|
|
|
NIEUWSSELECTIE Overzichtspagina Mond- en Klauwzeer (met artikelen en links)
|
Nooit meer met kromme tenen de stal in
BOXTEL, 31 MAART. Of de boer zich schaamt? Tien jaar lang had Peter Oomen (45) een bedrijf met 500 mestkalveren. En tien jaar heeft hij, als hij bezoek kreeg, niet gevraagd of iemand zin had om eens in de stallen te komen kijken. En Sjef Schellekens (36), die 120 zeugen en 300 mestvarkens had? Die kon er niet tegen dat hij de staldeur maar open hoefde te doen, of zijn zeugen begonnen "te krijsen van de stress". Zijn vrouw Jolanda: "Ik ben altijd met kromme tenen die stal ingelopen." Minister Brinkhorst (Landbouw) had gezegd dat Nederlandse veehouders zich moesten schamen - en de consument ook. Nu zitten aan een keukentafel twee boerenzonen, die in de intensieve veeteelt opgroeiden en in het Brabantse dorp Boxtel beiden het bedrijf van hun vader overnamen. En allebei zijn ze later overgestapt naar de biologische veeteelt. Sjef Schellekens wachtte aan de rand van zijn erf om je via een ontsmettingsmat linea recta de keuken in te dirigeren. De stallen in? Geen sprake van. Peter Oomen had aan de telefoon gezegd: Ik kom wel naar Sjef. Hij wil helemaal niemand meer in de buurt hebben. Dus leggen beiden nu een dik fotoboek op de keukentafel. Op Sjefs foto's staan roze snuiten in dikke lagen hooi, tientallen varkens in een groen weiland, vier vette in een modderpoel. "In de zomer, als die droog staat, dan kom ik met de tuinslang naar de poel om hem bij te vullen", zegt Jolanda genietend. "En als de zeugen me dan zien aankomen, springen ze er al in!" Nu hebben ze driehonderd biologische vleesvarkens en twintig fokzeugen. De varkenspest gaf de doorslag. In 1998 schakelden ze om. "Het was wennen, ook voor de zeugen", zegt Sjef. In het begin gingen er per worp van zo'n tien biggen ongeveer drie dood. "De zeugen wisten niet meer wat moedergevoelens zijn." Toen ze eenmaal de ruimte hadden, gingen ze boven op de biggen liggen. Zelf leerde hij tot zijn verbazing dat zeugen een nest maken voordat ze werpen. "Omdat ze vroeger altijd zo krap stonden, wist ik helemaal niet dat varkens dat normaal doen, heen en weer sjouwen met een bek vol hooi." Op de foto's van Peter Oomen zie je beige koeien, Blonde D'Aquitaines, vrij grazen in het natuurgebied Kampina van Natuurmonumenten, een kilometer verderop. Vroeger had hij vijfhonderd mestkalveren die de stal niet uitkwamen. Nu: 270 zoogkoeien, wat betekent dat ze zich voortplanten dankzij enkele loslopende stieren en dat ze hun kalfjes grootbrengen, meer niet. Ja, grazen voor Natuurmonumenten mogen ze. De vrouwelijke kalfjes worden ook zoogkoe, de stiertjes worden "afgemest". En dan als mestkalf geslacht? "Nee", roept Oomen uit. "Dat nooit meer!" Zijn stiertjes mogen tegenwoordig drie jaar oud worden. Peter Oomen maakt een geagiteerde indruk. Hij schuift veel op zijn stoel heen en weer, slaat nu en dan een vuist op tafel, kijkt zeer boos. Pas na aandringen komt het er uit. "Je hoort zoveel over de varkens. Maar vleeskalveren, daar zit een verschrikkelijke wereld achter. Wil je weten wat er met de vleeskalveren gebeurt? Een paar mensen in Nederland hebben de hele keten in handen. Im- en exportbedrijven. Concerns met macht. Die kopen stiertjes in het buitenland op. Die jakkeren met die beestjes half Europa door om ze hier bij de boer te zetten. Die leveren het melkpoedermengsel waarmee ze worden gemest. En die halen ze na een half jaar weer op. Zeventig procent van de kalveren is voor de export, dus hup, dan gaat het opnieuw half Europa door. En de mest blijft hier achter." Jarenlang deed hij eraan mee. "De kalveren die in Nederland