U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  B I N N E N L A N D
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Cahier DNA

Nederlands Forensisch Instituut

Erasmus Universiteit Rotterdam

DNA Sporen, Symposium op 10 april 2001


Het DNA, het kopje koffie en de regels


Het Nederland Forensisch Instituut, verantwoordelijk voor onderzoek in strafzaken, heeft gezegd dat daar tegen de regels DNA-bewijs is onderzocht. Reacties op een "mistige" DNA-kwestie.

Door een onzer redacteuren

ROTTERDAM, 5 MAART. Er is een lustmoord gepleegd. De politie heeft een spermaspoor gevonden en heeft ook een mogelijke dader op het oog. Maar er zijn onvoldoende aanwijzingen om de man te mogen aanmerken als verdachte.

Dus nodigt de politie de man eens uit, waarbij het hoofddoel is hem een kopje koffie aan te bieden. Het speeksel dat hij daarop achterlaat, wordt naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) gestuurd, het laboratorium van het ministerie van Justitie dat alle DNA-onderzoeken in strafzaken doet.

Dat was "niet volgens de regels", zeiden DNA-onderzoekers van het NFI afgelopen zaterdag in deze krant. Ze zeiden ook dat al "volop" om mensen heen wordt gerechercheerd die nog geen verdachte zijn, in de hoop op een DNA-profiel. In de praktijk van het NFI bleek zo te gebeuren waarvoor DNA-sceptici waarschuwden. Als regelgeving wordt opgerekt blijkt daaraan in de praktijk van het NFI weinig te doen. Een Kamermeerderheid reageerde vrijdag ontsteld en heeft inmiddels vragen bij minister Korthals (Justitie) ingediend.

Het ministerie van Justitie reageerde op de zaak van het kopje-koffie- DNA met: "Er ligt wel degelijk een bevel van de rechter-commissaris aan ten grondslag. De advocaat van de verdachte heeft daar bezwaar tegen aangetekend, maar het bevel is vervolgens door de raadkamer van de rechtbank goedgekeurd."

Rechtssocioloog dr. Dick Hessing, hoogleraar aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit en voorzitter van de nieuwe onderzoeksschool Maatschappij en Veiligheid die het DNA-onderzoek kritisch volgt, plaatst vraagtekens bij die redenering: "Dat kan wel wezen, dat de raadkamer zoiets zegt, maar als het anders in de wet staat wil ik eerst de Hoge Raad wel eens horen zeggen of die er ook zo over denkt." Ook M. Guensberg, deken van de Nederlandse Orde van Advocaten denkt er zo over: "Je kunt niet op voorhand zeggen dat het dus wel goed is. Dat moet eerst bewezen worden. Er bestaat kennelijk een mistig gebied rond DNA-onderzoek dat verhelderd moet worden." Guensberg vindt dat de methode van het kopje koffie "niet kan": "De wetgever bepaalt wanneer je DNA mag gebruiken, en daar moet justitie zich aan houden."

Dat hééft justitie gedaan, zegt een woordvoerder van het openbaar ministerie nu. "De man om wie het ging was wel degelijk verdachte." Medewerkers van het NFI gaven een andere lezing. Zij vertelden dat dit pas in een later stadium zo was, en dat toen een tweede DNA-profiel van hem is gemaakt. Waarom zou het nodig zijn een tweede profiel te maken, als het eerste inderdaad meer dan duidelijk en rechtmatig was? "Er is ons niets bekend over het ongeoorloofd afnemen van DNA-bewijsmateriaal", zegt het OM dan. "Maar áls het zo is moet het NFI dat ophelderen zodat we maatregelen kunnen nemen." Het OM wil dat het NFI zich hoe dan ook komt verantwoorden. "Er zal een gesprek plaatsvinden."

Theo de Roos, hoogleraar strafrecht aan de Universiteit Leiden, stond al langer bekend als kritisch ten opzichte van DNA-onderzoek in strafzaken. "Maar in het NFI heb je toch vertrouwen, dat is zo'n eerbiedwaardig instituut." Dat er een "beheersprobleem"is wat betreft de omgang met DNA-bewijsmateriaal zegt hij al langer. "Maar wat me nu verbijsterd heeft is de ethiek binnen het instituut. De controle is niet aan hen, is de redenering. Als dat zo is vind ik het een onverantwoord risico dat het NFI de taak heeft gekregen om te zorgen dat DNA-bewijsmateriaal vernietigd of bewaard wordt."

Zowel Hessing als De Roos vinden daarom dat er een onafhankelijk orgaan moet worden ingesteld om te controleren of DNA-bewijsmateriaal volgens de regels van de wet wordt gebruikt. Hessing denkt aan de Registratiekamer. Deze laat weten: "Als de minister naar ons toekomt zullen we het met hem bespreken."


Zie ook:

Justitie leeft regels voor DNA niet na (3 maart 2001)

NRC Webpagina's
5 MAART 2001


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad