|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Kosovo
|
Bloedbad Racak niet in scène gezet
Kritiek ontzenuwd op NAVO-acties
Door onze redacteur PETRA DE KONING
Dat blijkt uit onderzoek van Finse forensische experts, in opdracht van de Europese Unie en het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag. Tegenstanders van de NAVO-acties hielden de afgelopen jaren vol dat van een moordpartij door Servische troepen geen sprake was geweest. In een gesprek met deze krant zegt Helena Ranta, die het onderzoek leidde, dat de 45 Albanese slachtoffers ongewapende burgers waren. 23 van hen werden in een greppel van dichtbij doodgeschoten. Tot nu toe weigerde Ranta in te gaan op het onderzoeksrapport, dat een belangrijke rol zal spelen in een mogelijk proces in Den Haag tegen de Joegoslavische ex-president Milosevic. Twijfels over de gebeurtenissen in Racak, in gang gezet door publicaties in Franse kranten, werden daardoor nooit helemaal weggenomen. Het Albanese bevrijdingsleger UÇK zou het bloedbad hebben geënsceneerd om NAVO-aanvallen tegen Serviërs uit te lokken, zo werd wel gedacht. Servische autoriteiten erkenden wel dat er op 15 januari 1999 in Racak Albanezen waren gedood, maar het zou gaan om gesneuvelde UÇK- soldaten bij een gevecht. Andere UÇK-strijders zouden daarna 23 lichamen in een greppel buiten het dorp hebben gelegd waardoor het erop leek dat ze waren geëxecuteerd. Vorig jaar meldden de Berliner Zeitung en VPRO-radio, op basis van geheime autopsierapporten van de Finnen, dat de slachtoffers niet van dichtbij waren geraakt. De Finse expert Helena Ranta noemt het een opluchting dat ze nu eindelijk over het onderzoek kan praten, "na alle onzin die erover is gezegd en geschreven". Volgens haar staat vast dat de 23 Albanezen ín de greppel zijn doodgeschoten, en dat de afstand tussen daders en slachtoffers kort was. Zeker een van de Albanezen is met een kogel afgemaakt toen hij op de grond lag, bij de andere was "eenzelfde patroon waarneembaar". Twee jaar lang heeft Ranta niets over het onderzoek gezegd om de rechtszaak tegen Milosevic niet in gevaar te brengen. Met haar uitspraken reageert zij nu op een samenvatting van het onderzoeksrapport dat in Nederland tot nu toe alleen door Kamerleden 'vertrouwelijk' kon worden ingezien. Uit de samenvatting, die vaag is geformuleerd, valt op te maken dat de doden niet in de strijd zijn gevallen. De beperkte openbaarmaking ervan is een reactie op een recente publicatie in de Berliner Zeitung. Op basis van een artikel van Ranta's collega's in een forensisch tijdschrift meldde de krant dat onderzoekers geen bewijs hebben gevonden voor een bloedbad. In Duitsland was de discussie over de luchtaanvallen de afgelopen weken al heviger geworden na de WDR-documentaire 'Es begann mit einer Lüge'. Die 'leugen' was Racak.
|
NRC Webpagina's 10 MAART 2001
|
Bovenkant pagina |
|