T V V O O R A F :
Paars en papa horen bij elkaar
DANIELLE PINEDO
Het gebeurde tijdens een
vakantie, op de camping in Oostkapelle. Rob wilde met zijn gezin nog
even een duik in het zwembad nemen. Na een uurtje meldde zijn vrouw dat
ze trek had: of hij mee ging lunchen. "Best", zei Rob en maakte
aanstalten op te staan. Maar toen viel hij "patsboem voorover". Acute
hartstilstand, constateerde een arts later.
In Rouw bij kinderen, een special van het KRO-programma
Kruispunt beschrijft Rob's vrouw Ineke hoe zij en haar zoons de
draad weer probeerden op te pakken na het fatale zwembadincident. In
het begin vloeide er geen traan; de shock was te groot. Maar gaandeweg
volgden ongeloof, verdriet en woede.
Ineke's 8-jarige zoon Stefan weigerde de naam van zijn vader in de mond
te nemen. Bij de aanblik van zijn opgebaarde lichaam wendde hij zijn
gezicht af. Zijn 4-jarige broertje zat na de crematie avond aan avond
in zijn pyjama op de bank, de urn op schoot, alsof hij zijn vader
knuffelde. Later speelden de kinderen het incident na. De een
elektrocuteerde de ander en vervolgens werd er kundig gereanimeerd. "In
huis werd veel doodgevallen" zegt hun moeder terugkijkend.
Vincent en Stefan zijn twee van de veertien scholieren van de
christelijke basisschool De Lisbloem in Lisse die in anderhalf jaar
tijd een ouder verloren. De school besloot de hulp van een externe
deskundige in te roepen: de Amsterdamse studentenpredikant Ton Honig.
Hij sprak met zowel de achtergebleven ouders als hun kinderen over wat
doorgaans als een van de meest traumatische levenservaringen wordt
beschouwd: de dood van een naaste. De makers van Rouw bij
kinderen kregen toestemming om de groepssessies bij te wonen en
hadden ook een aantal individuele gesprekken. Het geeft, al bij al, een
indringend beeld van hoe een rouwproces verloopt.
Ook bij een langdurig sterfbed kunnen de nabestaanden zich overvallen
voelen. Zo wist Nico al twee jaar dat zijn vrouw Marjan (34) aan
borstkanker leed. Ze kozen voor euthanasie. Maar op de dag dat de
"definitieve spuit" zou worden toegediend gaf hij zijn kinderen geen
kans om afscheid te nemen; zijn vrouw had zich pas tegen het einde met
haar lot verzoend. "Het ging te snel", constateert Nico. "Ik had mijn
kinderen meer bij het ziekteproces moeten betrekken. In plaats daarvan
heb ik ze bij familie ondergebracht - een voorstelbare, maar verkeerde
beslissing."
Aangrijpend zijn de gesprekjes waarin kinderen terugkijken op de dood
van hun moeder of vader. Nick herinnert zich "een aardige vrouw, met
donkerbruin krulhaar". Bij de begrafenis was er veel visite, en o ja,
in huis werd nadien niet meer gerookt. Na haar dood heeft Nick zijn
moeder nog een keer aangeraakt: "Dat was eng, want ze voelde koud." Als
zijn klasgenoot Vincent aan zijn vader denkt, maakt hij altijd paarse
tekeningen: "Van paars weet ik weinig, net als van papa. Daarom horen
ze bij elkaar. Raar hè?"
Helaas wordt nergens duidelijk hoe zo'n achtergebleven ouder beter had
kunnen handelen. Predikant Honig stelt veel vragen - hoe reageerde uw
zoon, heeft hij de begrafenis bewust meegemaakt, kon hij er met u over
praten - maar geeft zelden een praktisch advies. De suggestie dat
kinderen die een ouder hebben verloren later in hun leven "met nieuw
gereedschap dat verlies alsnog moeten bewerken" klinkt aannemelijk,
maar wat heeft de ouder daar op dat moment aan? Veel van de conflicten
die na het overlijden tussen ouder en kind ontstaan, zijn terug te
voeren op het onvermogen van ouders om hun eigen pijn te verwerken.
Zoals een van hen zegt: "Ik leefde voor mijn kinderen. Voor mijzelf
hoefde het eigenlijk niet meer."
Kruispunt: Rouw bij kinderen, RKK/KRO, zondag, Ned.1, 22.12-
22.52u.