bij TVM en Farm Frites. Hij reed in dienst van anderen. ,,Ik ben niet vies van vuil werk'', sprak hij treffend. ,,Ik ben nooit gaan twijfelen aan mijn kwaliteiten. Ik heb altijd gedacht: het gaat een keer lukken. Alleen had ik niet zo snel aan Parijs-Roubaix gedacht. Ik kan hier alleen maar van dromen.'' Knaven bleef tijdens zijn solotocht gemakkelijk op de been, maar in het zicht van de haven vloog hij op de natte piste bijna uit de bocht. Tijdens zijn ereronde had hij nog genoeg tijd om zijn shirt recht te trekken, de modder te verwijderen en de naam van de sponsor zichtbaar te maken. Huilend omhelsde hij na afloop zijn teamgenoten. Lachend had hij zich onderweg nog afgevraagd wie de laatste Nederlandse winnaar was geweest. Het antwoord stond op het middenterrein van de Vélodrome. De winnaar van 1983 droeg de oranje fakkel over. ,,Ik wist voor 99 procent zeker dat het Hennie Kuiper was, maar dacht even aan Adrie van der Poel'', sprak Sint Servais voordat hij het wedstrijdverhaal deed. ,,Ik ben nooit bang geweest om te vallen. Ik hoefde nooit te forceren. Pas op de laatste kasseistroken voelde ik mijn benen zwaarder worden.'' Knaven kreeg van zijn ploeggenoten de vrijheid die hij verdiende. Hij demarreerde onder de goedkeurende blik van zijn Belgische kopman Johan Museeuw, zonder twijfel de beste renner in de koers. De tweevoudige winnaar van Parijs-Roubaix had veel pech onderweg. Hij kreeg drie lekke banden. Knaven één, op veertig kilometer van de eindstreep. In een mum van tijd achterhaalde hij de kopgroep. Museeuw toonde zijn meesterschap en behaalde met speels gemak de tweede plaats. Uit waardering voor Knaven juichte hij hem toe, toen ze op de wielerbaan hun afzonderlijke ereronde reden. De derde plaats was weggelegd voor de Letse wereldkampioen Romans Vainsteins, ook rijdend in een shirt van Domo. Daarmee toonde de Belgische manager Patrick Lefevere eens temeer zijn vakmanschap. In dienst van Mapei wist hij drie keer eerder drie renners uit eigen gelederen op het erepodium. Lefevere verwoordde zijn succesvolle tactiek op plastische wijze. ,,De tegenstander bij de keel grijpen, de keel dichtknijpen en het kadaver achterlaten.'' Lefevere roemde de inspanning van Knaven, die hij afgelopen winter overnam uit de inboedel van Farm Frites. ,,Hij heeft de naam van een oproerkraaier, maar hij is geen rotte appel. Ik heb hem toevertrouwd dat hij een klassieker kon winnen. Toen ik dat tegen Servais zei, kreeg hij alle kleuren van de regenboog.''
|
NRC Webpagina's 17 APRIL 2001
|
Bovenkant pagina |
|