worden afgeleverd om zo snel mogelijk zo zwaar mogelijk te worden, die heten nuchtere kalveren. Kijk naar Oene, waar de mond- en klauwzeer uitbrak. Dat was toch een kalvermesterij! En de kalveren kwamen toch helemaal uit Ierland? En Sprang-Capelle? Dat is toch ook een kalverenhandel!" "Wil je koffie, Peter", vraagt Jolanda Schellekens. Sjef Schellekens dacht tien jaar geleden al na over biologische landbouw, maar werd niet bepaald gemotiveerd. "Ik vroeg de Dienst Landbouw Voorlichting, die toen nog bij het ministerie hoorde, om langs te komen. Voor advies. Die heeft het ons sterk afgeraden. 'Je vindt nooit een afzetmarkt', zeiden ze." Ook in 1998 bleef het experimenteren, zegt hij. Omdat de afzetmarkt voor biologisch voer zo klein is, "keutert iedereen maar wat aan". Het kostte hem twintig zeugen, in het begin. Normaal worden extra vitaminen en mineralen aan het voer toegevoegd. Maar in het biologische voer bleek een kruid gestopt te zijn als alternatief. "Al mijn fokzeugen kregen verstopte eierstokken en moesten worden afgemaakt. Ze konden geen big meer werpen. Dus als Brinkhorst de biologische landbouw nu echt wil stimuleren, dan moet hij allereerst zorgen voor goed voer." Geen cent, zeggen beide boeren, kregen ze tot nu toe van het ministerie om te kunnen omschakelen. Het kostte Sjef Schellekens drie ton om zijn stallen te verbouwen. Tot drie weken geleden verloor hij alleen maar op zijn biologisch bedrijf. "We redden het niet, het was interen." Klein rekensommetje: "We beurden 4,50 per kilo biologisch vleesvarken. En het voer kost 5,38 per kilo." Voer voor biologische varkens is dubbel zo duur als in de intensieve varkenshouderij, omdat het ook biologisch moest zijn. Drie weken geleden is de prijs voor een kilo biologisch varken verhoogd naar 5,50. "Nu zouden we het net moeten redden als de consument het wil. Maar het kan nog steeds binnen een jaar afgelopen zijn." Dan stopt hij met boeren. "Dan is het geld op. En voor je gevoel kán het ook niet, weer terug te gaan naar een intensief bedrijf." Van biologisch boeren is hij gelukkiger geworden, zegt Schellekens zonder omhaal. "Maar wat wij doen is leuk en aardig; het draait natuurlijk toch om het geld." Peter Oomes krijgt het nu te kwaad. "En nu: één verdacht bedrijf, één cirkeltje trekken, je wordt geruimd, en uit. Natúúrlijk ben ik op van de zenuwen! We hebben hier iedereen tegen gehad. Collega-boeren lachen je uit als je biologisch wilt. Met je vrouw sjouw je je een bult om te laten zien dat je gelijk hebt. En nou hebben we alles achter de rug en nou krijgen we dit!" En door wie, roept hij: "Door de kalvermesters die ik nooit meer wou zien! Door de mensen die die Ierse kalveren hierheen haalden!" Zijn de huilende boeren op televisie dus een beetje hypocriet? Werkten met name de mesterijen niet zelf mee aan het importeren van het virus? "Dan zijn we allemaal hypocriet", zegt Sjef Schellekens. "U wil een zo goedkoop mogelijk stukje vlees." Peter Oomen is in paniek. Hij wil wel enten, zegt hij eerst. Met of zonder Europa. Sjef Schellekens praat op hem in. "Peter, ik denk dat de minister gelijk heeft. Zeventig procent export dat dan hier moet blijven?" Voor ons is het goed, zegt hij, biologisch vlees blijft toch al in Nederland en wordt nog voornamelijk gekocht uit overtuiging. "Maar wat moeten we met de rest aan vlees en kaas en boter? Dat krijgen we met zijn allen toch niet op, Peter! Dat wordt de dood voor alle boeren!" Ja, zegt dan ook Oomen, nog altijd boos. "De boeren kunnen niet meer nadenken van de stress. Kijk naar mij. Maar je moet er niet aan toegeven zonder Europa."
|
NRC Webpagina's 31 MAART 2001
|
Bovenkant pagina |
|