een nieuwe en spannende betekenis. Het daagt de verbeelding van theatermakers uit. En of er nu gekroonde hoofden in voorkomen of niet: het zijn koningsdrama's.
Bij dit mooie woord denken we aan de bloederige, laat-middeleeuwse tragedies van Shakespeare waarin wraak en wederwraak, de strijd om kroon, troon en scepter een onheilspellend beeld schetsen van vorstendynastieën. Dankzij de nieuwsgierigheid en historische belangstelling van een aantal hedendaagse Nederlandse tekstschrijvers en regisseurs kweekte het toneel van nu een nieuwe stijl van politiek theater aan. In Wilhelmina krijgen we geen onaanraakbare vrouw uit een geschiedenisboek te zien of een mythe uit het tijdschrift Ons Vorstenhuis, maar iemand die onderhevig is aan twijfels en dilemma's; zonder de gebruikelijke grandeur, maar levensecht.
Den Uyl
Het koningsdrama mag een historisch genre zijn met bronnen in vorstenhuizen buiten Nederland, ons land kent een boeiende variant daarop, het ministerdrama. Het nieuwste voorbeeld daarvan is Den Uyl, of: de vaandeldragers, geschreven door Don Duyns. Het stuk beschrijft een belangwekkend aspect van ons nationale verleden, nog geen dertig jaar terug in de tijd: de regeerperiode van het kabinet-Den Uyl tussen 1973 en 1977. We herinneren ons: autoloze zondagen, de Molukse treinkaping en de gewelddadige afloop daarvan, de Lockheed-affaire en Den Uyls verklaarde tegenstander Dries van Agt.
In de voorstelling komen de jaren zeventig tot leven. Acteur Dick van den Toorn in de titelrol gaat gekleed in het bruine slodderkostuum dat Den Uyl droeg. Eenzelfde soort hoornen bril op met glazen zo groot en rechthoekig als een televisiescherm. De kapper heeft zijn hoofd een treffende gelijkenis met het kale schedeldak van Den Uyl verschaft. De schok der herkenning is groot. Hoe kan een acteur, veel jonger dan Den Uyl tijdens zijn premierschap, zo'n transformatie ondergaan? Het praten van Den Uyl met aarzelingen, onaffe zinnen, eh's en ah's, geeft hij onvergelijkbaar weer. Tegenspeler Stijn Westenend als Van Agt staat godzalig als een misdienaar op de speelvloer. Tussen het tweetal voltrekt zich een ministeriële tragedie.
Don Duyns, die werd geboren toen The Beatles met Sergeant Pepper's Lonely Hearts Club Band de tijdgeest muzikaal vastpinden, lijkt in zijn voorstelling terug te verlangen naar die tijd van polarisatie, van politiek als een kooigevecht tussen Den Uyl en Van Agt. Hij haalde dagboekaantekeningen van Den Uyl tevoorschijn waarin deze schreef: ‘het debat was geen debat' of ‘het debat was mat'. De periode van na Den Uyl, de tijd van paars en de politieke concessie, van onderhands geregel, ervaart hij, zo zegt het toneelstuk, als een verstikkende deken. In Den Uyl treedt een fictief personage op, het alter-ego van Don Duyns, dat memoreert: ‘Ik groeide op in de jaren zeventig/ in een nieuwbouwwijk waar de zon altijd scheen/ ik hield wel van Den Uyl.'
De voorstelling is, als Wilhelmina en Emily, nadrukkelijk geen documentaire. We zien Den Uyl als een zorgzaam politicus die de vroegtijdige val van zijn kabinet als een nachtmerrie ervaart. Hij is niet opgewassen tegen vileine strategen, althans zodanig uitgebeeld, als Van Agt en Wiegel. Zijn vriendelijkheid maakt hem tot een weerloos slachtoffer.
Een voorstelling als Den Uyl, of: de vaandeldragers ligt in het verlengde van een ander kabinetsdrama, De Nacht van Schmelzer. Een politieke burlesque geschreven door Martin van Amerongen en geregisseerd door Johan Doesburg. Ook hierin gaat het om de stap van politieke gebeurtenis naar persoonlijke tragedie. De voorstelling ging in première op 12 oktober 1991 in de oude Haagse Staatsdrukkerij, een kwart eeuw na de beruchte val van het kabinet-Cals.
