|
|
|
NIEUWSSELECTIE
|
Voorstelling: Den Uyl, of: De vaandeldragers. Door: Growing up in Public. Tekst en regie: Don Duyns. Muziek: Jan Pieter Koch. Spel: Dick van den Toorn, Juda Goslinga e.a. Gezien: 24/2 Huis aan de Werf Utrecht. Tournee t/m 10/5. Inl. (030) 276 21 72 of www.growingupinpublic.nl
Den Uyl is een rommelig drama
Door WILFRED TAKKEN
Den Uyls leven en werk bieden meer dan genoeg dramatische momenten: de oliecrisis, de Lockheed-affaire, de Molukse treinkapingen, de vetes met CDA-leider Van Agt, het uiteenspatten van zijn kabinet, de verbittering daarna als CDA en VVD samen een regering zónder PvdA vormen, en tien jaar later zijn vroege dood. Al die ingrediënten zitten erin, maar Duyns is niet verder gekomen dan het opsommen ervan. Geen moment weet hij ze om te zetten in overtuigend theater. De verzameling scènes is veel te los en te rommelig, en missen dramatische opbouw. De dialogen zijn oppervlakkig en niet spannend. Hij is te weinig losgekomen van zijn documentatie. Dat zou niet zo'n bezwaar zijn geweest als Duyns een sterke acteur voor de rol van Den Uyl had gehad, maar Dick van den Toorn, die tot nu toe vooral kluchtige rollen speelde, kan het niet aan. Hij doet de bewegingen en de stem van Den Uyl goed na: het omslachtige, schorre gemompel, de wikkende en wegende handen, het getuite mondje en de nadenkend gesloten ogen. Maar meer dan een leuke act wordt het niet. Van den Toorn staat met zijn handen naast zijn lichaam stil op het podium, een passief mannetje, niet een worstelende leider die vol ongedurig vuur het toneel beheerst. Gelukkig is er de op de progressieve rock uit de jaren '70 leunende muziek van Jan Pieter Koch, met veel akoestische gitaar en Hammond-orgel. In Juda Goslinga heeft hij een uitstekende zanger die de nummers op de juiste progressieve wijze zingt. Vooral het melancholische 'Wijde pijpen' is mooi. Kochs pastiches op socialistische strijdliederen zijn ook erg aanstekelijk: "Heft nu dat roode vaandel/ Haakt in de elleboog/ De pet over de oren/ Marcheert nu omhóóg." Acteur Juda Goslinga, verkleed als zichzelf, voorziet als verteller de losse scènes van historische context en commentaar. Als Duyns' alter ego vertelt hij dat hij in 1967 is geboren en Den Uyl van enige afstand - als kind - heeft meegemaakt: "Ik mocht Den Uyl wel. Hij had stijl." Hij ziet de jaren zeventig als een verloren gouden tijdperk. Daarna kwamen de doffe jaren van onverschilligheid die nu nog steeds voortsukkelen. Hij snakt naar engagement. Hier toont Duyns opeens dat hij wèl meeslepend over zijn onderwerp kan schrijven. Samen met de liedjes redden deze persoonlijke teksten de voorstelling nog enigszins, maar verder is Den Uyl een grote gemiste kans.
Zie ook:
Shakespeare aan het Binnenhof (22 februari 2001) |
NRC Webpagina's 26 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|