NIEUWSSELECTIE
KORT NIEUWS
RADIO & TELEVISIE
MEDIA
S c h a k e l s
MIR-diagram NASA
Astronova
|
Vijftien jaar hoogte- en dieptepunten
1986: Op 20 februari, luttele weken na de ramp met het Amerikaanse
ruimteveer Challenger lanceert Rusland de centrale module van
ruimtestation Mir. Het twintig ton wegende leefkwartier heeft zes luiken
om modules en vrachschepen aan vast te koppelen. Mir betekend in het
Russisch zowel gemeenschap, wereld als vrede.
1987: Op 31 maart wordt de 11 ton wegende Kvant 1-module
vastgekoppeld die is bedoeld voor astrofysische observatie en een lab
bevat voor medische experimenten. De koppeling verloopt moeizaam, omdat
een vuilniszak die door de vorige bemanning is achtergelaten tussen het
luik beklemd raakt. Bemanning onderneemt ruimtewandeling om zak te
verwijderen. De experimenten met langdurig verblijf in de ruimte
beginnen. Bemanningen van drie man lossen elkaar af; vaak heeft de Mir
zes man aan boord. Uiteindelijk bezoeken 104 astronauten en kosmonauten
de Mir, 62 van niet-Russische afkomst.
1988: Op 15 september vindt een bijna-botsing plaats door fouten
bij het loskoppelen van Sojoez-capsule.
1989: Kvant2-module wordt aan Mir gekoppeld. Een luik dat niet wil
sluiten bezorgt de bemanning langdurig problemen.
1990: Op 1 februari vliegt astronaut Serebrov 33 meter van Mir met
experimenteel jet-pack. In december wordt de Mir voor het eerst
commercieel uitgebaat. De Japanse journalist Toyohiro Akiyama doet
tegen betaling live verslag van verblijf op de Mir. In juni wordt de
Kristall-module met Mir verbonden, bedoeld voor experimenten met de
productie van chemische en biologische stoffen. De module heeft een
speciale sluis voor het nieuwe Russische ruimteveer Boeran, maar dat
eindigt na één onbemande proefvlucht op de kermis van
Moskou's Gorki Park.
1991: Een computergestuurd Progress-vrachtschip ramt in maart bijna
de Mir. Het afmeren van vrachtschepen is inmiddels dermate routine, dat
de bemanning niet de moeite heeft genomen om in de ontsnappingscapsule
te klimmen, zoals voorgeschreven is.
1993: Een Progress vrachtschip ontvouwt een zeil van 20 meter in
de ruimte, een eerste test met een zonnenzeil.
1994: Bemanningen blijken stelselmatig teveel souvenirs mee te
nemen bij terugkeer van de Mir, wat hun landing in gevaar kan brengen.
1995: Valeri Poljakov keert terug op aarde na 438 dagen op de Mir,
een record. Norman Thagard bezoekt als eerste Amerikaanse astronaut het
ruimtelab. In de jaren daarna wordt de Mir steeds vaker bevoorraad door
Amerikaanse ruimteveren.
1997: Het rampjaar. Door onvoldoende budgetten zijn onderdelen niet
tijdig vervangen. De Russen Tsibiljev en Lazoetkin, die in de ruimte wat
bijverdienen voor het ruimtevaartprogramma door reclamespotjes op te
nemen, krijgen te maken met een lange serie problemen. Zoals brand bij
de vervanging van een luchtfilter en een uitvallende zuurstofgenerator.
Op 25 juni ramt een Progress-vrachtschip de Mir. Zonnepanelen raken
beschadigd, Spektr-module wordt lekgeslagen. De bemanning weet het vege
lijf te redden door kabels door te hakken en Spektr af te sluiten. Twee
dagen later valt de boordcomputer uit en tolt de Mir stuurloos in
ruimte. Op 14 juli meldt commandant Tsibiljev hartproblemen. Op 17 juli
koppelt een bemanningslid per ongeluk een computerkabel los, waardoor
de Mir opnieuw stuurloos is. In augustus vallen zuurstofgenerators en
computers uit en moet de bemanning zich behelpen met luchtflessen.
1998: De NASA dringt aan op het verlaten van de Mir. De Russen
lopen ver achter met hun bijdrage aan het International Space Station
omdat ze de Mir blijven onderhouden. In maart zorgt slecht werkende
airconditioning voor tropische temperaturen aan boord.
1999: Rusland besluit de Mir af te danken. In augustus verlaat de
laatste kosmonaut het laboratorium en beginnen de voorbereidingen voor
de daling in de atmosfeer.
2000: MirCorps, een in Amsterdam gevestigd bedrijf met als grootste
aandeelhouder het Russische ruimtevaartbedrijf Energia, doet toch nog
een poging Mir commercieel uit te baten. De Amerikaanse ondernemer Walt
Anderson komt met 20 miljoen dollar voor een onderhoudsbeurt. Mir, die
in een lage baan om de aarde draaide, wordt weer naar een baan van 350
kilometer gebracht. Een 'commerciële' bemanning bezoekt Mir om
enkele lekken te dichten en experimenten uit te voeren. Ondanks
ruimtetoerist Dennis Tito, een Amerikaanse multimiljonair die meer dan
20 miljoen dollar neertelt voor een vlucht naar de Mir, krijgt MirCorps
krijgt niet genoeg geld bij elkaar om ruimtestation te onderhouden.
2001: Progress-tankschip M1-5 koppelt aan. Hij levert de brandstof
om Mir op de juiste koers te krijgen bij terugkeer in de dampkring. De
ondergang van de Mir wordt uitgesteld tot eind februari, daarna, wegens
de toestand van de atmosfeer tot begin maart en vervolgens tot 20 maart.
Momenteel wordt de Mir dagelijks 1,8 kilometer naar de aarde getrokken.
|
NRC Webpagina's
10 MAART 2001
|