|
|
|
NIEUWSSELECTIE Ministerie van Volksgezondheid
|
Minister Els Borst over het tekort van de nieuwe euthanasiewet
'Ik kan me goed voorstellen dat artsen stervenshulp niet melden' De senaat stemde dinsdag in met 's werelds eerste euthanasiewet. Dankzij de inspanningen van D66, zegt verantwoordelijk minister Borst, ook D66. ‘Het is volbracht.' Maar is dat zo? ‘Ik ben niet tegen een pil van Drion.' Door Margriet Oostveen De verdieping op het departement van Volksgezondheid, Welzijn en Sport waar minister Els Borst-Eilers (69) zetelt, líjkt op een chique ziekenhuis. Het licht is helder, de muren zijn no-nonsense wit, vertrouwd rammelt door de gangen het ijzeren karretje met koffie en thee. Stemmen worden gedempt rond de kamer van de frêle vrouw die zich volgens voormalig D66-leider Hans van Mierlo staande kan houden door ,,alleen haar wenkbrauwen op te trekken''.
Dat gaat als volgt. Ze trekt eerst haar mondhoeken een beetje naar beneden en dan gaan die wenkbrauwen simultaan omhoog. Eén korte blik geeft ze je onderwijl, te kort om echt misprijzend te worden. Prompt slaat ze de ogen weer neer en dan wacht ze het effect af.
Bijvoorbeeld als het over het christelijke volksdeel gaat dat een dag eerder met ruim tienduizend man rond het Binnenhof demonstreerde. Tégen de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding, zoals de eerste euthanasiewet ter wereld, waarmee de Eerste Kamer dinsdag met 46 tegen 28 stemmen instemde, eigenlijk heet. ,,Daar ben ik ieder contact helaas mee kwijt, met mensen die zo denken.''
Háár partij D66 glorieerde. Zo zal ze het niet letterlijk zeggen, maar ze somt in terzijdes wel het nodige op.
Dan mag ik vast ook wel vragen of u het gevierd hebt. We hebben een uur, dus beperken we ons tot de laatste tien jaar. Want tien jaar geleden was ze als vice-voorzitter van de Gezondheidsraad lid van de commissie-Remmelink die de euthanasiepraktijk in Nederland onderzocht. Door de bevindingen van deze commissie, die in 1991 concludeerde dat actieve levensbeëindiging in liefst duizend gevallen per jaar niet werd gemeld, kon het kabinet er na jaren van uitstel niet langer omheen: wie artsen tot melden wilde brengen, moest ze met een euthanasiewet van strafvervolging kunnen uitsluiten. Toch zijn belangrijke adviezen van de commissie, waar Borst zelf nog altijd achter staat, in de huidige euthanasiewet bij lange na niet volledig opgenomen. Ís haar taak dus eigenlijk wel ,,volbracht''? Ze begint behoedzaam en heeft zo haar oneliners om ergens een punt achter te zetten: ,,De discussie over leven en dood gaat altijd door.'' Het tijdstip waarop die discussie politiek weer aan de orde komt, ligt wat haar ministerschap betreft veilig ver weg. Eerst moeten we wachten op het volgende rapport van de hoogleraren Van der Maas en Van der Wal, zegt ze. Die gaan voor de derde keer evalueren hoe vaak artsen levensbeëindiging melden. Daaruit moet blijken of de euthanasiewet wat uitmaakte. En dan is het 2003. Na mij de zondvloed? Zo zou Els Borst het nooit noemen. Van ,,glijdende schalen'' wil ze niet weten, dat is de retoriek van de Christenunie die in de senaat een vergelijking met nazi-praktijken trok. En hoezo, zondig? ,,Waarom zou je denken dat dit tegen Gods wil is? Ik vind dat je dan formalistisch omgaat met de interpretatie van wat mensen wel en niet mogen, van God. Mensen mogen dus wel het leven eindeloos verlengen en allerlei geneesmiddelen maken. Je kunt toch moeilijk in een God geloven die wel zegt: ‘Je mag iemand een week later laten sterven.' En niet: ‘Je mag hem een week eerder laten sterven.' Dat kán ik niet begrijpen.''
Bent u zelf religieus? Of het geweest? Van de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie is Els Borst al jaren lid. Haar eigen geschiedenis met euthanasie begon in 1983 toen ze medisch directeur was van het Academisch Ziekenhuis Utrecht. Verpleegkundigen kwamen zeggen dat twee artsen euthanasie hadden gepleegd. ,,Mijn eerste reactie was: dat kan zo niet, dat hier in het holst van de nacht patiënten aan hun einde worden geholpen.''
Ging het echt zo? 's Nachts?
Wie of wat bekeerde u?
Uw ziekenhuis moest open worden over euthanasie. Hoe pakte u dat aan?