Hoofdrolspeler Wim van Rooy vertoont geen enkele gelijkenis met de ‘gladde tekkel met een vette kluif in zijn bek', zoals Wim Kan Norbert Schmelzer kenschetste. Die ‘Nacht' zou de geschiedenis ingaan als ‘moord met voorbedachten rade' of ‘de dolkstoot' die de katholieke Schmelzer de rooms-rode coalitie van Cals toediende. Maar Van Amerongen zag het anders: ook Cals was schuldig aan de val van zijn kabinet door de dubbelzinnige rol die hij speelde. Schmelzer was niet alleen de ‘bad guy' en Cals niet de onvermijdelijke ‘good guy'. Beiden waren uit op de eigen macht. Het was een strijd tussen twee mannetjes, die zichzelf, achter de deuren van de Tweede Kamer, de allure gaven van shakespeareaanse koningen. Richard III en Henry IV aan het Binnenhof. Anders dan de Den Uyl van Don Duyns, niet zo'n rigide strijder is, eerder een verscheurde.
Soekarno
Rehabilitatie, zoals Van Amerongen dat deed met Schmelzer, geldt ook voor een toneelstuk dat zich in koloniale kringen afspeelt, Soekarno een liefdesgeschiedenis van Jan Blokker, eveneens geregisseerd door Johan Doesburg. Volgens Blokker werd president Soekarno ten onrechte beschouwd als de man die heulde met de Japanner om zich van de Nederlandse overheersing te bevrijden. Dit gangbare beeld boog Blokker om. Hij maakte van de president een man die nooit enig Japans doel wilde bereiken, maar die altijd voor de Indonesische zaak streed. Soekarno bleef desondanks een mythe, een persoon die niet zo dichtbij kwam als Wilhelmina of Den Uyl, hoe vakkundig en met overgave Victor Löw de titelheld ook speelde.
De schrijvers en regisseurs van eigentijdse en historische onderwerpen tonen de personages met al hun twijfels, met hun pijn, met hun tegenstrijdige belangen en gevoelens. Het is een gerijpte stijl, waarin geschiedenis, politieke analyse en uitbeelding van hoogstpersoonlijke gedachten en emoties zorgen voor ontroering, of op zijn minst medeleven. Meteen bij eerste opkomst van Anne-Wil Blankers als Wilhelmina, Ineke Veenhoven als Beatrix in Emily of Van den Toorn als Den Uyl is de ontmoeting raak; het is de herkenning die korte metten maakt met het mysterie dat de leden van het koninklijk huis immer omringt, of zij het nu willen of niet. De actrices en acteurs maken van hun personages dichtbije figuren met menselijke eigenschappen.
Kroon
Wilhelmina: Je Maintiendrai, geschreven door Ton Vorstenbosch, vormt de kroon op deze aanstekelijke vorm van theater die de laatste tijd opgeld doet. Het is toneel dat behalve het koningshuis de landspolitiek tot onderwerp heeft, zoals De Nacht van Schmelzer of Den Uyl. Samen met Guus Vleugel was Vorstenbosch ook verantwoordelijk voor eigentijdse politieke satire: Srebrenica! (1996) en Angst en Ellende in het Rijk van Kok (1999), beide geregisseerd door Gerardjan Rijnders. Het eerste stuk gaat over de bedenkelijke rol van Dutchbat in het voormalige Joegoslavië, het tweede over homohaat in Nederland. Er zijn geen reëel herkenbare personages, premier Kok krijgen we niet te zien. De schrijvers tonen niet de hooggeplaatsten zelf in hun salon of Tweede Kamer, maar de gevolgen van politiek handelen voor de individuele burger.
De laatste tien jaar heeft de recente geschiedenis van het Nederlandse koningshuis en de Nederlandse politiek het theater geïnspireerd. Theater met een politieke lading mag rekenen op weerstand. Zowel Emily als Srebrenica! provoceerden de overheid tot reactie. Defensie wilde Srebrenica! het liefst censureren en zelfs de opvoering afgelasten; Emily leidde tot kortwieken van de subsidie. Het stuk zou, verklaarde staatssecretaris Aad Nuis, gebaseerd zijn op ‘ware feiten' maar ‘niet gewenst' zijn voor ‘de personen die het onderwerp vormen van het stuk'. De salondeuren moesten weer dicht. Het politieke theater breekt ze open.
‘Den Uyl, of: de vaandeldragers' door Growing up in Public. Première 24 februari in Huis a/d Werf, Utrecht, daarna tournee t/m 10 mei. Inl. 030-2761220.