Wielerklassiekers door MKZ onder druk

Als voorzitter van de wielerbond UCI en woordvoerder van het CDA in de affaire rond het mond- en klauwzeer zit Joop Atsma tussen hete vuren. "Sport is bijzaak."

Door onze redacteur JAAP BLOEMBERGEN

ROTTERDAM, 31 MAART. Zoals het een ouderwetse wielrenner betaamt, is Joop Atsma opgegroeid op een boerenbedrijf in Friesland. Hij was een verdienstelijk amateur die later journalist werd en nog weer later parlementariër. Hij heeft bij het CDA onder andere sport en landbouw in zijn portefeuille. Als voorzitter van de nationale wielerbond KNWU heeft hij ook bemoeienis met de mond- en klauwzeeraffaire. "Ik ben er dag en nacht mee bezig", vertelt hij met een vermoeide en emotionele stem.

Atsma hekelt het slechte voorlichtingsbeleid van de overheid. Tegelijk ligt hij onder vuur van de renners en bestuurders van de internationale wielrenunie (UCI). Zo was hij deze week voorstander van afgelasting van de Ronde van Drenthe. Hij vreest meer stopzettingen. "De incubatietijd van het virus duurt maximaal vier weken. Het peloton is een potentiële bron van besmetting."

Wielrenner John Talen heeft u voor de NOS-radio partijdigheid verweten. U zou met de afgelasting van de Ronde van Drenthe niet in het belang van de wielersport handelen?

Atsma: "Ik word hier een beetje moe van. Wij hebben die beslissing niet genomen. Vanuit ons hoofdkantoor in Woerden hebben we volstrekt geen zicht op de veterinaire kaart van Nederland. De wedstrijdorganisatie in Drenthe heeft die beslissing met haar volle verstand genomen. Nederland staat letterlijk en figuurlijk in vuur en vlam. De situatie is veel nijpender en ingrijpender dan sommige mensen ons willen doen geloven. Het virus rukt op. Het raakt alle facetten van de samenleving." "Dus moesten we als KNWU meteen actie ondernemen. Als wij het niet doen, wie doet het dan? Je kunt moeilijk door de lucht fietsen of elke fiets voor het inrijden van een bos over een ontsmettingskleed laten rijden. Er is een nationale ramp. Daar mogen wij onze ogen niet voor sluiten."

U heeft kritiek op de voorlichting van de overheid. Worden de wielerclubs aan hun lot overgelaten?

"De informatieverstrekking aan de bonden is buitengewoon mager. Niet alleen de wielersport, ook de atletiek en de paardensport zijn daarvan de dupe. Ik vraag al weken aan de UCI en het NOC*NSF om een helder standpunt in te nemen. Je kunt de organisaties niet belasten met zulke grote verantwoordelijkheden. Je kunt niet het onmogelijke vragen. Ze moeten volgend jaar door hetzelfde boerenland met de karavaan. Wij wilen niet dat een boze boer voor het peloton springt. Die mensen zijn radeloos."

Een woordvoerder van de UCI heeft u vorige week op de vingers getikt. Een nationale bond zou geen koersen mogen afgelasten?

"Ik ben daar heel giftig over. Die meneer praat op het hoofdkantoor in Zwitserland vanuit een ivoren toren en weet niets van het Nederlandse boerenbedrijf. Hij heeft ook gezegd dat we een voorbeeld aan Engeland moeten nemen. Daar zijn ze pas hypocriet bezig. Daar gaan de koersen gewoon door en maken ze ondertussen brandstapels in de open lucht. Dat is het laatste wat we hier willen."

Staan de voorjaarsklassiekers bij de professionals ook onder druk?

"Ik vrees van wel. België heeft zijn grenzen hermetisch afgesloten. Straks mag er niet eens een gevulde bidon door de douane. Met Parijs- Roubaix en de Ronde van Vlaanderen komt een geweldige verkeerstoevoer van België naar Frankrijk en vice versa op gang. Wie moet dat in goede banen leiden? Je moet er ook niet aan denken dat bij de Ronde van Vlaanderen alle Franse en Nederlandse renners worden geweerd. Ik heb deze week nauw contact met Leo van Vliet, de organisator van de Goldrace. Hij toont gelukkig begrip voor onze problemen."