Hebt u hem gemeld dat uw artsen al euthanasie hadden gepleegd? Artsen die euthanasie verrichten of hulp bij zelfdoding geven, melden dat vijf jaar geleden in hooguit 40 procent van de gevallen. Cijfers over de laatste twee jaar laten zelfs een daling van het aantal meldingen zien. De zekerheid die de euthanasiewet wil bieden moet dat definitief veranderen: géén strafvervolging als een arts aan de criteria voor zorgvuldig handelen heeft voldaan. De belangrijkste zijn een ‘duurzaam verzoek' om levensbeëindiging door een patiënt, die ‘ondraaglijk' en ‘uitzichtloos' moet lijden. Net als minister Korthals van Justitie streeft Els Borst nu naar ,,honderd procent'' meldingen. ,,Ook een arts die noodgedwongen niet aan één van de criteria heeft voldaan, moet voortaan de moed hebben dat te melden.'' Zo komen we op ‘de duizend van Remmelink'. De opdracht was te bestuderen hoe vaak actieve levensbeëindiging op verzoek voorkwam, maar de commissie-Remmelink verbreedde het onderzoek naar alle beslissingen die artsen rond het levenseinde nemen. ,,Toen kwamen de naar schatting duizend niet gemelde gevallen boven water waar mensen niet uitdrukkelijk om levensbeëindiging hadden gevraagd.''
Schrok u van dat aantal?
Dat is niet gelukt. Dus is er nog geen juridisch alternatief tussen moord en euthanasie. Artsen die ‘stervenshulp' geven, riskeren nog steeds strafvervolging als de patiënt geen verzoek om levensbeëindiging meer heeft kunnen doen.
Heeft u, toen u minister werd, niet de neiging gehad dat alsnog te veranderen?
Dus als het aantal meldingen dan nog steeds laag blijkt te zijn, wilt u stervenshulp alsnog erkennen? Ze begint zelf over Wilfred van Oijen: ,,Die vond dat hij stervenshulp gaf.'' Deze Amsterdamse huisarts werd in februari door de rechtbank veroordeeld wegens moord omdat hij een patiënt die onder erbarmelijke omstandigheden in coma lag, enkele uren voordat zij een natuurlijke dood zou sterven, een dodelijke spierverslapper toediende. Zij had daar niet om gevraagd en hij had dat niet gemeld. Daarmee waren de regels voor euthanasie overtreden, oordeelde de rechtbank, die desondanks met de zaak worstelde: omdat Van Oijen óók integer had gehandeld werd hem voor de ‘moord' geen straf opgelegd. Omdat Van Oijen in beroep ging en de zaak nog onder de rechter is, wil Borst er niet specifiek op ingaan. Maar wel in algemene termen: ,,Oók bij stervenshulp blijft het zorgvuldigheidscriterium gelden dat er sprake moet zijn van ondraaglijk en uitzichtloos lijden. En bij iemand die in coma ligt, is ondraaglijkheid absoluut niet aan de orde. Hoe vreselijk je het zelf misschien ook vindt om dat aan te zien – iemand ligt daar vredig bij. De hele euthanasiediscussie ging erom iemand uit zijn lijden te verlossen en als iemand niet lijdt, dan moet je er dus vanaf blijven.''
Mag een arts die als moordenaar is veroordeeld nog wel arts blijven?
De rechter zegt juist: ‘Ik veroordeel u toch, het wás geen overmacht.'
De rechter zei dat tegen Van Oijen.
Maar ik heb het over de werkelijkheid. Mag zo iemand nog arts blijven?
Ik heb het uw hoofdinspecteur gezondheidszorg gevraagd. En hij zei dat er nog geen aanleiding was de zaak-Van Oijen te onderzoeken. Jarenlang liep de rechter de wetgever vooruit in euthanasiezaken. In 1994 oordeelde de Hoge Raad al dat onder lijden ook psychisch lijden kan worden verstaan. Het ging hier om euthanasie op een depressieve patiënt van de psychiater B. Chabot. Juist toen de euthanasiewet vorig najaar in de Tweede Kamer werd behandeld, kwam de Haarlemse rechtbank met een nog verregaander vonnis. In de zaak tegen de huisarts P. Sutorius, die oud-senator E. Brongersma (86) hulp bij zelfdoding gaf omdat hij levensmoe was, oordeelde de rechtbank dat ook dit gerechtvaardigd was. De ‘ondraaglijkheid' van lijden is subjectief, daarover kan alleen de betrokkene zelf oordelen, vond de rechtbank. Alleen ‘uitzichtloosheid' bleef objectief toetsbaar. En dat was volgens het vonnis gezien de hoge leeftijd van Brongersma aan de orde.
In de Tweede Kamer hebt u naar aanleiding van de Brongersma-zaak begrip geuit voor heel oude mensen die klaar zijn met het leven. U zei: ‘Daarvoor wil ik niet weglopen en zeggen: nooit helpen.'
Korthals sloot in de senaat niet uit dat levensmoeheid een grond voor euthanasie wordt, maar hij wil eerst het hoger beroep in de zaak-Brongersma afwachten. Ze doelt op het pleidooi van oud vice-president van de Hoge Raad Huib Drion in 1991 om zelfdodingsmiddelen vrij te verstrekken aan oude mensen die zelf een einde aan hun leven willen maken. ,,Zij willen niet dat de dokter ze doodmaakt, zij willen dat zélf doen, als een laatste daad van wilsuiting.'' Dat is geen kwestie voor een minister Volksgezondheid, zegt ze. ,,Maar het kan heel goed zijn dat een minister van Justitie zegt: Ik wil mensen toestaan er een einde aan te maken.''
U zou daarvoor zijn?
U bent voor de pil van Drion.
Zeven jaar geleden zei u in deze krant dat u zelf geen euthanasieverklaring had ingevuld. U vond het voorgedrukte concept van de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie te star. Hebt u daar al een oplossing voor gevonden?
|
NRC Webpagina's 14 APRIL 2001
|
Bovenkant pagina |
|