Gerrit Komrij: Het aanstaande huwelijk
Straks trouwt mijn zoon.
Mijn
hart danst. Er is geen mooier dag
voor een moeder.
Een dag van rotsen
die smelten,
een dag van vonken en licht,
de trouwdag van mijn zoon.
Hij heeft een koninklijke lach. Wild
speelt de wind door zijn haar.
Het gaat goed tussen hem en de wereld.
Hij zal gelukkig worden,
hij
moet gelukkig worden,
ik ben immers zijn moeder.
Kijk, hoe hij wordt toegejuicht.
De straten zien zwart van volk.
Zijn
nek staat fier in zijn kraag,
de kraag van zijn sneeuwwitte jas.
Hij zal
verdwijnen tussen de mensen
en dit keer huil ik van vreugde.
Ik ben zijn trotse moeder.
Mijn naam is Elisa Del Carmen,
uit het huis
met de donkere schroeiplek.
Zijn naam was Héctor Alejandro.
Twintig jaar is hij nu verdwenen,
net als Pablo en Ramón, zijn
vrienden.
Ze noemen me gekke Elisa.
Wie verbiedt een moeder te dromen?
Kijk, de
storm in zijn zwarte lokken.
Aan zijn zijde een prachtige meid.
Feest,
Elisa! Zo'n trouwdag verdien ik.
Ik kan niet wennen aan zijn dood.
Gerrit Komrij